Welk soort bedrijven valt onder het Besluit emissiearme huisvesting en welke juist niet?

Vraag

Het Besluit emissiearme huisvesting geldt voor veehouderijen: productiebedrijven waar dieren worden gehouden voor de productie van vlees, melk of eieren. Wat voor bedrijven zijn dat en vooral: welk soort bedrijven niet?

Antwoord

Het Besluit emissiearme huisvesting geldt alleen voor bedrijven die dieren voor productie houden (zie artikel 2), de productiebedrijven. In het normale spraakgebruik zijn dat veehouderijen. Cruciaal is dat de dieren worden gehouden voor de productie van vlees, melk of eieren (landbouwhuisdieren). Dit moet ruim worden gezien: ook bedrijven met dieren die indirect bijdragen aan de productie, vallen eronder. Zoals bedrijven waar moederdieren worden gefokt of juist jonge dieren worden opgefokt.

Voor welk soort bedrijven geldt het besluit niet?

Bedrijven waar het niet om de productie gaat

Het besluit geldt niet voor:

  • Instellingen voor wetenschappelijk onderzoek, zoals TNO of de WUR
  • Onderwijsinstituten, zoals hogescholen en universiteiten
  • Medische instellingen die met dieren werken voor behandeling of onderzoek, zoals dierenartspraktijken
  • Kinderboerderijen
  • Dierentuinen
  • Veemarkten en veehandelaren
  • Slachterijen
  • Basisfokbedrijven (voor het ontwikkelen van nieuwe rassen)
  • Instellingen en bedrijven die praktijkonderzoek doen naar het houden van landbouwhuisdieren (bijvoorbeeld naar staltechnieken en meetmethodes)

Bedrijven met afwijkende bedrijfsvoering of huisvestingssystemen

Niet alle productiebedrijven vallen onder het Besluit emissiearme huisvesting. Sommige soorten productiebedrijven zijn uitgezonderd. Voor het merendeel zijn dat bedrijven met afwijkende bedrijfsvoering of huisvestingssystemen (vergeleken met de gangbare bedrijven).

Het besluit geldt niet voor:

  • Melk- en kalfkoeien in vrijloopstallen
  • Biologisch gehouden dieren (Skalcertificaat*). Er is één uitzondering: het besluit geldt wel voor biologisch gehouden melk- en kalfkoeien.
  • Legkippen en (groot)ouderdieren van legkippen in aangepaste kooien (van artikel 2.71 en 2.72 Besluit houders van dieren). Dit zijn alternatieve kooien, verrijkte kooien en koloniehuisvesting.
  • Scharrelvarkens (certificaat* Producert Gecertificeerd Scharrelvlees of een Beter Leven-certificaat*). Artikel 2 lid 2 sub d omschrijft dit met eisen aan oppervlak e.d.

*Een certificaat is een bewijs, geen voorwaarde. Het is mogelijk dat in de overgangsfase het bedrijf wel aan de eisen voldoet, maar nog geen certificaat heeft. In zo'n geval gelden de maximale emissiewaarden dus ook niet.

Voor kleine aantallen dieren bij veehouderijen (als hobby of nevenactiviteit) geldt het Besluit emissiearme huisvesting ook niet, lees hier meer.