Lozen afvalwater spoelen verpakkingen en fusten

De activiteit omvat het lozen van afvalwater dat ontstaat bij het spoelen van fusten en verpakkingsmateriaal.  De voorschriften zijn alleen van toepassing op spoelen van fusten en verpakkingsmateriaal voor gewassen die ontstaan bij agrarische activiteiten.

De activiteit spoelen van fusten en verpakkingsmateriaal is dan ook onderdeel van de agrarische bedrijfsvoering. Het spoelen van fusten en verpakkingsmateriaal gebeurt voordat de gewassen erin worden afgevoerd.

De voorschriften zijn niet van toepassing op andere vormen van (industrieel) spoelen van fust en verpakkingsmaterialen. Daarvoor geldt de zorgplicht, omdat er geen voorschriften voor zijn.

Vindplaats

Het voorschrift voor het lozen van afvalwater afkomstig van het spoelen van fusten en verpakkingsmateriaal is opgenomen in artikel 3.100 van § 3.5.6 van het Activiteitenbesluit.

Voor deze activiteit heeft men alleen de lozing op het vuilwaterriool en de bodem geregeld. Voor lozingen in een hemelwaterriool moeten initiatiefnemers een maatwerkvoorschrift op basis van Artikel 2.2 Activiteitenbesluit aanvragen.

Voor een lozing in oppervlaktewater is een Waterwetvergunning nodig. De waterkwaliteitsbeheerder is in dat geval bevoegd gezag. Afhankelijk van de keur kan dit met een reguliere vergunning (korte procedure volgens de Algemene wet bestuursrecht).

Afvalwater dat vrij komt bij het spoelen van fusten en verpakkingsmateriaal mag men in het vuilwaterriool lozen. De voorwaarde is dat het gehalte onopgeloste stoffen niet meer bedraagt dan 300 mg/l. Bij een zwaardere vervuiling kan dit betekenen dat men extra maatregelen moet nemen. Men kan bijvoorbeeld een slibvangput plaatsen om aan deze norm te kunnen voldoen.

Het afvalwater mag onder voorwaarden in of op de bodem worden geloosd. De voorwaarde is dat er binnen 40 meter géén vuilwaterriool aanwezig is waarop kan loze. De afstand wordt gemeten vanaf de kadastrale grens langs de kortste lijn waarlangs de afvoerleidingen zonder overwegende bezwaren kunnen worden aangelegd.

De activiteit is geregeld in hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit. Daarom gelden de voorschriften voor type B- en type C-bedrijven. Een inrichting type B en een inrichting type C moeten de activiteit melden.

In de oorspronkelijke tekst van het Activiteitenbesluit is een nota van toelichting (pdf, 38 kB) opgenomen. Sinds het van kracht worden van deze voorschriften per 1 januari 2013, zijn er geen wijzigingen opgetreden.

Verboden en voorwaarden

Het afvalwater afkomstig van het spoelen van fusten en verpakkingsmateriaal mag worden geloosd op:

  • het vuilwaterriool, als het gehalte onopgeloste stoffen niet meer bedraagt dan 300 mg/l.
  • of in de bodem, als binnen 40 meter geen vuilwaterriool aanwezig is waarop kan worden geloosd.

Lozingsnormen voor afvalwater gelden op moment dat afvalwater vrijkomt.  Verdunnen van afvalwater is in strijd met een algemeen beginsel van de Wet milieubeheer artikel 10.29a : het beperken van het gebruik van grondstoffen (in dit geval water).

Voor het verlenen van vergunningen is een instructieregel hiervoor opgenomen in artikel 5.5 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht (BOR).

In de lozingenbesluiten is het verbod tot verdunnen opgenomen in artikel 2.2a van het activiteitenbesluit of 2.3 Besluit lozen buiten inrichtingen. Uit oogpunt van doelmatigheid kan dit aangepast worden, bijvoorbeeld omdat het afvalwater door eenzelfde zuiveringsvoorziening kan worden geleid.

Als een bedrijf een lozingsnorm overschrijdt dan  moet dat bedrijf het productieproces aanpassen of het afvalwater (voor)zuiveren voor een lozing.

De lozingsvoorwaarden voor vuilwaterriool gelden voor het gemeentelijk riool, maar ook voor een particulier stelsel. Daarbij maakt het niet uit of het particuliere stelsel aansluit op het gemeentelijk riool of direct aansluit op een afvalwaterzuiveringsinstallatie (awzi). De lozingsvoorwaarden zijn namelijk bedoeld voor de bescherming van het milieu, de waterzuivering én het rioolstelsel.

Controleaspecten

  1. Wordt afvalwater op het vuilwaterriool geloosd en wordt voldaan aan de lozingseis?
  2. Wordt afvalwater in of op de bodem geloosd? Is binnen 40 meter geen vuilwaterriool aanwezig?
  3. Als er een slibvangput is: onderhoud men deze? Wordt deze bijvoorbeeld regelmatig geleegd?