Stappenplan

Stappenplan acties bevoegd gezag in kader van toepassing titel 17.2 Wm

Inleiding

Dit stappenplan geeft logisch en stapsgewijs de handelingen aan die u als bevoegd gezag in het kader van titel 17.2 van de Wm moet verrichten. De volgorde van de stappen is niet verplicht. Soms kan het praktischer zijn om een andere volgorde aan te houden. Stap 11 (melding van de milieuschade) kan ook aan de orde zijn tijdens stap 3 tot en met 10.

U bent als bevoegd gezag verplicht de voorschriften van titel 17.2 Wm toe te passen als deze van toepassing zijn. De gebruikelijke handhavingbevoegdheden en andere bevoegdheden mag u alleen hiernaast toepassen voor zover er geen strijd ontstaat met titel 17.2 Wm (Artikel 17.9 lid 7 Wm). In hoofdstuk 7 kunt u meer lezen over (bestuursrechtelijke en strafrechtelijke) handhaving.

Dit stappenplan geeft de stappen aan die u als bevoegd gezag moet zetten. Maar ook degene die de activiteit verricht waardoor de (onmiddellijke dreiging van) milieuschade ontstaat (verder: de veroorzaker), moet in actie komen: informatie geven, acties om schade te voorkomen, acties om schade te beperken en acties om schade te herstellen.

De indeling van dit stappenplan is als volgt:

I. Constatering van (dreiging van) milieuschade

Stap 1: Juiste bevoegde gezag en coördinatie
Nadat de (dreiging van) de milieuschade is geconstateerd of gemeld, moet u eerst vaststellen wie bevoegd gezag is op grond van titel 17.2 Wm. Als u het bevoegd gezag bent, moet u alle mogelijk betrokken bestuursorganen onmiddellijk informeren over de situatie. Het is mogelijk dat niet alleen u bevoegd gezag bent, maar ook één of meer andere bestuursorganen bevoegd gezag zijn; in dat geval moeten de verschillende bestuursorganen met elkaar afspreken wie zich met de coördinatie belast.

Stap 2: Informatieverwerving
Vervolgens moet u informatie verzamelen over de aard, de omvang en de veroorzaker van de milieuschade. Ook deze informatie moet u actief delen met mogelijk betrokken bestuursorganen.

Stap 3: Titel 17.2 Wm van toepassing?
Dan moet u beoordelen of de schade werkelijk binnen de werkingssfeer van titel 17.2 Wm valt. U kunt daarvoor gebruikmaken van de applicatie "Is titel 17.2 Wm van toepassing"

Stap 4: Beschikking op verzoek treffen maatregelen
Als een verzoek tot het nemen van maatregelen bij u is binnengekomen, moet u hierover een besluit nemen.
Als de milieuschade werkelijk binnen titel 17.2 Wm valt én u bent het bevoegd gezag - of in geval van coördinatie het bevoegd gezag dat actie moet ondernemen - ga dan verder met stap II.

II. Maatregelen om milieuschade te voorkomen en te beperken

Stap 5: Verificatie reeds getroffen maatregelen
U moet verifiëren welke maatregelen reeds zijn genomen.

Stap 6: Nemen verdere maatregelen om schade te voorkomen of te beperken
Vervolgens moet u verdere maatregelen ter voorkoming en beperking van de milieuschade opleggen aan de veroorzaker en/of kunt u zelf maatregelen nemen.

Stap 7: Informatieplicht bevoegd gezag
U moet bepaalde instanties informeren over de situatie voorzover u dat nog niet hebt gedaan.
NB: U kunt als bevoegd gezag op elk moment zelf maatregelen nemen om de milieuschade te voorkomen en te beperken, als dat nodig is. U hoeft dit niet af te laten hangen van de vraag of en welke maatregelen de veroorzaker neemt.

III. Herstelmaatregelen

Stap 8: Instemming met voorgestelde maatregelen
U moet beoordelen of de herstelmaatregelen die de veroorzaker voorstelt, goed zijn.

