Wijziging Bro en Barro

Op 1 oktober 2012 is het "Besluit van 28 augustus 2012, houdende wijziging van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) en van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in verband met de toevoeging van enkele onderwerpen van nationaal ruimtelijk belang" (Stb. 2012, nr. 388) in werking getreden.

Wijziging Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

Het recent vastgestelde Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Stb. 2011, 666; hierna: Barro) borgt een aantal van de nationale ruimtelijke belangen uit de Nota Ruimte en voormalige planologische kernbeslissingen (pkb’s) in regelgeving. Deze belangen maken nog steeds deel uit van het geldende nationale ruimtelijke beleid, zoals beschreven in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (hierna: SVIR). Het voorliggende besluit strekt ertoe om enkele nationale ruimtelijke belangen aan het Barro toe te voegen. De inhoud is gebaseerd op de nieuwe onderwerpen van het ruimtelijke beleid die door het kabinet in de SVIR zijn vastgesteld. Het betreft onderwerpen op het gebied van de hoofdinfrastructuur (reserveringen voor hoofdwegen en landelijke spoorwegen en vrijwaring rond rijksvaarwegen), de elektriciteitsvoorziening, het regime van de herijkte ecologische hoofdstructuur en waterveiligheid (bescherming van primaire waterkeringen en bouwbeperkingen in het IJsselmeergebied). Tot slot worden in dit besluit nog enkele onjuistheden in het Barro hersteld.

Het Barro is met deze aanvulling uitgebreid met de volgende onderwerpen:

  • Rijksvaarwegen (Titel 2.1)
  • Hoofdwegen en landelijke spoorwegen (Titel 2.7)
  • Elektriciteitsvoorziening (Titel 2.8);
  • Ecologische hoofdstructuur (titel 2.10);
  • Primaire waterkeringen buiten het kustfundament (Titel 2.11)
  • IJsselmeergebied (uitbreidingsruimte) (Titel 2.12)

Daarnaast zijn er enkele artikelen aangepast:

  • Artikel 1.1. (begripsomschrijvingen)
  • Artikel 1.2. (algemene uitsluitingen)
  • enkele artikelen van Titel 2.2: Project Mainportontwikkeling Rotterdam
  • enkele artikelen van Titel 2.13: Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde
  • Artikel 3.1. (termijn uitvoering algemene regels)
  • Artikel 3.5 (tijdstip vaststelling provinciale verordeningen)

Wijziging Besluit ruimtelijke ordening

Voorts bevat dit besluit een wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) op grond waarvan gemeenten en provincies verplicht zijn om in de toelichting van een ruimtelijk besluit de zogenaamde «ladder voor duurzame verstedelijking» op te nemen, wanneer een zodanig besluit een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt.

In artikel 3.1.6 van het Bro een artikellid ingevoegd (artikel 3.1.6, tweede lid, nieuw), op grond waarvan overheden nieuw te realiseren stedelijke ontwikkelingen standaard dienen te motiveren met behulp van een drietal opeenvolgende stappen. De stappen schrijven geen vooraf bepaald resultaat voor, omdat het optimale resultaat moet worden beoordeeld door het bevoegd gezag dat de regionale en lokale omstandigheden kent en de verantwoordelijkheid draagt voor de ruimtelijke afweging met betrekking tot die ontwikkeling.

In de toelichting bij het ruimtelijke besluit wordt het bieden van ruimte voor een nieuwe stedelijke ontwikkeling standaard met een aantal stappen gemotiveerd.

Bovenstaande verplichting geldt ook voor een provinciale verordening die een locatie voor stedelijke ontwikkeling aanwijst.