Omgevingsvergunning, deelvergunning en fasering
De Wabo biedt verschillende mogelijkheden om de omgevingsvergunning voor een project te verkrijgen:
- Eén omgevingsvergunning voor alle activiteiten in het project
Alle activiteiten staan in één aanvraag. Er volgt één procedure en na het verlenen van de vergunning mag de aanvrager het project realiseren. - Meerdere (deel)vergunningen voor activiteiten die de aanvrager los van elkaar heeft aangevraagd
In deze situatie vraagt de initiatiefnemer voor één project meerdere omgevingsvergunningen aan. Er volgt per aanvraag een procedure. Na het verkrijgen van de vergunning kan de initiatiefnemer dat deel van het project realiseren. Hierdoor kan het gebeuren dat de initiatiefnemer het uiteindelijke doel van het totale project niet kan bereiken, omdat het bevoegd gezag een latere vergunning niet kan verlenen. - Een omgevingsvergunning in twee fasen
De initiatiefnemer splitst de aanvraag in twee delen. Over het algemeen gaat de eerste fase van de aanvraag over de meer ruimtelijke activiteiten. Denk bijvoorbeeld aan afwijken van de planologisch vastgelegde situatie, aanlegactiviteiten en sloopactiviteiten. De tweede fase zal dan gericht zijn op bijvoorbeeld bouwen of milieu. Een andere verdeling van de activiteiten over de twee fasen is natuurlijk ook mogelijk. Bij fasering zijn er twee procedures, één voor elke fase. Na het verlenen van de vergunning voor beide fasen kan de initiatiefnemer het project realiseren.
Er is wel een voorwaarde verbonden aan de mogelijkheden voor het aanvragen van deelvergunningen. De initiatiefnemer mag onlosmakelijk verbonden activiteiten niet gescheiden van elkaar in deelvergunningen aanvragen. Het aanvragen van onlosmakelijke activiteiten in twee verschillende fasen is wel mogelijk.
Er is sprake van onlosmakelijkheid als één feitelijke handeling onder meerdere vergunningplichten als bedoeld in artikel 2.1 of 2.1 Wabo valt. In een aantal gevallen heeft de wetgever zelf aangegeven dat er sprake is van onlosmakelijkheid. Dit speelt bij een aanvraag voor de activiteit bouwen of voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden (de aanlegvergunning) die strijdig is met de geldende planologische regels. Deze aanvragen zijn van rechtswege ook een aanvraag om van die planologische regels af te wijken (artikel 2.10, lid 2, art. 2.11, lid 2 Wabo).
In andere gevallen moet het bevoegd gezag bij het beoordelen van een aanvraag bepalen of er sprake is van onlosmakelijke activiteiten. Denk bijvoorbeeld aan het verbouwen van een beschermd monument. Of het oprichten of veranderen van een inrichting op een locatie waar het bestemmingsplan dit niet toestaat.
Als de onlosmakelijkheid komt door een strijdigheid met planologische regels, is het mogelijk om deze toestemming eerst apart in een deelvergunning aan te vragen (art. 2.7, lid 1 Wabo). De verleende omgevingsvergunning voor het afwijken van de planologische regels vormt dan mede het toetsingskader voor de aanvraag van de andere activiteit.