Met welke emissiefactoren moet ik rekenen bij de Beleidslijn IPPC?

Vraag

Welke emissiefactoren moet ik gebruiken om te bepalen of een veehouderij met zijn ammoniakemissie boven de 5.000 kg komt?

Antwoord

U moet voor varkens en kippen dierenaantallen vermenigvuldigen met de factor die geldt voor BBT, om te bepalen vanaf hoeveel kg ammoniak strengere emissie-eisen nodig zijn.

In bijlage 3 van de Circulaire wijziging Wav en uitvoering IPPC-richtlijn staat op pagina 12, dat het bevoegd gezag bij de toetsing van een IPPC-bedrijf met uitbreiding, moet uitgaan van de toepassing van het Besluit huisvesting op 1 januari 2010. Dit geldt voor zowel de berekening van het vergunde dieraantal als voor het aangevraagde dierenaantal.

Meestal moet u dus vermenigvuldigen met de maximale emissiewaarde. (Vanaf 1 augustus 2015 zijn dit de gewijzigde maximale emissiewaarden van het Besluit emissiearme huisvesting). Meer leest u in de vraag en antwoord: 'Strengere emissiewaarden met Beleidslijn IPPC'.

Daarop is één uitzondering. Bestaande Groen-Labelstallen die zijn vergund vóór 8 mei 2002 gelden als BBT zolang ze in gebruik zijn (artikel 2 lid 2 van het voormalige Besluit huisvesting en artikel 8 lid 3 Besluit emissiearme huisvesting).

Voor andere diercategorieën dan varkens en kippen moet u rekenen met de emissiefactor die hoort bij de vergunde situatie. Dit zijn sinds 1 augustus 2015 andere emissiefactoren (door wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij).  Zie ook Intern salderen met dieren zonder maximale emissiewaarde.