Participatiehouding

Bij publieksparticipatie is het van belang in een vroeg stadium een op maat gesneden aanpak uit te werken en vervolgens het proces - puur praktisch gezien - op zo'n manier te organiseren dat die aanpak goed uit de verf komt. Daarvoor is het bevoegd gezag doorgaans verantwoordelijk in de uitgebreide m.e.r.-procedure. Aangezien in de meeste gevallen de initiatiefnemer het proces en inhoud vormgeeft, ligt het voor de hand om het voortouw van het participatieproces daar neer te leggen. Maar organisatorisch de dingen op orde hebben is één ding. Belangrijk is ook dat u vanuit een bepaalde houding het participatieproces tegemoet treedt. Professioneel, passend enthousiast, niet afwerend, mokkend of anderszins humeurig - dat spreekt allemaal voor zich. Bij een effectieve participatiehouding komt echter nog net iets meer kijken.

Een kwestie van geven en nemen

Het is verstandig om ideeën en wensen ten aanzien van te onderzoeken milieuaspecten, alternatieven en varianten serieus te overwegen en een herkenbare plaats te geven in het proces en de rapportages. Een dergelijke open houding leidt tot waardering en mogelijk meer draagvlak voor het uiteindelijke voorkeursalternatief. De planontwikkelaars worden ook minder kwetsbaar voor kritiek als ‘tunnelvisie' of ‘vooringenomenheid'.

Belangrijk is wel dat kwaliteit van de inhoud voorop staat. Het proces van geven en nemen mag er niet toe leiden dat zwakke compromissen worden gesloten ten aanzien van kwaliteit en inhoud.

Integer, open, actief

Draagvlak en vertrouwen wordt bereikt door een integer, open planproces waarin u laat blijken dat u constructieve relaties belangrijk acht. Door aan dergelijke relaties te werken, wordt het planproces minder kwetsbaar voor polarisatie en manipulatie. Het ontwikkelen van goede relaties kost echter tijd en energie, zeker in controversiële projecten of projecten met een moeilijke geschiedenis. Begin daarom bij controversiële projecten snel met het opbouwen van relaties (kennismaken).

Bij openheid hoort dat u benaderbaar bent en actief het gesprek opzoekt als de situatie daar om vraagt, bijvoorbeeld als emoties een belangrijke rol spelen. Dat is niet altijd eenvoudig te realiseren, maar bedenk dat schriftelijke communicatie vaak niet goed werkt als onderwerpen gevoelig liggen.

Hoewel een open opstelling op zichzelf gewenst is, is er wel de valkuil dat u gevoelig wordt voor druk uit de omgeving. Neem nooit onder druk een besluit. Vraag mogelijkheid om na te denken en maak keuzes in rust en weloverwogen, op basis van inhoud (en niet op basis van ‘plezier willen doen').

Bij gelegenheden waarin een ambtelijke vertegenwoordiging namens het bevoegd gezag spreekt, moet er bestuurlijke rugdekking zijn. De meeste bestuurders voelen zich aangesproken door een interactief planproces, maar het kan hen soms tegelijkertijd onzeker maken als de besluitvorming open staat voor externe invloeden. Participatie komt voor een deel neer op informatie-uitwisseling, maar in elk participatieproces doen zich ook momenten voor waarop er in feite onderhandeld wordt over (grote) belangen. Zorg ervoor dat de bestuurders juist op zulke momenten betrokken en aanwezig zijn.