Stap 9: Zelf nemen herstelmaatregelen
U moet beslissen of u zelf herstelmaatregelen neemt, bijvoorbeeld als u niet kunt vaststellen wie de veroorzaker is.
NB: U kunt als bevoegd gezag op elk moment zelf herstelmaatregelen nemen, als dat nodig is. U hoeft dit niet af te laten hangen van de vraag of en welke maatregelen de veroorzaker neemt.

IV. Kostenverhaal

Stap 10: Kostenverhaal
U moet de kosten van de maatregelen verhalen op de veroorzaker (inclusief bijkomende kosten).

V. Melding en registratie Begrippen

Stap 11: Verslag uitbrengen
U moet elk geval van milieuschade en aansprakelijkheid melden aan de minister van I&M en daarbij bepaalde gegevens verstrekken.

De stappen worden hieronder verder uitgewerkt.

Stap 1: Juiste bevoegd gezag en coördinatie

(Artikel 17.9 lid 5 en 17.15 lid 2 Wm)

Juiste bevoegde gezag
Verifieer of u het juiste bevoegd gezag bent voor titel 17.2 Wm voor het geval titel 17.2 Wm van toepassing zou zijn (in hoofdstuk 6 vindt u meer informatie hierover). Bent u dat niet, dan moet u alle binnengekregen informatie doorzenden naar het juiste bevoegd gezag (artikel 2:3 lid 1 Awb). Als u de informatie heeft binnengekregen via een melding of verzoek om maatregelen, dan moet u doorgeven aan de melder of verzoeker dat u de informatie heeft doorgestuurd.

Coördinatie
Wanneer meer dan één bestuursorgaan als bevoegd gezag is aangewezen, of aan een ander bestuursorgaan relevante bevoegdheden zijn toegekend, dan moeten alle bevoegde bestuursorganen tijdig overleg voeren voor een goede afstemming van besluiten of maatregelen. De bevoegde bestuursorganen stemmen onderling af welk orgaan zich met de coördinatie belast (Artikel 17.9 lid 5 Wm). Het bevoegd gezag dat met de coördinatie is belast, neemt de regie op zich van alle activiteiten krachtens titel 17.2 Wm. Als de bevoegde instanties niet uit de taakverdeling komen, zoeken zij gezamenlijk actief naar een oplossing, bijvoorbeeld door bemiddeling van een ander bestuursorgaan (zoals de Commissaris van de Koningin). Als zij niet tijdig een oplossing vinden, kan de minister van I&M aanwijzen wie wat moet doen (Artikel 17.15 lid 2 Wm).

Als de bevoegde instanties door een slechte coördinatie onderling tegenstrijdige beslissingen nemen, lopen ze het risico van bezwaar- en beroepsprocedures en schadeclaims.

Het bevoegd gezag kan ook altijd zelf de coördinatie of andere punten onder de aandacht van de minister van I&M brengen.

Zie hoofdstuk 6 voor een uitgebreide bespreking van het begrip bevoegd gezag en van coördinatie

Stap 2: Informatieverwerving

(Artikelen 17.10 lid 1, 17.12 lid 2, 17.13 lid 2 en 17.14 lid 1 Wm)

Informatieverwerving na melding door de veroorzaker
Wanneer de veroorzaker constateert dat er sprake is van (dreiging van) milieuschade, moet hij zo spoedig mogelijk het bevoegd gezag hiervan op de hoogte stellen en informeren over alle relevante aspecten van de situatie. Hij moet in ieder geval de volgende gegevens overleggen (Artikel 17.12 lid 2 en 17.13 lid 2 Wm):

  1. de oorzaken van het voorval en de omstandigheden waaronder het voorval zich heeft voorgedaan;
  2. de stoffen die zijn vrijgekomen door het voorval, en hun eigenschappen;
  3. andere gegevens die van belang zijn om de aard en de ernst van de gevolgen voor het milieu van het voorval te kunnen beoordelen;
  4. de maatregelen die zijn genomen of worden overwogen om de gevolgen van het voorval te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken;
  5. de maatregelen die worden overwogen om te voorkomen dat zo’n voorval zich opnieuw voordoet.

U als bevoegd gezag verifieert of al deze gegevens zijn verstrekt en volledig zijn. Als dit niet het geval is, kunt u de veroorzaker verplichten informatie of aanvullende gegevens te verstrekken. Ook moet u vaststellen wat de omvang van de milieuschade is (Artikel 17.10 lid 1 onder a en b en artikel 17.14 lid 1 Wm).

