In welke gevallen is voor het expanderen, blazen of schuimen van kunststof een Omgevingsvergunning milieu nodig en waarom?

Vraag

In welke gevallen is voor het expanderen, blazen of schuimen van kunststof een Omgevingsvergunning milieu nodig en waarom?

Antwoord

Bij gebruik van andere blaasmiddelen dan lucht, kooldioxide of stikstof is op basis van het Besluit omgevingsrecht (Bor onderdeel C, categorie 4.4 onder a) een Omgevingsvergunning milieu nodig.

Aan andere blaasmiddelen, zoals pentaan, moeten extra eisen gesteld worden in verband met emissies van vluchtige organische stoffen en de relatief lage explosiegrenzen.

De benodigde afzuig- en nabehandelingssystemen zijn dermate complex dat dit veel maatwerk vraagt. Daarom is besloten dat hiervoor een Omgevingsvergunning milieu nodig blijft.

Voorbeeld 1: Extrusieblazen en folieblazen

Dit zijn de meest voorkomende vormen van kunststof blazen. Het gebruikte blaasmiddel bij deze processen is standaard perslucht.
Voor deze processen is dus geen Omgevingsvergunning milieu nodig.

Voorbeeld 2: Kleinschalig schuimen

Kleinschalig schuimen gebeurt meestal met PUR.
PUR wordt gemaakt uit twee componenten. Bij het mengen daarvan vindt een chemische reactie plaats waarbij kooldioxide vrijkomt, die de massa opschuimt.

Het blaasmiddel is in dit geval kooldioxide en daarvoor is geen Omgevingsvergunning milieu nodig.

Bij matrasproductie wordt vaak nog een extern blaasmiddel toegevoegd, om het PUR op een lagere dichtheid te krijgen. Het soort blaasmiddel geeft dan de doorslag of een Omgevingsvergunning milieu nodig is.
Volgens het werkboek milieumaatregelen van de NRK (verwerkt in het Ondernemingsdossier) kunnen de volgende externe blaasmiddelen gebruikt worden: pentaan (en andere koolwaterstoffen), HCFK's, HFK's, dichloormethaan en kooldioxide.

Voor matrasproductie is alleen bij gebruik van kooldioxide als extern blaasmiddel geen Omgevingsvergunning milieu nodig.

Voorbeeld 3: Productie van piepschuim (EPS)

EPS (geëxpandeerd polystyreen) wordt gemaakt van korreltjes waar pentaan in zit. Die korreltjes worden in mallen verhit met stoom, waardoor de pentaan verdampt. Hierdoor expanderen de korreltjes tot de karakteristieke piepschuim bolletjes.

Voor dit proces is een Omgevingsvergunning milieu nodig, omdat pentaan het blaasmiddel is.

Voorbeeld 4: Productie van geëxpandeerd polypropyleen (EPP)

Bij de productie van EPP worden propyleen korrels gebruikt, waarin lucht is opgenomen. Door verhitting met stoom zet de lucht in de korrels uit en daardoor expanderen de korrels. De lucht is daarom in dit geval het blaasmiddel.

Voor dit proces is geen Omgevingsvergunning milieu nodig, omdat lucht het blaasmiddel is.