Ammoniakeisen voor kalkoenen in het Besluit emissiearme huisvesting

kalkoenVoor vleeskalkoenen staan er maximale emissiewaarden ammoniak in het Besluit emissiearme huisvesting (artikel 5 en bijlage 1 van het besluit). Het gaat om de diercategorie vleeskalkoenen van de Regeling ammoniak en veehouderij:

Voor deze dieren gelden ook maximale emissiewaarden voor fijnstof. Lees meer over fijnstof in het Besluit emissiearme huisvesting.

Vleeskalkoenen

Voor dierenverblijven van vleeskalkoenen met mechanische ventilatie, die na 1 juli 2015 zijn opgericht, geldt er één maximale emissiewaarde: 0,49 (kolom B en kolom C).

Kolom A voor bestaande stallen

Er geldt geen maximale emissiewaarde voor een huisvestingssysteem in een stal die is opgericht vóór 1 juli 2015. Voor deze diercategorie was in het 'oude' Besluit huisvesting ook geen maximale emissiewaarde opgenomen.

Kolom B (0,49 kg) voor nieuwe mechanische geventileerde stallen en vervanging/uitbreiding

Vanaf 1 juli 2015 geldt voor nieuwe stallen met mechanische ventilatie en de vervanging/uitbreiding van een stal de maximale emissiewaarde uit kolom B: 0,49 kg. Meer precies geldt kolom B voor huisvestingssystemen die onderdeel vormen van een dierenverblijf dat is opgericht op of na 1 juli 2015.

Voor natuurlijk geventileerde stallen bij vleeskalkoenen geldt er geen maximale emissiewaarde.

Overgangsregeling bestaande stallen bij inwerkingtreding Besluit

Er is een overgangsregeling voor bestaande stallen die zijn bouwvergund of aangevraagd vóór 1 juli 2015. Deze regeling staat in artikel 5 lid 3 en 4. In deze situaties geldt kolom A in plaats van kolom B. Bij vleeskalkoenen geldt er dan geen maximale emissiewaarde. Lees meer over deze overgangsregeling.

Kolom C (0,49 kg) vanaf 2020 voor IPPC

Vanaf 2020 geldt er voor IPPC-bedrijven de maximale emissiewaarde van 0,49. Deze maximale emissiewaarde van kolom C geldt vanaf 1 januari 2020 voor een huisvestingssysteem:

  • in een stal die wordt opgericht, vervangen of uitgebreid op of na 1 januari 2020
  • waarbij de stal op dat moment deel uit maakt van een IPPC-bedrijf.

Voor huisvestingssystemen in bestaande stallen waarbij de stal niet wijzigt (bouw), blijft de maximale emissiewaarde van kolom B gelden. Dan is immers geen sprake van oprichting van een dierenverblijf. En dat is bepalend voor welke maximale emissiewaarde geldt.

De maximale emissiewaarde van 0,49 geldt bij IPPC-bedrijven voor alle huisvestingssystemen, dus zowel systemen met natuurlijke ventilatie als met mechanische ventilatie.

Kleine aantallen kalkoenen

Als een veehouder maximaal 10 kalkoenen houdt, geldt het Besluit emissiearme huisvesting niet voor die dieren. Lees meer over deze uitzondering.

Minder strenge maximale emissiewaarde bij uitbreidingen ≤ 50% bebouwde oppervlak

Bij uitbreidingen kan bevoegd gezag in uitzonderingssituaties besluiten om een minder strenge maximale emissiewaarde toe te staan. Dit staat in artikel 6 lid 2.Lees hier meer.