Informatieverwerving in overige gevallen
Als u de (dreiging van) milieuschade ambtshalve constateert, als een verzoek van een derde om maatregelen te nemen wordt gehonoreerd, of als de minister van I&M een vordering doet om een bepaalde actie te ondernemen, neemt u als bevoegd gezag de volgende acties:

  1. U stelt vast wat de omvang van de milieuschade is en zo mogelijk wie de veroorzaker is (Artikel 17.14 lid 1 Wm).
  2. U kunt de veroorzaker verplichten informatie of aanvullende gegevens te verstrekken (Artikel 17.10 lid 1 onder a en b Wm).

Nadat deze informatie binnen is wordt voor het eerst het meldingsformulier ingevuld door het bevoegd gezag. Wanneer er op grond van titel 17.2 meerdere bevoegde instanties zijn, ligt het voor de hand dat het coördinerend bevoegd gezag dit doet. Zie hiervoor verder stap 11. Verwacht wordt dat het bevoegd gezag het meldingsformulier aanvult zodra er nieuwe gegevens bekend zijn, en dat het bevoegd gezag het meldingsformulier tenminste eenmaal per jaar, vóór 1 februari actualiseert. Stap 11 kan dus ook aan de orde zijn tijdens stap 3 tot en met 10. Hiermee wordt voldoende uitvoering gegeven aan de verplichting voor het bevoegd gezag om bepaalde gegevens aan de minister van I&M te verschaffen (artikel 17.18 Wm).

Stap 3: Titel 17.2 van toepassing?

Verifieer aan de hand van de applicatie "Is titel 17.2 Wm van toepassing?" of titel 17.2 Wm van toepassing is. U vindt meer achtergrondinformatie in hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2.

Zo nee: dan wordt de melding van (onmiddellijke dreiging van) milieuschade afgehandeld op basis van andere regelgeving. Zie hierover hoofdstuk 8.

Zo ja: ga door met stap 4.

Stap 4: Beschikking op verzoek tot treffen maatregelen

(Artikelen 17.15 lid 1 en 17.9 lid 6 Wm)

Beschikking nemen op verzoek
Belanghebbenden en de instanties, bedoeld in artikel 17.2, derde lid Wm, kunnen u als bevoegd gezag verzoeken om de veroorzaker te verplichten om maatregelen te treffen (Artikel 17.15 lid 1 Wm). Als zo’n verzoek bij u is binnengekomen, moet u een gemotiveerde beschikking hierop geven. Als er niet genoeg gegevens zijn aangeleverd, kunt u het verzoek buiten behandeling laten na de verzoeker in de gelenheid te hebben gesteld de gegevens alsnog aan te leveren (Artikel 4:5 Awb).

De uitkomst is dus ofwel dat u in een beschikking maatregelen eist van de veroorzaker, ofwel dat u het verzoek van de derde afwijst (en dan dus geen maatregelen eist).

Welke procedure u moet volgen leest u in hoofdstuk 3.

Gecoördineerde beschikking nemen bij meerdere bevoegde instanties
Als meer dan één bestuursorgaan als bevoegd gezag is aangewezen, moeten de bevoegde instanties een verzoek gecoördineerd behandelen (Artikel 17.9 lid 6 Wm). Bij de beslissing op zo’n verzoek moeten zij rekening houden met de onderlinge samenhang tussen de beschikkingen.

Stap 5: Verificatie reeds getroffen maatregelen

(Artikelen 17.12 lid 1 en 2 en 17.13 lid 1 Wm)

Verificatie
Zowel bij dreigende milieuschade als bij milieuschade die zich reeds heeft voorgedaan, heeft de veroorzaker de plicht om maatregelen te treffen. U als bevoegd gezag zal zo snel mogelijk moeten inventariseren welke maatregelen reeds zijn getroffen en of de veroorzaker zich aan zijn wettelijke plichten heeft gehouden. Deze plichten staan hieronder, uitgesplitst naar de situatie waarin de milieuschade zich reeds heeft voorgedaan en de situatie waarin dit nog niet het geval is.

