Besluit, motivering, bekendmaking en mededeling

Vaststellen plan of besluit

Het plan of besluit wordt pas vastgesteld door het bevoegd gezag als de m.e.r.-procedure tot aan deze stap correct en volledig is doorlopen en de gegevens in het MER redelijkerwijs aan het uiteindelijke plan of besluit ten grondslag kunnen worden gelegd. Dit is voor plannen geregeld in art. 7.13 en voor besluiten in art. 7.36a.

Rekening houden met de gevolgen voor het milieu bij een besluit

Conform art. 7.35 houdt het bevoegd gezag bij het vaststellen van een m.e.r.-plichtig besluit rekening met alle gevolgen die de betreffende activiteit voor het milieu kan hebben.

In maart 2006 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verreikende uitspraak (ABRvS, d.d. 22 maart 2006, nr. 200502510/1 (Bestemmingsplan "Bedrijvenpark Linderveld" )) gedaan. Zij stelde dat wanneer het bevoegde gezag de maatregelen uit het MER noodzakelijk acht ter beperking, dan wel ter compensatie van nadelige milieugevolgen van de voorgenomen activiteit, deze maatregelen als verplichtend moeten worden opgenomen in het m.e.r.-plichtige besluit of in een daarmee samenhangend besluit. Dit geldt voor zowel de ruimtelijke als de milieuaspecten. Deze uitspraak is bevestigd in de uitspraak ABRvS d.d 28 mei 2008, nr. 200608226/1 (Woningbouwlocatie Bangert en Oosterpolder).

Mede naar aanleiding van deze uitspraken is in het kader van de structurele evaluatie van de milieuwetgeving (STEM) in opdracht van het ministerie van IenM onderzocht hoe ver deze verruimde beslissingsbevoegdheid reikt in het kader van bestemmingsplannen.

Motivering in plan of besluit

In het plan of in het besluit wordt gemotiveerd op welke wijze rekening is gehouden met / wat is overwogen ten aanzien van (art. 7.14 en art. 7.37):

  • de in het MER beschreven mogelijke gevolgen voor het milieu
  • de in het MER beschreven alternatieven
  • de ingebrachte zienswijzen met betrekking tot het MER
  • het door de commissie m.e.r. verplicht uitgebrachte advies (alleen bij de uitgebreide procedure);
  • eventuele belangrijke nadelige grensoverschrijdende milieugevolgen en de uitkomsten van het overleg hierover met bestuursorganen in het betrokken andere land (zie Grensoverschrijdende m.e.r.: eisen en afspraken' voor een overzicht).

Evaluatieprogramma

Het bevoegd gezag bepaalt bij het plan of besluit de termijn of de termijnen waarop met het onderzoek naar de milieugevolgen die de uitvoering van dat plan of besluit heeft wordt begonnen en de wijze waarop dat onderzoek zal worden verricht. Hiervoor zijn vanuit de m.e.r.-procedure in de Wet milieubeheer geen eisen opgenomen. Wilt u informatie over de daadwerkelijke uitvoering van dit onderzoek, zie evaluatie .

Bekendmaking en mededeling plan of besluit

Bekendmaking en mededeling van het vastgestelde plan of besluit vinden plaats conform de eisen en termijnen uit de procedure van totstandkoming van het betreffende plan of besluit. Als deze zogenoemde moeder- of basisprocedure niet voorziet in:

  • openbare kennisgeving van het vastgestelde plan of een bekendmaking van het besluit
  • mededeling door toezending van een exemplaar van het vastgestelde plan (inclusief MER) of besluit aan degenen die bij de voorbereiding ervan hun zienswijze naar voren hebben gebracht of waren betrokken (Commissie m.e.r., adviseurs en bestuursorganen)

wordt hier in het kader van de m.e.r.-procedure wel voorzien waarbij de eisen en termijnen uit de Algemene wet bestuursrecht van toepassing zijn. Dit is voor plannen geregeld in artikel 7.15 Wm en voor besluiten in art. 7.38. Daarbij wordt verwezen naar vier artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht: art. 3:42 Awb (bekendmaking), art. 3:43 Awb (mededeling plan) en art. 3:44 Awb (mededeling besluit).