Afvalwater in hoofdstuk 10 Wet milieubeheer

De wettelijke basis om lozingen in het riool te reguleren is de Wet milieubeheer (Wm) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Voor lozingen op het riool vanuit bedrijven, inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer, is hoofdstuk 8 de basis, met hoofdstuk 2 van de Wabo. Op basis van hoofdstuk 8 zijn voor veel bedrijven algemene regels gesteld in het activiteitenbesluit. Voor andere bedrijven is de lozing geregeld in de omgevingsvergunning.

Lozingen van afvalwater die niet vanuit inrichtingen plaatsvinden worden geregeld op basis van hoofdstuk 10 van de Wm. In titel 10.5 staat: 'Het zich ontdoen, de inzameling en het transport van afvalwater'. Ook hier zijn voor vele lozingen algemene regels gesteld.

Voorkeursvolgorde voor afvalwater

In artikel 10.29a Wm staat de voorkeursvolgorde van afvalwater. Kort samengevat is het belangrijk dat men het ontstaan van afvalwater beperkt of het voorkomt. Als afvalwater toch ontstaat moet men het zo min mogelijk verontreinigen. Afvalwaterstromen moet men daarom gescheiden houden. Behalve als door het samenvoegen van de stromen de verwerking geen probleem ondervindt.

De overheid moet de mogelijkheid bieden om huishoudelijk afvalwater en daarop gelijkend afvalwater naar een zuivering af te voeren. Ander afvalwater:

  • moet worden hergebruikt
  • na plaatselijke zuivering in het milieu worden gebracht
  • naar een zuivering worden gebracht.

Lees verder over de speciale pagina over de voorkeursvolgorde.

De voorkeursvolgorde is ook toegepast bij het opstellen van de algemene maatregelen van bestuur (AMvB's). Deze algemene regels maken het mogelijk om zonder vergunning of ontheffing afvalwater te lozen.  Deze lozingen zijn nu geregeld in verschillende besluiten:

Dit zijn ook de besluiten waar Artikel 10.32 Wm op doelt. Deze besluiten bestrijken qua werkingssfeer alle lozingen op het vuilwaterriool en andere rioolstelsels.