Milieuschade heeft zich nog niet voorgedaan:
De veroorzaker moet onmiddellijk de nodige preventieve maatregelen nemen om de milieuschade te voorkomen of tot een minimum te beperken. Wanneer de dreiging van milieuschade ondanks deze maatregelen voortduurt, moet de veroorzaker aanvullende informatie verstrekken conform stap 2 (Artikel 17.12 lid 1 en 2 Wm).

Milieuschade heeft zich reeds voorgedaan:
De veroorzaker moet elke haalbare maatregel nemen om verontreinigende stoffen of andere schadefactoren onmiddellijk onder controle te houden, in te perken, te verwijderen of op een andere manier te beheersen. Verdere milieuschade en negatieve effecten op de menselijke gezondheid of verdere aantasting van functies moeten worden beperkt of voorkomen (Artikel 17.13 lid 1 Wm). Dit zijn dus maatregelen om verdere milieuschade zoveel mogelijk te voorkomen, niet te verwarren met herstelmaatregelen.

Stap 6: Nemen verdere maatregelen om milieuschade te voorkomen of te beperken

(Artikelen 17.10, 17.12 lid 4, 5 en 6, 17.13 lid 5, 17.14 lid 2 en 5 Wm)

Maatregelen nemen of voorschrijven
Nadat bekend is geworden welke maatregelen al zijn genomen, verplicht u als bevoegd gezag de veroorzaker (als hij bekend is) onmiddellijk de nodige maatregelen te treffen om de milieuschade te voorkomen of in te perken. U kunt hierbij concrete instructies geven. De veroorzaker heeft op grond van artikel 17.12 lid 1 Wm ook al de plicht om onmiddellijk de nodige preventieve maatregelen te treffen, dus de verplichting van het bevoegd gezag kan worden gezien als een aanvulling op/invulling van de verplichting van de veroorzaker.

U kunt ook op elk moment zelf maatregelen nemen -los van de vraag of de veroorzaker maatregelen neemt- en de kosten later verhalen. U hoeft hiervoor geen speciale reden aan te voeren. Te denken valt bijvoorbeeld aan gevallen waarin de veroorzaker de maatregelen niet naar genoegen of helemaal niet uitvoert of gevallen waarin er dusdanig veel tijdsdruk is dat het bevoegd gezag liever geen risico’s neemt door de verantwoordelijkheid bij de veroorzaker te laten. In tegenstelling tot handhavingsituaties hoeft er hierbij geen termijn te worden gesteld waarbinnen de betrokkene alsnog zelf de maatregelen kan nemen. Wel dient u het zelf treffen van maatregelen altijd te verantwoorden in een beschikking. Zie stap 9.

Als u niet kunt vaststellen wie de veroorzaker is, moet u in een beschikking beslissen of u zelf maatregelen treft (Artikel 17.10 lid 2 en 17.14 lid 2 Wm).

Prioriteren
Als zich meerdere gevallen van milieuschade tegelijk hebben voorgedaan en de nodige herstelmaatregelen niet gelijktijdig kunnen worden getroffen, beslist u als bevoegd gezag welke schade het eerst wordt hersteld (Artikel 17.14 lid 4 Wm). Wanneer meerdere bestuursorganen als bevoegd gezag zijn aangewezen, moeten zij deze beslissing gecoördineerd nemen.

Gedogen
De rechthebbende van het perceel waar de activiteit wordt verricht of de (dreiging van) milieuschade zich voordoet, is verplicht te gedogen dat preventieve of herstelmaatregelen op zijn terrein worden getroffen (Artikel 17.11 Wm). Dit kan dus ook iemand zijn die met het veroorzaken van de milieuschade niets te maken heeft. Hij kan hiervoor overigens wel een schadevergoeding krijgen.

Welke procedure u moet volgen, leest u in hoofdstuk 3.

Stap 7: Informatieplicht bevoegd gezag

(Artikelen 17.12, lid 3, 17.13, lid 3 en 17.14, lid 1 Wm)

U moet onverwijld de instanties bedoeld in artikel 17.2, derde lid, informeren over alle relevante aspecten van de situatie. Bij reeds ontstane milieuschade die zich voordoet of kan voordoen buiten de grenzen van Nederland, moet u de minister van I&M informeren (artikel 17.13 lid 3).

