Vaarwegbeheer

Vaarwegbeheer is de zorg van de overheid om scheepvaart mogelijk te maken en te houden, overeenkomstig de aan dat water toegekende vaarwegfunctie. Vaarwegbeheer wordt in de Waterwet beschouwd als een van de onderdelen van het watersysteembeheer.

Normen

Als een water de functie heeft gekregen als vaarweg zijn ook de normen vastgesteld waaraan die vaarweg moet voldoen. Bijvoorbeeld normen voor breedte, diepte en zichtlijnen. Voor zichtlijnen nemen gemeenten of andere overheden in de ruimtelijke plannen de ruimtelijke reservering op (AMvB Ruimte). Dit houdt in dat men bepaalde zones langs vaarwegen vrij houden van opstallen. Zodat schepen tijdens het varen vanuit de stuurhut voldoende zicht behouden om veilig gebruik te kunnen maken van die vaarweg. Die zichtlijnen zijn in ieder geval aan de orde bij de vaarwegen, bedoeld voor de beroepsvaart en de grotere recreatievaart.

Bevoegd gezag

Rijk en provincies leggen gebruiksfuncties van het rijkswater en het regionaal water vast in hun waterplannen. Het rijk doet dit voor de rijkswateren in het Nationaal Waterplan. De provincie voor de regionale wateren in het Regionaal Waterplan. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor het vaarwegbeheer op de rijkswateren en de provincie voor het vaarwegbeheer op de regionale wateren.
Vaarwegbeheer is een onderdeel van het totale watersysteembeheer dat via de Waterwet wordt gereguleerd. De Provincie is belast met dit specifieke onderdeel van het waterbeheer, de vaarwegfunctie.

Wateren in beheer bij Rijk

Bijlage II van het Waterbesluit (op grond van artikel 3.1 Waterwet) wijst de wateren aan die in beheer zijn bij het Rijk.

Wateren in beheer bij provincie

Bij provinciale verordening (vaak het waterschapsreglement) worden overheden aangewezen die belast zijn met het beheer van de overige watersystemen (regionale wateren) of onderdelen daarvan (artikel 3.2 Waterwet). De provincie neemt daarbij artikel 2, tweede lid Waterschapswet in acht (het decentralisatiebeginsel). Dit houdt in: toekenning waterbeheertaken aan het waterschap, tenzij dat niet verenigbaar is met een goede organisatie van de waterstaatkundige verzorging in het betreffende gebied. Dat laatste is aan de orde bij het regionale vaar- en havenbeheer.
De provincie kan het vaarwegbeheer over de regionale wateren zelf (blijven) uitoefenen. De provincie kan ook een waterschap aanwijzen of in geval van havens een gemeente.

Nautisch beheer

Het begrip ‘nautisch beheer’ kent geen definitie in de Nederlandse wetgeving.  Onder nautisch beheer wordt meestal verstaan: de zorg voor de afwikkeling van een veilig en vlot scheepvaartverkeer.


Nautisch beheer is iets wezenlijks anders dan vaarwegbeheer. Het vaarwegbeheer is gebaseerd op de Waterwet. Het nautisch beheer is geheel gebaseerd op de Scheepvaartverkeerswet. Het Nautisch Beheer uit zich dan ook in feitelijk geheel andere handelingen dan het vaarwegbeheer. Het vaarwegbeheer zorgt voor een adequate infrastructuur waarover gevaren wordt (door middel van de instrumenten uit de Waterwet). Het nautisch beheer ziet op de wijze waarop die infrastructuur door het scheepvaartverkeer gebruikt wordt. Bijvoorbeeld door het geven van verkeersaanwijzingen, het aanbrengen of verwijderen van verkeerstekens (‘bebording’) en het handhaven van de verkeersregels voor het scheepvaartverkeer.

Het nautisch beheer (Scheepvaartverkeerswet) wordt verder niet behandeld in het Handboek water.


Zie Rijkswaterstaat