Vaststellen van de emissiesituatie van het bedrijf

Het bedrijf levert aan het bevoegd gezag gegevens aan over de stoffen die het bedrijf gebruikt. Ook geeft het bedrijf aan wat de emissiesituatie is en welke stoffen het bedrijf naar de lucht emitteert. Dit is gebruikelijk bij een vooroverleg van de vergunningaanvraag. Het bedrijf maakt daarbij ook gebruik van stofgegevens die in het kader REACH beschikbaar zijn.

Het bedrijf moet informatie overleggen waaruit blijkt :

  • Welke stoffen het bedrijf emitteert
  • Wat de emissieconcentratie en de gereinigde massastroom van de geëmitteerde stoffen is. Als een vracht onder de grensmassastroom blijft, toont het bedrijf dit tijdens de vergunningaanvraag aan.
  • Welke van de geëmitteerde stoffen vallen onder de zeer zorgwekkende stoffen (ZZS)
  • Wat de bestaande situatie van emissiereductie is
  • Welke ontwikkelingen binnen het bedrijf van belang zijn voor de toekomstige emissiesituatie

Het bedrijf moet nagaan of de stoffen die het bedrijf gebruikt, produceert of emitteert aan de criteria en eisen van zeer zorgwekkende stoffen voldoet. Verder geeft het bedrijf aan het bevoegd gezag per emitterende ZZS een overzicht van stofeigenschappen, risico's en risico beperkende maatregelen. Deze gegevens zijn onder meer in het kader van de REACH-registratie beschikbaar of komen dat. Voor stoffen die het bedrijf niet emitteert, maar die wel ontstaan als tussenstof of die het bedrijf gebruikt, kan het bedrijf met een beperktere set stofinformatie volstaan.

Voor zover beschikbaar maakt het bedrijf gebruik van gestandaardiseerde (meet)methoden voor het vaststellen van de emissie. Bepaal in de overige gevallen door overleg tussen het bevoegd gezag en het bedrijf welke methode het bedrijf toepast. Het bedrijf is verantwoordelijk voor de juistheid van de aangeleverde gegevens.