Vragen en antwoorden
Hier vindt u vragen en antwoorden over voorschriften, maatwerkvoorschriften die bevoegd gezag kan opleggen en het overgangsrecht van het Activiteitenbesluit.
Hier vindt u vragen en antwoorden over voorschriften, maatwerkvoorschriften die bevoegd gezag kan opleggen en het overgangsrecht van het Activiteitenbesluit.
Voor de opslag van vaste mest, die onderdeel is van een inrichting of een zelfstandige mestopslag gelden de eisen uit paragraaf 3.4.5 van het Activiteitenbesluit. Voor een opslag die geen inrichting is geldt alleen artikel 3.49 van het Activiteitenbesluit.
De oppervlakte berekent u door de lengte en breedte van het mestbassin te vermenigvuldigen. De berekening van de inhoud gaat door het oppervlak te vermenigvuldigen met de diepte.
Alle bovengrondse mestbassins (bestaand én nieuw) moeten worden gekeurd volgens BRL 2344.
Voor de aanleg en uitvoering hangt het ervan af wanneer het mestbassin is opgericht.
Dat doet u met de ventilatienormen die gepubliceerd zijn. Het staat niet in het Activiteitenbesluit zelf, hoe dit moet.
Dat is per artikel in die paragrafen aangegeven. Hier vindt u een overzicht van de mogelijkheden.
Ja. Gestopte veehouderijen kunnen opnieuw dieren gaan houden. Ook als ze op te korte afstand liggen, maar dan alleen als ze op 31 december 2012 een vergunning voor het houden van dieren hadden of onder het Besluit landbouw vielen. Wilt u dit voorkomen, dan moet dit via de ruimtelijke ordening.
Dat kan alleen, als het bevoegd gezag beoordeelt dat het gaat om een voortzetting van het eerder gemelde of vergunde bedrijf. Als het gaat om een oprichting, is het overgangsrecht niet van toepassing.
Als er altijd mest wordt opgeslagen moet dit in een afgesloten ruimte met een vloeistofkerende voorziening en genoeg ventilatie.