Relatie Besluit huisvesting en Activiteitenbesluit

Veehouderijen moeten voldoen aan het Besluit emissiearme huisvesting. Deze eisen gelden naast het Activiteitenbesluit.

In het Besluit emissiearme huisvesting staat dat dierenverblijven emissiearm moeten zijn uitgevoerd. Er staan maximale emissiewaarden voor ammoniak in.

Veehouderijen mogen alleen nog huisvestingssystemen toepassen met een emissiefactor die lager is dan of gelijk is aan de maximale emissiewaarde.

Omgevingsvergunning milieu

Voor type C-bedrijven gaat de toets via de omgevingsvergunning milieu. De omgevingsvergunning milieu moet worden geweigerd, als de dierenverblijven niet voldoen de eisen van het Besluit emissiearme huisvesting.

Zelfstandige toets

Voor type B-bedrijven is het een zelfstandige toets die los staat van het Activiteitenbesluit. Als de veehouder een melding Activiteitenbesluit doet, moet hij aangeven welke huisvestingssystemen hij toepast. Als dierenverblijven niet voldoen aan de eisen van het Besluit emissiearme huisvesting, is dit geen reden om de melding te weigeren. Een melding kan sowieso niet worden geweigerd. Op het moment dat de stal is opgericht, is er wel een overtreding van het Besluit emissiearme huisvesting. De melding is dan aanleiding om de veehouder hierover te informeren.