Bodem- en veiligheidsvoorschriften voor de opslag van kunstmeststoffen

Werkingssfeer

Onderstaande tabel geeft de vindplaats en werkingssfeer voor het opslaan van kunstmeststoffen:

vindplaats en werkingssfeer voor het opslaan van kunstmeststoffen
Activiteit Bor bijlage 1 Type C /vergunningplicht
Opslaan van kunstmest in opslagtanks B lid 1 onder a Brzo van toepassing

C Categorie 7.5 - a

vervaardigen/bewerken nitraathoudend
C Categorie 7.5 - b meststoffengroep 3 en 4
C Categorie 7.5 - c >50.000 kg groep 2
Activiteit Activiteitenbesluit Activiteitenregeling
Opslaan vloeibare kunstmest in verpakking § 4.1.1 § 4.1.1
Opslaan vloeibare kunstmest in tanks § 4.1.3 § 4.1.3
Opslaan van vaste kunstmest § 4.1.7

§ 4.1.7

De opslag van minerale anorganische meststoffen behorende tot meststoffengroep 1.1, 1.2, 1.3 en meststoffengroep 2 (deze laatste tot 50 ton) vallen onder het Activiteitenbesluit. Het vervaardigen of bewerken van anorganische nitraathoudende kunstmest heeft een overlap met categorie bijlage 1 categorie 4.4 onder b van het Besluit omgevingsrecht omdat anorganische nitraathoudende kunstmest ook een gevaarlijke stof kan zijn. Omdat vooral het ompakken en bewerken van kunstmest kan leiden tot onduidelijkheid over de indeling is gekozen voor het apart benoemen van deze categorie onder bijlage 1 deel C categorie 7.5 onder a van het Besluit omgevingsrecht.

Definities

De volgende definities van het Activiteitenbesluit zijn van belang:

  • Opslagtank: een opslagvoorziening voor gas met een inhoud van ten minste 150 liter of een opslagvoorziening voor vloeistof met een inhoud van ten minste 300 liter, uitgezonderd een intermediate bulk container die voldoet aan hoofdstuk 6.5 van het ADR.
  • Gevaarlijke stoffen: stoffen en voorwerpen, waarvan het vervoer volgens het ADR is verboden of slechts onder daarin opgenomen voorwaarden is toegestaan, dan wel stoffen, materialen en voorwerpen aangeduid in de International Maritime Dangerous Goods Code.
  • Meststoffengroep: aanduiding van de gevaarcategorie van vaste minerale anorganische meststoffen overeenkomstig de indeling van PGS 7.
  • Verpakking wordt niet gedefinieerd in het Activiteitenbesluit of de Activiteitenregeling. In de PGS 15 is wel een definitie opgenomen (van toepassing op vloeibare kunstmeststoffen in verpakking) die gaat over de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen. Onder verpakkingen wordt verstaan: Een verpakking die is toegelaten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, inclusief grote verpakkingen en IBC.
    Het begrip "grote verpakking" is in het ADR gedefinieerd als een verpakking die bestaat uit een buitenverpakking die voorwerpen of binnenverpakkingen bevat die:
    a) ontworpen is voor de behandeling met mechanische hulpmiddelen en
    b)een netto massa van meer dan 400 kg of een inhoud van meer dan 450 liter, maar een inhoud van ten hoogste 3 m3 heeft.
    Een IBC is een Intermediate Bulk Container, een stijve of flexibele verpakking die in hoofdstuk 6.5 van het ADR is genoemd.
  • In de PGS7 zijn eisen opgenomen waaraan de verpakking van meststoffen moeten voldoen: Overeenkomstig de UN-aanbeveling moeten de verpakkingen van de meststoffen van het type A en B (UN 2067, 2068, 2069, 2070 en 2071) voldoen aan de verpakkingsgroep III inclusief de big bags. Meststoffen die overeenkomen met de omschrijving van UN 2072: "Ammonium Nitrate Fertilizers - Not Otherwise Specified" moeten voldoen aan de verpakkingsgroep II. Meststoffen van het type C zijn niet als gevaarlijke stof ingedeeld voor het vervoer. Er worden dus geen eisen gesteld aan de verpakking van deze meststoffen.