Gegevens voor land- en tuinbouw bij een melding Activiteitenbesluit

Voor land- en tuinbouwbedrijven zijn specifieke agrarische gegevens nodig bij de melding. De AIM geeft aan welke gegevens nodig zijn. Op deze pagina vindt u deze specifieke agrarische gegevens voor de agrarische branche en ook per milieuthema.

Verder zijn er bepaalde gegevens altijd nodig bij de melding, zoals over de aard en indeling van het bedrijf en adresgegevens.

Specifieke gegevens voor de branche land- en tuinbouw

Voor agrarische bedrijven zijn de volgende specifieke gegevens nodig bij de melding (uiteraard voor zover van toepassing):

Voor het kleinschalig vergisten van alleen dierlijke mest zijn geen aanvullende meldingseisen. Het beoordelen van de risico's voor de leefomgeving vindt plaats op basis van de gegevens die standaard nodig zijn bij de melding.

Per milieuthema

Per milieuthema zijn dit voor de land- en tuinbouw de volgende gegevens (uiteraard voor zover van toepassing):

Hoe aanleveren?

Degene die de melding doet kan de informatie digitaal, via de AIM, of op papier aanleveren.

Het digitale meldingsformulier in de AIM geeft de mogelijkheid om bestanden te uploaden. Daarbij mag een bestand niet groter zijn dan 20 MB. Het bestand mag ook geen andere extensie hebben dan doc, docx, dwf, gif, jpeg, jpg, odt, pdf, ppt, xls, xlsx, ods of tiff.

Aanvullingen kunnen ook buiten de AIM gedaan worden. Bijvoorbeeld per e-mail. De melder en de gemeente kunnen dan over de manier van aanleveren contact met elkaar opnemen.

Toelichting op de benodigde gegevens

Aantallen dieren bij het houden van landbouwhuisdieren

Als in de AIM de activiteit het houden van landbouwhuisdieren is aangevinkt, volgen er vragen over diersoorten en aantallen dieren per diersoort binnen het bedrijf.
Afhankelijk van het aantal dieren per diersoort, zijn de mogelijke uitkomsten:

  • Inrichting type B met kleinschalig dieren houden van dieren;
  • Inrichting type B waar sprake is van intensieve veehouderij;
  • Inrichting type C waar een IPPC-installatie aanwezig is, die betrekking heeft op het aantal dierplaatsen;
  • Inrichting type C waar geen IPPC-installatie aanwezig is;
  • Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets voor de aspecten fijnstof of m.e.r. vanwege de dieren.

Gegevens over huisvestingssystemen landbouwhuisdieren

Benodigde gegevens over het huisvestingssysteem (stalsysteem):

  • Aantallen dieren per diercategorie (met Rav-code) per huisvestingssysteem
  • Beschrijving van het ventilatiesysteem per dierenverblijf

De Rav-code is de categorie uit de bijlage van de Regeling ammoniak en veehouderij.

Deze gegevens zijn niet nodig als er minder dan 10 schapen, 5 paarden, 10 geiten, 25 stuks pluimvee, 25 konijnen of 10 andere landbouwhuisdieren worden gehouden.

Gegevens emissies dierenverblijven

Als de agrariër dierenverblijven heeft waar landbouwhuisdieren met een geuremissiefactor staan, dan zijn de volgende gegevens nodig:

  • De inputgegevens van het verspreidingsmodel V-stacks vergunning;
  • Een plattegrondtekening van de huisvestingssystemen, met daarop de emissiepunten en de ventilatoren met hun diameter;
  • Een doorsnedetekening van de huisvestingssystemen, met daarop de goothoogte, de nokhoogte, de emissiepunten en de ventilatoren.

Deze gegevens zijn niet nodig als er minder dan 10 schapen, 5 paarden, 10 geiten, 25 stuks pluimvee, 25 konijnen of 10 andere landbouwhuisdieren worden gehouden.

Inputgegevens luchtkwaliteitsmodel ISL3a

Agrarische bedrijven met dierenverblijven kunnen - afhankelijk van het aantal landbouwhuisdieren- ‘in betekenende mate' bijdragen aan de concentratie fijnstof in de lucht, of een overschrijding van de grenswaarden voor fijnstof (PM10) veroorzaken.
De AIM bepaalt op basis van het gemelde aantal dieren, of de veehouder de inputgegevens van het luchtkwaliteitsmodel ISL3a als bijlage bij de melding moet voegen.

Gegevens over lozingen bij agrarische activiteiten (binnen en buiten inrichting)

Voor percelen waar de ondernemer gewasbeschermingsmiddelen of meststoffen gebruikt:

  • Kadastrale gegevens van het perceel (sectie en nummer);
  • Gemeente waarin het perceel ligt.

Als er sprake is van waterbehandeling bij agrarische activiteiten, moet de agrariër bij de melding aangeven welke waterbehandeling hij toepast:

  • Zuiveren van water door omgekeerde osmose;
  • Zuiveren van water door ionenwisselaars;
  • Zuiveren van water door het ontijzeren van grondwater.

Gegevens over afvalstoffen van buiten de inrichting

Bij het opslaan, overslaan of verwerken van afvalstoffen die van buiten de inrichting afkomstig zijn, moet het bedrijf de volgende gegevens melden:

  • De afvalstoffen en de activiteiten met afvalstoffen, bedoeld in bijlage 1, onderdeel C, onderdeel 28.10 van het Besluit omgevingsrecht
  • Per handeling en per afvalstof de maximale opslagcapaciteit en de verwerkingscapaciteit per jaar
  • Worden de afvalstoffen door iemand anders dan de inrichtinghouder ingezameld of afgegeven? Dan moet ook een beschrijving van de procedures van acceptatie en controle van afvalstoffen bij de melding worden gevoegd

Bedrijven kunnen dit formulier gebruiken voor het melden van de gegevens over afvalstoffen.

Akoestisch rapport

In de volgende gevallen is een akoestisch onderzoek bij een melding voor het oprichten of veranderen van een inrichting verplicht of kan het bevoegd gezag er om vragen:

Rapport met resultaten bodemonderzoek

Wanneer sprake is van oprichting van een inrichting waar een bodembedreigende activiteit wordt uitgevoerd, is een bodemonderzoek nodig. Wanneer sprake is van verandering van de inrichting kan het bevoegd gezag besluiten dat een bodemonderzoek nodig is.

Als een bodemonderzoek nodig is, moet het bedrijf binnen drie maanden ná het oprichten van de inrichting een rapport met de resultaten van het onderzoek aan het bevoegd gezag toesturen. Bedrijven wordt geadviseerd om over de onderzoeksopzet altijd vooraf contact op te nemen met het bevoegd gezag.

Wanneer een bedrijf al een rapportage van een bodemonderzoek in zijn bezit heeft, kan degene die de melding doet, dit als bijlage bij de melding meezenden. Is de rapportage nog niet beschikbaar, dan kan hij deze later aan het bevoegd gezag toesturen.

Extra bijlagen

De melder kan ook extra bijlagen toevoegen, bijvoorbeeld een bijlage:

  • met een uitgebreide omschrijving van de aard en omvang van de activiteiten of processen binnen het bedrijf
  • met gegevens over bepaalde installaties
  • waarop de bedrijfsriolering met lozingspunten is aangegeven