Herstelmogelijkheden geluidregister en uitzondering tijdelijke bouwwerken

Op 3 april 2017 is  het Besluit wijziging van de Tracéwet, de Wet milieubeheer en de Wet geluidhinder gepubliceerd in Staatscourant 2017, nr 131. Deze wijziging is op 1 mei 2017 in werking getreden.

Herstelmogelijkheden geluidregister en uitzondering tijdelijke bouwwerken

Wijziging van de Tracéwet, de Wet milieubeheer en de Wet geluidhinder in verband met de verruiming van de mogelijkheid om fouten in het geluidregister te herstellen en enkele technische verduidelijkingen.

Status
Dit wetsvoorstel is in werking getreden op 1 mei 2017. U kunt alle kamerstukken vinden in het dossier nr. 34 525.

Belangrijkste kamerstukken
in dit dossier:

Dit wetsvoorstel:

Herstel van onjuistheden in het geluidregister

Voor het herstellen van onjuistheden in het geluidregister is een verkorte procedure beschreven (artikel 11.47, lid 1 Wm). Deze verkorte procedure kan worden toegepast op de volgende gevallen (artikel 45, lid 1 Wm)

  • bestaande wegen die met onjuiste brongegevens in het geluidregister staan
  • bestaande wegen met een geluidproductieplafond dat niet overeenkomt met de brongegevens

Gebleken is dat ook bij de volgende soorten van rechtswege vastgestelde geluidproductieplafonds onjuistheden voorkomen:

  • aangewezen wegen of spoorwegen (artikel 45, lid 2 Wm). Dit kunnen bij de vaststelling van de geluidproductieplafonds geprojecteerde wegen en spoorwegen zijn.
  • spoorwegen voor beperkt gebruik (artikel 45, lid 3 Wm).

De wijziging regelt dat de vereenvoudigde procedure ook bij deze twee situaties van toepassing is.

Het geluidregister bevat naast brongegevens andere gegevens. Het gaat bijvoorbeeld om de weghoogte en taludlijnen. Herstel van deze andere gegevens kan door de wetswijziging ook met de verkorte procedure.

Door de wijzigingen kunnen de gegevens bij de besluiten op een juiste wijze landen in het geluidregister. De geluidsbelasting en de maatregelen veranderen niet. Het kan voorkomen dat nieuwe geluidsgevoelige projecten zijn geprojecteerd op basis van onjuiste gegevens uit het geluidregister. Voor die gevallen bevat artikel 47, lid 2 Wm de mogelijkheid voor onderzoek naar het treffen van extra maatregelen.

Bescherming tijdelijke bouwwerken

Een gemeente kan voor een geluidsgevoelig object op basis van de Interimwet stad-en-milieubenadering permanent een hogere geluidsbelasting toestaan dan de wettelijke maximumwaarde. Het huidige artikel 11.40 lid 2 Wm voorkomt dat een beheerder maatregelen moet nemen voor dit object.

De grenswaarden uit de Wgh zijn niet van toepassing bij tijdelijk afwijken van het bestemmingsplan voor een termijn van maximaal 10 jaar. De wetswijziging regelt dat de beheerder geen maatregelen hoeft te treffen voor dit type objecten. Het toestaan van deze objecten is namelijk een lokale afweging geweest. De wijziging voorkomt dat de beheerder van een (spoor)weg maatregelen moet nemen voor een geluidsgevoelig object waarvoor door een gemeente is afgeweken van de geluidnormen.

Deze tijdelijke objecten en de op basis van de Interimwet stad-en-milieubenadering toegestane objecten zijn om dezelfde reden ook geen saneringsobject (artikel 11.57, lid 2 Wm).

Herstel omissies en verduidelijking artikelen

Samengevat regelt de wetswijziging verder dat:

  • Bij vaststelling van geluidproductieplafonds voor de aanleg van nieuwe infrastructuur wordt rekening gehouden met de geluidsbelasting van bestaande (spoor)wegen (artikel 11.30 Wm).
  • De werking van een besluit opschort kan worden tot het moment dat de maatregelen zijn uitgevoerd (artikel 11.36 wm).
  • Geen geluidwerende maatregelen worden getroffen aan een objecten met een korte resterende levensduur (artikel 11.38 en 11.64 Wm). Het gaat om nog bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gevallen.