Doelstellingen

In artikel 2.1 Waterwet is het doel van de wet verankerd:

  • voorkomen en waar nodig beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met
  • bescherming en verbeteren van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en
  • vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen.

Hiermee is het kader voor de uitvoering van de wet gegeven.

Dat kader wordt vervolgens aangevuld met meer concrete normen voor waterkeringen, waterkwantiteit, functievervulling en de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen. De normen worden vaak geconcretiseerd in uitvoeringsmaatregelen die zich richten tot de beheerders. Deze moeten hun beleid op deze normen afstemmen.

Wat de vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen betreft, is van belang dat ‘bewoonbaarheid' blijkens de toelichting op artikel 21 van de Grondwet ook bedoeld is in economische zin. Hierbij speelt ook een goede infrastructuur een belangrijke rol, in dit verband de scheepvaartfunctie van veel wateren. Maar ook meer concrete economische belangen zoals water voor bedrijven en water voor landbouw, geven richting aan het beheer. Via toekenning van specifieke functies aan watersystemen worden deze functies concreet gemaakt. Verder is hier ook de drinkwaterfunctie van belang, dat wil zeggen de bestemming van diverse waterlichamen als leverancier van grondstof voor de openbare drinkwatervoorziening. Die drinkwaterfunctie is zo zwaarwegend dat hiertoe in de Drinkwaterwet een specifieke zorgplicht, gericht tot alle bestuursorganen, is opgenomen (art. 2 Drinkwaterwet). Bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden moeten bestuursorganen er rekening mee houden dat de duurzame veiligstelling van de openbare drinkwatervoorziening als een dwingende reden van groot belang geldt.


Zie ook FAQ's Waterwet