1e tranche, tweede fase Activiteitenbesluit

Op 1 januari 2010 is de 1e tranche van de tweede fase (modernisering van de algemene regels) (Staatsblad jaargang 2009, nr. 479) in werking getreden. Door dit besluit zijn meer inrichtingen onder de algemene regels gebracht, daarnaast is het Activiteitenbesluit op onderdelen gerepareerd.

Naast reparaties van allerlei kleine omissies zijn de belangrijkste wijzigingen voor geluid:

Artikel 2.17:

  • Voor windturbines op gezoneerde industrieterreinen is het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau van 50 dB(A) op 50 meter niet van toepassing (artikel 2.17, lid 2), maar blijft artikel 2.17, lid 1 van toepassing (tabel 2.17a);
  • De redactie van het derde lid is sterk veranderd. Inhoudelijk is nieuw dat tussen 07.00 en 19.00 uur de maximale geluidsniveaus (LAmax) niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten van een inrichting die is gelegen op een bedrijventerrein;
  • Lid vier van dit artikel is nu alleen nog maar van toepassing voor inrichtingen die uitsluitend of in hoofdzaak brandstof verkopen (tankstations).

Artikel 2.18:

  • Voor de bepaling van de geluidsniveau's blijft buiten beschouwing (artikel 2.18, lid 1):
    - traditioneel schieten door schutterijen of schuttersgilden;
    - stemgeluid van kinderen in het primair onderwijs en instellingen voor kinderopvang.
  • Voor het traditioneel schieten kunnen bij gemeentelijke verordening regels gesteld worden (artikel 2.18, lid 5).

Artikel 2.21:

  • Aan lid 1, onder b is toegevoegd dat het aantal bij of volgens een gemeentelijke verordening aan te wijzen dagen of dagdelen per gebied of categorie van inrichtingen kan verschillen.

Inrichtingen onder het Activiteitenbesluit
Door dit wijzigingsbesluit zijn acht bedrijfstakken geheel of gedeeltelijk onder de werking van het Activiteitenbesluit gebracht. Het gaat daarbij per bedrijfstak om de volgende aantallen inrichtingen:

  • humane crematoria: circa 65 inrichtingen
  • vellen-offsetdrukkerijen: circa 1.000 inrichtingen
  • mechanische verwerking van textiel bij relatief kleine bedrijven: circa 530 inrichtingen
  • natuursteenindustrie: circa 200 inrichtingen
  • laboratoria en praktijkruimten: circa 300 inrichtingen
  • koude vleesverwerking, voor zover het uitsnijden van vlees en pluimvee en het verpakken van vleeswaren op industriële schaal betreft: circa 710 inrichtingen
  • recreatieve visvijvers: circa 40 inrichtingen
  • inrichtingen voor traditioneel schieten, die naar aanleiding van de motie Vietsch c.s. (Kamerstukken II, 2007/08, 29 383, nr 90) onder de werking van het Activiteitenbesluit zijn gebracht: circa 150 inrichtingen.

Daarnaast is bijlage 1 van het Activiteitenbesluit door dit wijzigingsbesluit, naast het schrappen van bovenstaande activiteiten uit deze bijlage, op een aantal punten gewijzigd. Door deze wijzigingen zijn onder andere activiteiten als het vullen van gasflessen met koolzuur of stikstof en het niet geautomatiseerd afvullen van spuitbussen met stoffen anders dan drijfgassen niet langer vergunningplichtig.

Voor vergunningplichtige bedrijven die vanaf 1 januari 2010 onder het Activiteitenbesluit vallen, loopt het overgangsrecht over het algemeen drie jaar, tot 1 januari 2013 (zie artikel 6.1 Activiteitenbesluit). Daarbij geldt als voorwaarde dat de voorschriften van die vergunning vallen binnen de bevoegdheid van het bevoegd gezag tot het stellen van maatwerkvoorschriften op basis van het Activiteitenbesluit.

Daarnaast is op 1 januari 2010 ook artikel XXXIV van het invoeringsbesluit Waterwet in werking getreden (dit artikel heeft een relatie heeft met de 1e tranche van de tweede fase modernisering van de algemene regels) en ook dit leidt tot een beperkte aanpassing van het Activiteitenbesluit. Deze beperkte aanpassing heeft geen consequenties voor het aspect geluid.