Stap 8: Instemming met voorgestelde herstelmaatregelen

(Artikelen 17.9 lid 6, 17.10 lid 2, 17.11, 17.12 lid 5 en 6 en 17.14 lid 3, lid 4)

Herstelmaatregelen nemen of voorschrijven
Wanneer er milieuschade is ontstaan, moet de veroorzaker in overeenstemming met bijlage II van de EG-richtlijn milieuaansprakelijkheid potentiële herstelmaatregelen vaststellen en die aan u voorleggen (Artikel 17.13 lid 6 Wm). Ga naar stap 9 als u niet kunt vaststellen wie de activiteit heeft verricht. Ga naar stap 10 als u zelf al alle nodige maatregelen heeft getroffen.

U als bevoegd gezag beslist welke van de voorgestelde herstelmaatregelen moeten worden getroffen. U kunt van de betrokkene verlangen dat hij een beoordeling van de omvang van de milieuschade verstrekt (Artikel 17.14 lid 3 Wm).

Wanneer de veroorzaker de maatregelen niet uitvoert, dan neemt u zelf maatregelen (Artikel 17.10 lid 2 Wm) en verhaalt u de kosten later. Ook kunt u de veroorzaker tot het treffen van deze maatregelen verplichten en de uitvoering van deze verplichting afdwingen via een last onder dwangsom.

U kunt ook op elk moment zelf herstelmaatregelen nemen, los van de vraag of de veroorzaker maatregelen neemt. U hoeft hiervoor geen speciale reden aan te voeren. In tegenstelling tot handhavingsituaties hoeft er hierbij geen termijn te worden gesteld waarbinnen de betrokkene alsnog zelf de maatregelen kan nemen. Wel dient u het zelf treffen van maatregelen altijd te verantwoorden in een beschikking. Zie stap 9.

Prioriteren
Als zich meerdere gevallen van milieuschade tegelijk hebben voorgedaan en de nodige herstelmaatregelen niet gelijktijdig kunnen worden getroffen, beslist u als bevoegd gezag welke schade het eerst wordt hersteld (Artikel 17.14 lid 4 Wm). Wanneer meerdere bestuursorganen als bevoegd gezag zijn aangewezen, moeten zij deze beslissing gecoördineerd nemen.

Gecoördineerd handelen bij meerdere bevoegde instanties
Is meer dan één bestuursorgaan als bevoegd gezag aangewezen, dan moeten zij een verzoek tot instemming met voorgestelde herstelmaatregelen gecoördineerd behandelen (Artikel 17.9 lid 6 Wm). Bij de beslissing op zo’n verzoek moeten zij rekening houden met de onderlinge samenhang tussen de beschikkingen.

Gedogen
De rechthebbende van het perceel waar de activiteit wordt verricht of de (dreiging van) milieuschade zich voordoet, is verplicht te gedogen dat preventieve of herstelmaatregelen op zijn terrein worden getroffen (Artikel 17.11 Wm). Dit kan dus ook iemand zijn die met de milieuschade niets te maken heeft. Overigens zal hij hiervoor een schadevergoeding kunnen krijgen.

Welke procedure u moet volgen, leest u in hoofdstuk 3.

Stap 9: Zelf herstelmaatregelen nemen door bevoegd gezag als de veroorzaker niet bekend is

(Artikelen 17.10 lid 2 en 6, artikel 17.11 en 17.14 lid 2 en 4 Wm)

Zelf maatregelen nemen
Als u niet kunt vaststellen wie de veroorzaker is moet u in een gemotiveerde beschikking beslissen of u wel of niet zelf maatregelen neemt (Artikel 17.14 lid 2 Wm) en zo ja, welke maatregelen dit zijn. U kunt ook zelf op elk moment maatregelen nemen, dus ook als de veroorzaker wel bekend is.

U mag elke haalbare maatregel nemen om de verontreinigende stoffen of andere schadefactoren onmiddellijk onder controle te houden, in te perken, te verwijderen of op een andere manier te beheersen (Artikel 17.10 lid 2 Wm). Het doel is om verdere milieuschade en negatieve effecten op de menselijke gezondheid of verdere aantasting van functies te beperken of te voorkomen. U kunt ook de nodige preventieve of herstelmaatregelen treffen of de uitvoering daarvan opdragen aan derden.

