Lozen bij schoonmaken van drinkwaterleidingen

In het Activiteitenbesluit en het Besluit lozingen buiten inrichtingen zijn lozingen opgenomen ten gevolge van het schoonmaken drinkwaterleidingen. Deze activiteit is specifiek voor drinkwaterbedrijven omdat het om collectieve leidingnetten gaat. Het gaat om het lozen van water dat vrij komt bij het schoonmaken en in gebruik nemen van de middelen voor het:

  • opslaan
  • transporteren en
  • distribueren van drinkwater of warm tapwater

Vindplaats

De voorschriften voor het lozen van afvalwater dat vrijkomt bij het schoonmaken van drinkwaterleidingen staan in

  • artikel 3.22 van het Besluit lozingen buiten inrichtingen.
  • § 3.1.8, artikel 3.6f van het Activiteitenbesluit.

Bij het schoonmaken van drinkwaterleidingen komt afvalwater vrij. Voor zover daar geen desinfecteermiddelen of andere chemicaliën in zit, bestaat er geen bezwaar tegen de lozing. Het direct terugvoeren van dit water in het milieu geniet de voorkeur. Het lozen op of in de bodem, in een oppervlaktewaterlichaam of in schoonwaterstelsels kent dan geen beperkingen. Belangrijk daarbij: de lozing mag geen wateroverlast veroorzaken.

Voor het lozen van grote hoeveelheden water op het oppervlaktewater kan een Watervergunning nodig zijn in het kader van Keur van het waterschap. Het lozen op rijkswater valt onder artikel 6.5 onder van de Waterwet.

De activiteit is geregeld in hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit. Daarom gelden de voorschriften voor type B- en type C-bedrijven. Een inrichting type B en een inrichting type C moeten de activiteit melden.

Voor deze activiteit gelden binnen en buiten inrichtingen dezelfde regels.

In de praktijk blijken veel van deze lozingen plaats te vinden binnen inrichtingen. Het lozen in oppervlaktewater geniet de voorkeur voor dit afwater. De lozing vanuit inrichtingen was tot 1 januari 2016 vergunningplichtig. Vanaf 1 januari 2016 valt deze activiteit onder de algemene regels van het Activiteitenbesluit. Daardoor vervalt voor deze lozingen de vergunningplicht vanuit de Waterwet. Daarmee geeft men verdere invulling aan het onder algemene regels brengen van lozingen die voor het milieu zowel chemisch als ecologisch weinig relevant zijn.

Toepassingsgebied

Het toepassingsgebied van artikel 3.6f wordt bepaald door het eerste lid. In dit lid worden drinkwaterleidingen beschreven als middelen voor:

  • het opslaan
  • transporteren
  • distribueren

van drinkwater of warm tapwater. Ook het schoonmaken van de aanvoerleiding valt onder dit besluit. Voor de definities wordt verwezen naar artikel 1 van de Drinkwaterwet. Door de verwijzing valt de bereiding van drinkwater buiten het toepassingsgebied van artikel 3.6f. En dus ook het lozen van afvalwater dat vrij komt bij de bereiding van drinkwater.

Vanuit de productiestations wordt het drinkwater via transportleidingen naar het distributienet gepompt. Bij het schoonmaken van drinkwaterleidingen kan onderscheid gemaakt te worden tussen:

  • afvalwater afkomstig uit het transportnet en
  • afvalwater afkomstig uit het distributienet

Het transportnet kenmerkt zich door leidingen met een grote diameter. Deze leidingen transporteren het drinkwater over grote afstanden. Het distributienet verdeelt de hoofdstroom uit het transportnet naar de vele eindgebruikers. Deze leidingen kennen vele vertakkingen en verlopen van grotere naar kleinere diameters.

De hoeveelheid afvalwater die vrijkomt is afhankelijk van het betrokken transport- of distributienet. In grote lijnen zal het schoonmaken van leidingen uit het transportnet lozingen opleveren van 100 m3 of meer. En lozingen van afvalwater afkomstig van distributieleidingen zal daar onder blijven.

Verboden en voorwaarden

Het lozen op het vuilwaterriool staat men alleen toe, als dit niet anders kan. Deze route beïnvloed de werking van een zuiveringtechnisch werk ongunstig. Dit komt door de lozing van een relatief grote hoeveelheid schoon water.

Soms moet men desinfecteermiddelen of andere chemicaliën gebruiken. In die gevallen moet men voor de inzet er van overleggen met het bevoegd gezag. Dit is noodzakelijk om de meest geschikte oplossing voor het lozen van afvalwater te vinden. Het bevoegd gezag kan het dan te lozen afvalwater alleen met maatwerk toestaan. En alleen indien het belang van de bescherming van het milieu zich daartegen niet verzet.

Controle-aspecten

  • Voorkeursvolgorde voor het lozen van afvalwater: wordt de voorkeursroute gevolgd? Lozen in het vuilwaterriool is alleen toegestaan als lozen in de bodem, oppervlaktewater of een hemelwaterriool redelijkerwijs niet mogelijk is.
  • Veroorzaakt de lozing geen wateroverlast?
  • Worden er geen chemicaliën gebruikt?
  • Voor het lozen van grote hoeveelheden water op het oppervlaktewater kan een Watervergunning nodig zijn in het kader van de Keur.