Overgangsrecht geluid

Het overgangsrecht voor geluid in het Activiteitenbesluit is opgenomen in Afdeling 2.8. Daarnaast zijn voor windturbines overgangsregels voor geluid opgesteld in 3.14a en 3.15a en voor het vervaardigen van betonproducten in 4.74p1. In het algemeen geldt dat wanneer geluidsartikelen uit een (vervallen) vergunning strenger of soepeler zijn dan het Activiteitenbesluit, de voorschriften uit de milieuvergunning nog drie jaar na het tijdstip van het van toepassing worden van het Activiteitenbesluit op die inrichting gelden.

Overgangsrecht over overgangsrecht (art. 2.17a, lid 1)

In de meeste oude 8.40-besluiten was een overgangsbepaling opgenomen die teruggreep op 8.40-besluiten die daarvoor in werking waren. Dit lid is van toepassing op inrichtingen die onder de werking van die oudere besluiten vielen. Voor deze inrichtingen worden de waarden in tabel 2.17a (standaard) en tabel 2.17g (glastuinbouwbedrijf binnen een glastuinbouwgebied) met 5 dB(A) verhoogd, tenzij voordien volgens een milieuvergunning lagere waarden golden. Dit wordt met art. 2.17a, lid 1 en 2 voortgezet. Overigens wordt in artikel 2.17a bij lid 1, 2 en 3 abusievelijk verwezen naar artikel 2.17, in plaats van artikel 2.17a.

Maatwerk niet lager dan 40 dB(A) etmaalwaarde (art. 2.20 lid 8 en lid 9)

In een aantal oude 8.40-besluiten was bepaald dat bij nadere eis geen lagere etmaalwaarde mocht worden opgelegd dan 40 dB(A) bij inrichtingen die op het moment van in werking treden van die oude 8.40-besluiten waren opgericht. In dit lid wordt deze praktijk voortgezet. Het gaat dan om inrichtingen die opgericht waren voor het in werking treden van één van de volgende besluiten én vielen onder één van de volgende besluiten:

  • Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer
  • Besluit detailhandel- en ambachtsbedrijven milieubeheer
  • Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer
  • Besluit bouw- en houtbedrijven milieubeheer
  • Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer
  • Besluit textielreinigingsbedrijven milieubeheer
  • Besluit jachthavens milieubeheer
  • Besluit motorvoertuigen milieubeheer
  • Besluit glastuinbouw

Daarnaast gaat het om inrichtingen die vielen onder het Besluit tankstations milieubeheer of het Besluit tandartspraktijken milieubeheer.

Bedrijfsduurcorrectie muziekgeluid (art. 2.18 lid 9 en lid 10)

Voor muziekgeluid mag geen bedrijfsduurcorrectie worden toegepast (art 2.18 lid 2). In art. 2.18 lid 9 is opgenomen dat voor inrichtingen waarop onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van art. 2.17, het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer van toepassing was, en waarvoor muziekgeluid een bedrijfsduurcorrectie werd toegepast, het bevoegd gezag bij maatwerkvoorschrift kan bepalen dat art. 2.18, tweede lid, niet van toepassing is voor de toetsing van geluidsniveaus tussen 23.00 en 07.00 uur. In art. 2.18 lid 10 is opgenomen dat als volgens het maatwerkvoorschrift een bedrijfsduurcorrectie wordt toegepast, het door de inrichting veroorzaakte geluidsniveau gedurende de bedrijfstijd tussen 23.00 en 07.00 uur niet hoger is dan volgens art. 2.17 is toegestaan tussen 19.00 en 23.00 uur.

Dienst- of bedrijfswoning van derden (art. 2.17a lid 6 en 2.19a lid 4)

Het Activiteitenbesluit kent geen onderscheid in type woningen. Het begrip dienst- of bedrijfswoning werd wel gebruikt in het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer, het Besluit detailhandel en ambachtsbedrijven milieubeheer en het Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer. In deze besluiten viel een dienst- of bedrijfswoning van een derde niet onder de definitie van het begrip woning. Dit bracht met zich mee dat deze dienstwoningen akoestisch niet beschermd waren tegen het geluid van inrichtingen die onder de werking van de voornoemde besluiten vielen.

Om te voorkomen dat deze woningen door de inwerkingtreding van dit besluit wel beschermd worden, hetgeen een aanscherping zou betekenen voor die inrichtingen, is als overgangsbepaling opgenomen dat de bedoelde dienstwoningen ten opzichte van die inrichtingen niet beschermd worden. Voor inrichtingen die onder deze Besluiten vielen voor inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit, gelden op basis van het overgangsrecht de geluidsnormen in beginsel niet voor bedrijfs- en dienstwoningen. Dit geldt ook voor de dit type woningen in horecaconcentratiegebieden.

Horecaconcentratiegebieden (art. 2.19a)

In art. 2.19 wordt gemeenten de mogelijkheid geboden om in een gemeentelijke verordening een afwijkende geluidsnorm vast te stellen. Art. 2.19 is nog niet in werking getreden. Tot deze inwerkingtreding is overgangsrecht van toepassing voor die inrichtingen die al in een bestaand concentratiegebied voor horeca-inrichtingen of voor detailhandel en ambachtsbedrijven zijn gelegen. Met de bepalingen in art. 2.19a wordt voor deze bedrijven de bestaande situatie dus voortgezet.

Windturbines (art. 3.14a lid 4 en lid 5)

In art. 3.14a lid 4 is de mogelijkheid opgenomen bij ministeriële regeling maatregelen voor te schrijven voor een windturbine of een combinatie van windturbines waarvoor onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van art. 3.14a een vergunning in werking en onherroepelijk was of een melding was gedaan volgens art. 1.10. Van deze mogelijkheid is nog geen gebruik gemaakt.

Volgens art. 3.14a lid 2 kan het bevoegd gezag bij maatwerkvoorschrift, om rekening te houden met cumulatie van geluid als gevolg van een andere windturbine of een andere combinatie van windturbines, normen met een lagere waarde vaststellen ten aanzien een van de windturbines of een combinatie van windturbines. In art. 3.14a lid 5 is opgenomen dat bij de toepassing van artikel 3.14a lid 2 geen rekening wordt gehouden met een windturbine of een combinatie van windturbines die behoort tot een andere inrichting waarvoor onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van dat artikel een vergunning in werking en onherroepelijk was of een melding was gedaan volgens art. 1.10.

Vormgeven van betonproducten (artikel 4.74p1)

Voor een inrichting die behoort tot de betonindustrie en die is aangewezen als grote lawaaimaker blijven de geluidsvoorschriften voor onbepaalde tijd als maatwerkvoorschrift gelden.