Prioriteit stellen
Als zich meerdere gevallen van milieuschade hebben voorgedaan en de nodige herstelmaatregelen niet gelijktijdig kunnen worden getroffen, beslist u als bevoegd gezag welke milieuschade het eerst wordt hersteld (Artikel 17.14 lid 4 Wm).

Gedogen
De rechthebbende van het perceel waar de activiteit wordt verricht of de (dreiging van) milieuschade zich voordoet, is verplicht te gedogen dat preventieve of herstelmaatregelen op zijn terrein worden getroffen (Artikel 17.11 Wm). Dit kan dus ook iemand zijn die met het veroorzaken van de milieuschade niets te maken heeft.

Welke procedure u moet volgen leest u in hoofdstuk 3.

Stap 10: Kostenverhaal

(Artikel 17.16 en 17.17 Wm)

Kostenverhaal is uitgangspunt
Wanneer u als bevoegd gezag zelf maatregelen treft of laat treffen door een derde, bent u verplicht om de kosten te verhalen op de veroorzaker (Artikel 17.16 Wm, zie echter hieronder voor uitzonderingen). Als de veroorzaker niet bekend is, is kostenverhaal niet aan de orde.

U moet de hoogte van de verschuldigde kosten bij beschikking vaststellen. Met kosten worden niet alleen bedoeld de kosten van de maatregelen zelf, maar ook alle bijkomende kosten zoals administratieve en juridische kosten en een eventuele schadevergoeding in verband met de duldplicht van de rechthebbende van de grond. Als meerdere bevoegde instanties bij hetzelfde schadegeval zijn betrokken, ligt het in de rede om ook bij kostenverhaal elkaar te informeren en de milieuschade gecoördineerd te verhalen (of te bundelen in één beschikking).

Uitzonderingen
Uitzondering 1: U bent verplicht af te zien van het verhaal van de kosten van preventieve maatregelen en herstelmaatregelen als de veroorzaker, bewijst dat de (dreiging van) milieuschade:

  1. is veroorzaakt door een derde ondanks passende veiligheidsmaatregelen óf
  2. het gevolg was van de opvolging van een dwingende opdracht of instructie van een bestuursorgaan, tenzij dit een opdracht of instructie was die aan hem was gegeven naar aanleiding van een emissie of gebeurtenis die door hemzelf was veroorzaakt.

Uitzondering 2: U kunt afzien van het verhalen van de kosten als de verhaalkosten groter zijn dan het terug te vorderen bedrag.

Uitzondering 3: Alleen voor herstelmaatregelen kunt u geheel of gedeeltelijk afzien van kostenverhaal op grond van de redelijkheidstoets als de kosten redelijkerwijze niet (geheel) ten laste van de veroorzaker horen te komen. Er moet dan wel aan twee voorwaarden zijn voldaan: de veroorzaker moet 1) bewijzen dat hij niet in gebreke of nalatig is geweest, én hij moet 2) met succes een beroep hebben op het "vergunningenverweer"of het "state of the art-verweer".

  • Het vergunningenverweer houdt in dat de milieuschade is veroorzaakt door een activiteit, emissie of gebeurtenis, die destijds uitdrukkelijk was toegestaan op grond van en geheel in overeenstemming wasmet de aan een vergunning verbonden voorschriften.
  • Het state of the art-verweer houdt in dat degene die de activiteit verricht zich beroept op het feit dat de milieuschade destijds op grond van de stand van de wetenschappelijke en technologische kennis niet als schadelijk werd beschouwd.

Verjaring bevoegdheid kostenverhaal
De bevoegdheid tot kostenverhaal verjaart door verloop van een periode van vijf jaar na de dag waarop de preventieve en herstelmaatregelen geheel zijn voltooid (Artikel 17.17 Wm). Als de veroorzaker pas na de datum waarop de maatregelen zijn voltooid is geïdentificeerd, dan begint de periode van vijf jaar te lopen vanaf het moment van identificatie. U moet dus deze termijn bewaken en tijdig een verhaalsactie opstarten.

