Overgangsrecht ammoniak Activiteitenbesluit

Het Activiteitenbesluit bevat een bepaling voor de beoordeling van ammoniakemissie van het houden van landbouwhuisdieren in dierenverblijven in situaties, dat er nog geen melding Activiteitenbesluit is.

Dit overgangsrecht is nodig bij bestaande bedrijven: met welke situatie vergelijkt u de eerste melding die binnenkomt onder het Activiteitenbesluit (zoals dat geldt vanaf 1 januari 2013) voor een bedrijf dat voor die tijd al bestond? Dit overgangsrecht staat in artikel 3.114a Activiteitenbesluit.

Dit is dus alleen in de situaties dat er nog géén melding Activiteitenbesluit is. Is er wel een eerdere melding Activiteitenbesluit gedaan, dan is het overgangsrecht niet van toepassing.

Veranderingen

Uitbreidingen in diercategorieën en wijzigingen van het stalsysteem waarbij de ammoniakemissie toeneemt, zijn beperkt mogelijk. Artikel 3.114 lid 1 onder a Activiteitenbesluit geeft aan wat de referentiesituatie is met de woorden: 'de ammoniakemissie die de inrichting voorafgaand aan de uitbreiding zou mogen veroorzaken'.

Om te bepalen wat deze ammoniakemissie is, kijkt u in eerste instantie naar de laatste melding onder het Activiteitenbesluit. Als deze er niet is, voorziet 3.114a Activiteitenbesluit daarin. U vergelijkt de nieuwe melding met het aantal dieren dat mocht worden gehouden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van het van toepassing worden van het Activiteitenbesluit op de inrichting.

  • Bij een bedrijf dat eerst onder het voormalige Besluit landbouw viel en nu onder het Activiteitenbesluit door de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit, kijkt u naar de meest recente melding onder het voormalige Besluit landbouw.
  • Bij een bedrijf dat een omgevingsvergunning milieu had, die door inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit is vervallen, kijkt u naar deze - inmiddels vervallen - omgevingsvergunning milieu.

Oprichten

Het oprichten van nieuwe bedrijven met dierenverblijven binnen een zeer kwetsbaar gebied en de 250 meter-zone mag niet (artikel 3.113 Activiteitenbesluit). Om te bepalen of er 'voorafgaand aan het oprichten geen sprake was van een inrichting waar landbouwhuisdieren werden gehouden' (artikel 3.113 Activiteitenbesluit) is er geen speciaal overgangsrecht. Kijkt u dan naar:

  • Eerdere meldingen onder een voormalige agrarische AMvB of een andere AMvB (zoals het Activiteitenbesluit).
  • Eerdere vergunningen (bijvoorbeeld omgevingsvergunningen milieu of voormalige milieuvergunningen).

Jurisprudentie

ABRvS, 201301868/1/A4, 15 januari 2014, gemeente Dinkelland. Op 1 januari 2013 is door de wijziging van het Activiteitenbesluit de vergunningplicht voor de veehouderij vervallen. De omgevingsvergunning milieu van 3 juli 2013 is vernietigd, maar het bevoegd gezag kan nu geen nieuw besluit op de aanvraag nemen. Het bedrijf heeft namelijk geen omgevingsvergunning milieu meer nodig. De Afdeling zegt: "7.2. Ter voorlichting van partijen overweegt de Afdeling dat de vernietiging van het besluit van 3 juli 2012, voor zover daarbij vergunning is verleend voor het veranderen van een inrichting, tot gevolg heeft dat die vergunning geacht moet worden in juridische zin nooit te hebben bestaan. Dat betekent dat onmiddellijk voorafgaand aan het vervallen van de vergunningplicht als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo op 1 januari 2013, de vergunning van 14 november 2000 de geldende vergunning voor de inrichting was."

ABRvS, 201004062/1/M2, 15 december 2010, Bergen (L), JM 2011/20 met noot Bokelaar. Dit betrof een kinderboerderij binnen 250 meter van zeer kwetsbaar gebied. "2.2.5. Gelet op het voorgaande is de kinderboerderij een landbouwinrichting waar landbouwhuisdieren worden gehouden. Verder is, zo is tussen partijen ook niet in geschil, de inrichting na 2002 opgericht en ligt een tot de inrichting behorend dierenverblijf geheel of gedeeltelijk in een zeer kwetsbaar gebied in de zin van de Wet ammoniak en veehouderij of in een zone van 250 meter rondom een zodanig gebied. De kinderboerderij is dus een landbouwinrichting waarop het Besluit landbouw milieubeheer op grond van artikel 4, eerste lid, aanhef en onder a van dat besluit niet van toepassing is. In bijlage 1 bij het Activiteitenbesluit is een dergelijke inrichting aangewezen als een vergunningplichtige inrichting."