CO2-criterium voor langere overgangstermijn in glastuinbouw

Een glastuinbouwbedrijf dat per jaar voor bemesting meer dan 36 ton kooldioxide per hectare inkoopt, krijgt tot 1 januari 2019 de tijd om aan de nieuwe emissie-eisen voor bestaande middelgrote stookinstallaties te voldoen.

Bestaande middelgrote stookinstallaties moeten op 1 januari 2017 voldoen aan de emissie-eisen die ook voor nieuwe installaties gelden. Voor bestaande ketels kleiner dan 1 MW gelden de nieuwe eisen pas bij brandervervanging.

Voor glastuinbouwbedrijven kan de overgangstermijn tot 1 januari 2019 lopen. Dit geldt voor bedrijven die hun energieverbruik verminderen door extern CO2 te gebruiken voor bemesting.

Deze verruiming is primair bedoeld voor bedrijven die op een CO2-leiding zijn aangesloten, zoals OCAP. Bedrijven die vloeibare kooldioxide toepassen, mogen ook gebruik maken van de langere overgangstermijn.

Bedrijven en toezichthouders vragen om meer duidelijkheid over dit overgangsrecht in het Activiteitenbesluit. Als nadere invulling hiervan is met LTO Glaskracht Nederland een minimum kooldioxideverbruik van 36 ton per hectare per jaar afgesproken. Bedrijven moeten het externe CO2-verbruik kunnen aantonen om aanspraak te kunnen maken op de overgangstermijn tot 2019. De aanwezigheid van een opslagfaciliteit voor vloeibare kooldioxide is hiervoor onvoldoende.