Zie voor een meer uitgebreide bespreking van kostenverhaal hoofdstuk 4.

Welke procedure u moet volgen, leest u in hoofdstuk 3.

Stap 11: Verslag uitbrengen

(Artikel 17.9 lid 7, 17.15 lid 2 en 17.18 Wm)

Verplichtingen
U moet bepaalde gegevens en informatie over elk geval van milieuschade en aansprakelijkheid krachtens titel 17.2 Wm overleggen aan de minister van I&M (Artikel 17.18 Wm). Maakt u hierbij gebruik van het meldingsformat. Vul zo spoedig mogelijk het meldingsformulier in nadat de eerste informatie binnen is. Aangeraden wordt om het meldingsformulier aan te vullen zodra er nieuwe gegevens bekend zijn en tenminste eenmaal per jaar, vóór 2 februari van nieuwe informatie te voorzien. Stap 11 kan dus ook aan de orde zijn tijdens stap 3 tot en met 10.

Coördinatie
Indien meerdere instanties bevoegd zijn voor hetzelfde geval van milieuschade, ligt het voor de hand dat de melding wordt gedaan door de instantie die de coördinatierol vervult.

Vordering minister van I&M
Als de minister van I&M heeft gevorderd dat het bevoegd gezag bepaalde maatregelen uit titel 17.2 moest nemen, dan moet u schriftelijk mededeling doen van de wijze waarop gevolg is gegeven aan deze vordering (Artikel 17.15 lid 2 en 18.8a lid 2 Wm).

Meer over de inhoud van de melding leest u in hoofdstuk 5.

Handhaving
Op grond van artikel 18.2i Wm bent u als bevoegd gezag verplicht zorg te dragen voor handhaving van de verplichtingen bij of krachtens titel 17.2 Wm. Als sprake is van een overtreding, kunt u bijvoorbeeld een last onder dwangsom opleggen. Bijvoorbeeld als de veroorzaker geen informatie verstrekt terwijl u hem wel daarom hebt verzocht. U bent als bevoegd gezag verplicht de voorschriften van titel 17.2 Wm toe te passen als deze van toepassing zijn. De gebruikelijke handhavingbevoegdheden en andere bevoegdheden mag u alleen hiernaast toepassen voor zover er geen strijd ontstaat met titel 17.2 Wm (artikel 17.9 lid 7 Wm). In hoofdstuk 7 kunt u meer lezen over (bestuursrechtelijke en strafrechtelijke) handhaving.

De instanties bedoeld in artikel 17.2, derde lid Wm

De bestuursorganen en overheidsdiensten, bedoeld in artikel 17.2, derde lid Wm zijn:

  • de burgemeesters van de betrokken gemeenten;
  • de inspecteur;
  • de voorzitters van de betrokken veiligheidsregio’s in de gevallen dat de gevolgen van het voorval zich voordoen dan wel kunnen voordoen buiten de grenzen van de gemeente waar de inrichting geheel of in hoofdzaak is gelegen;
  • gedeputeerde staten van de betrokken provincie in de gevallen dat het voorval verontreiniging of aantasting van de bodem tot gevolg heeft;
  • andere bestuursorganen of overheidsdiensten, die direct belang hebben bij een onverwijlde mededeling. Er kan hier geen uitputtende inventarisatie worden opgesteld van deze instanties, maar te denken valt bijvoorbeeld aan de inspecteur, de AID, de waterschappen, de waterkwaliteitsbeheerder en de beheerder van natuurgebieden.

Zo spoedig mogelijk

Over de term "zo spoedig mogelijk" in relatie tot titel 17.1 Wm (niet te verwarren met titel 17.2 Wm) bestaat enige jurisprudentie:

  • ABRvS 25 oktober 2006, nr. 200603135/1: deze uitspraak betrof een geval waarin het bewuste bedrijf niet meteen het bevoegd gezag had gebeld en de overtreding werd afgeleid uit het feit dat het wel de tijd had om brandweer en politie te bellen.
  • ABRvS 12 juli 2006, nr. 200507336/1; Het bevoegd gezag mag de term zo spoedig mogelijk uit art. 17.2 Wm niet in de vergunning nader invullen.