Reparatiebesluit diverse besluiten IenM

Op 23 oktober 2012 is het "Reparatiebesluit van enkele besluiten op de beleidsterreinen van het Ministerie van IenM" in werking getreden (Stb. 2012, nr. 424). Het reparatiebesluit bevat een verzameling wijzigingen van diverse besluiten, waaronder het Besluit milieueffectrapportage.

In artikel IV wordt het Besluit milieueffectrapportage gewijzigd. Het gaat onder meer om kleine redactionele correcties, verduidelijkingen en het herstel van verwijzingen naar vernummerde artikelen of andere technische fouten.

De meest relevante wijzigingen op een rij:

  • Categorie C 3 / D 3.1 (binnenvaarwegen)
    In kolom 4 van categorie C3 / D 3.1 is volledigheidshalve nog toegevoegd het projectplan, bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Waterwet.
    In deze categorie wordt verder verwezen naar het (uitwerken of wijzigen van) bestemmingsplan op grond van de Wet ruimtelijke ordening. In een bestemmingsplan wordt echter in het algemeen weinig of niets bepaald over de diepte van vaarwegen. Daarvoor zijn andere besluiten aangewezen, namelijk een ontgrondingsvergunning, watervergunning of projectplan op grond van artikel 5.4, eerste lid, van de Waterwet indien de waterbeheerder de initiatiefnemer is. Deze besluiten zijn derhalve toegevoegd, waarbij de ontgrondingsvergunning en watervergunning vallen onder de formule «de besluiten waarop afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en een of meer artikelen van afdeling 13.2 van de wet van toepassing zijn».
  • Categorie D 3.2 (waterkeringen)
    Aanpassing van kolom 4 waardoor de goedkeuring van het projectplan van gedeputeerde staten (weer) m.e.r.(beoordelings)plichtig wordt.
    In een aantal gevallen behoeven projectplannen tot aanleg, wijziging of uitbreiding van waterkeringen of andere waterstaatswerken de goedkeuring van gedeputeerde staten. Dit is het geval bij primaire waterkeringen en in geval dit bij of krachtens provinciale verordening is bepaald. Voorafgaand aan het wijzigingsbesluit van 21 februari 2011 was de goedkeuring van het projectplan aangewezen in kolom 4. Bij genoemd wijzigingsbesluit was dit gewijzigd in het projectplan. Naar aanleiding van een zienswijze van het IPO op het onderhavige besluit is dit thans weer teruggedraaid.
  • Categorie D 12 (kust(verdedigings)werken)
    Aanpassing van kolom 4.
    In kolom 4 van categorie D12 werd verwezen naar artikel 2.7 van de Waterwet. Gelet op het feit dat artikel 2.7 van de Waterwet geen besluit opleverde in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en er derhalve geen bezwaar- en beroepsmogelijkheid openstond, is met deze wijziging in kolom 4 een aantal bepalingen opgenomen dat deze mogelijkheid wel biedt. Anders dan bij categorie D3.2 zal een goedkeuring van gedeputeerde staten van het projectplan niet gauw aan de orde zijn. Op grond van artikel 5.5 van de Waterwet is dat namelijk alleen het geval indien dat bij op krachtens provinciale verordening is bepaald en sprake is van een waterkering of ander waterstaatswerk van bovenlokale betekenis die met spoed en op gecoördineerde wijze tot stand moeten worden gebracht. Omdat de mogelijkheid wel bestaat is conform categorie D3 (zie onderdeel C, onder 2) ook de goedkeuring van het projectplan opgenomen.
  • Categorie C14 (veehouderij)
    De tweede kolom, onder 4°, van categorie C 14 komt te luiden: "4°. 900 stuks zeugen (Rav cat. D 1.2, D 1.3 en D 3 voor zover het opfokzeugen betreft)".
    Bij het wijzigingsbesluit van 21 februari 2011 is in kolom 2 van categorie D14 van de bijlage bij het besluit bij zeugen verwezen naar categorie D3 van de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) voor zover het opfokzeugen betreft. Bij categorie C14 was dit niet gebeurd, hetgeen tot misverstanden zou kunnen leiden. Aangezien bij beide categorieën hetzelfde wordt bedoeld, is categorie C14 op dit punt in overeenstemming gebracht met categorie D14.
  • Categorie D 21.1 (raffinage van ruwe aardolie)
    Aanpassing van kolom 2.
    In de tweede kolom van categorie D21.1 (oud) werd abusievelijk verwezen naar categorie 21.2 van onderdeel C. Die categorie is echter vervallen bij het wijzigingsbesluit van 21februari 2011. De bedoeling van genoemde wijziging was om categorie C21.2 over te hevelen naar categorie D21.1. Derhalve is hierbij de drempelwaarde van kolom 2 van categorie C21.2, zoals die luidde voor de inwerkingtreding van het bovengenoemde wijzigingsbesluit, toegevoegd aan de drempel van categorie D21.1.
  • categorie D 32.3 (oppervlaktebehandeling van metalen en plastic materiaal)
    In de tweede kolom van categorie D 32.3 vervalt de zinsnede «met dien verstande dat voor een inrichting voor het poedercoaten of verwerken van watergedragen verf een productieoppervlak geldt van 20.000m2 of meer op een bedrijfsterrein dan wel 10.000m2 of meer op een ander terrein».
    Categorie D 32.3 (nieuw) betreft de oppervlaktebehandeling van metalen en plastic materiaal door middel van een elektrolytisch of chemisch procédé. Bij de drempelwaarde in kolom 2 werd gesproken van «poedercoaten of verwerken van watergedragen verf». Deze technieken vallen feitelijk echter niet onder de formulering in kolom 1, zodat de oude omschrijving in kolom 2 niet correct was, verwarrend werkte en ook uitgelegd zou kunnen worden als een kop op de richtlijn, hetgeen niet de bedoeling was. De tekst is daarop aangepast.

Er is overgangsrecht opgenomen in artikel XII van het reparatiebesluit, zie de webpagina "Overgangsrecht".