Overzicht OBM houden van pluimvee

Onderstaande tabel geeft aan wanneer voor deze activiteit een Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) nodig is en welke bijzonderheden voor deze OBM gelden.

Zie ook: de uitgebreide pagina's over de OBM voor veehouderijen.

Juridisch overzicht Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM)

Pluimvee

Aangewezen activiteit
  • M.e.r.-OBM: Categorie D14, kolom 2, onder 1°, van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage = De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor het fokken, mesten of houden van ten minste 2.500 en ten hoogste 40.000 stuks pluimvee, Rav cat. E, F, G en J (Art. 2.2a lid 1, onder e, Bor en )
  • Fijnstof-OBM: het oprichten of wijzigen van een dierenverblijf voor het houden van of het uitbreiden van het aantal van ten minste 3.000 stuks pluimvee, behorend tot de diercategorieën E1 tot en met E5, F1 tot en met F4, G1, G2 en J1 (Art. 2.2a lid 4, onder a, sub 2°, Bor).
Ondergrens
  • M.e.r.-OBM: 2.500 stuks pluimvee.
  • Fijnstof-OBM: 3.000 stuks pluimvee.
Bovengrens
  • M.e.r.-OBM: 40.000 stuks pluimvee.
  • Fijnstof-OBM: geen.
Uitzondering
  • M.e.r.-OBM: De aanwijzing vervalt als uit de mer-beoordeling volgt dat een milieueffectrapport opgesteld moet worden, of als de initiatiefnemer zelf besluit een milieueffectrapport op te stellen (= artikel 7.18 van de Wet milieubeheer van toepassing)..
  • Beide: De OBM is niet vereist als de activiteit deel uitmaakt van een IPPC-installatie.
  • Fijnstof-OBM: De OBM is niet vereist als het gaat om een inrichting type C.
Weigeringsgronden
  • M.e.r.-OBM: Het bevoegd gezag heeft beslist dat een milieueffectrapport moet worden gemaakt (5.13b, lid 1, Bor).
  • Fijnstof-OBM: De activiteit leidt tot overschrijding van de grenswaarden voor zwevende deeltjes (PM10), bedoeld in bijlage 2, voorschrift 4.1, van de Wet milieubeheer, voor zover de verplichting tot het in acht nemen daarvan is vastgelegd bij of volgens artikel 5.16 van die wet (5.13b, lid 6, Bor).
Op welk moment is de OBM nodig?
  • M.e.r.-OBM: Bij oprichting, wijziging of uitbreiding (in de zin van het Besluit milieueffectrapportage)
  • Fijnstof-OBM: Bij oprichting of wijziging van het dierenverblijf en het uitbreiden van de hoeveelheid pluimvee.
Lex silencio van toepassing?
  • M.e.r.-OBM: Nee.
  • Fijnstof-OBM: Nee.
Relatie met Bijlage I
  • Er is geen Omgevingsvergunning milieu nodig voor het houden van pluimvee, tenzij er sprake is van een IPPC-bedrijf.
  • Onderdeel B, eerste lid onder b regelt dat een Omgevingsvergunning milieu vereist is als Wm artikel 7.18 van toepassing is (zie uitzondering).
Meerdere diersoorten Zie "Meerdere diersoorten binnen inrichting" als landbouwhuisdieren van meer dan één hoofdcategorie als bedoeld in de regeling volgens de Wav worden gehouden.