Oprichting van een dierenverblijf

De maximale emissiewaarden van het Besluit emissiearme huisvesting gelden voor huisvestingssystemen in dierenverblijven. Welke maximale emissiewaarde geldt, hangt af van de datum van oprichting van het dierenverblijf. En niet van de datum van oprichting van het huisvestingssysteem. Oprichting van een dierenverblijf houdt in: oprichting, vervanging of uitbreiding van een dierenverblijf. Dat staat in artikel 1 van het Besluit emissiearme huisvesting.

Bij de helpdesk landbouw krijgen we nogal eens de vraag of sprake is van oprichting van een dierenverblijf. Hieronder geven we daarover - voor zover mogelijk - verduidelijking. Het blijft aan het bevoegd gezag (meestal de gemeente) om dit per geval te bepalen. Met eventueel een eindoordeel door de rechter.

Koeien in stal

Oprichting van een nieuw dierenverblijf

Met oprichten wordt fysiek oprichten (bouwen) bedoeld. Bij het oprichten van een dierenverblijf zal altijd sprake zijn van bouwen.

Wanneer is sprake van een opgericht dierenverblijf? Daarvoor is nodig dat de stal af is en klaar is voor gebruik. De Nota van Toelichting gaat hierop in. Pagina 43: 'Opgericht wil in alle gevallen zeggen dat de oprichting, vervanging of uitbreiding is afgebouwd en klaar om in gebruik te worden genomen. Ook een emissiearme techniek, zoals een luchtwassysteem, moet aanwezig zijn en klaar voor gebruik.'

De eis dat de emissiearme techniek aanwezig moet zijn en klaar voor gebruik, geldt alleen als de stal eerder al emissiearm moest zijn. Eerder wil zeggen: op het moment van oprichten. Deze eis geldt niet voor (delen van) stallen die eerder nog niet emissiearm hoefden te zijn.

Uitbreiding van een bestaand dierenverblijf

Uitbreidingen vallen onder oprichting door de definitie van artikel 1. Een uitbreiding van een bestaand dierenverblijf is dus een oprichting van een dierenverblijf. Bijvoorbeeld een aanbouw aan een bestaande stal, waarbij in de aanbouw extra dieren komen te staan. Bij het uitbreiden van een dierenverblijf zal altijd sprake zijn van bouwen.

Het bevoegd gezag kan bij uitzondering bepalen dat voor de uitbreiding een minder strenge maximale emissiewaarde geldt.

Vervanging van een bestaand dierenverblijf

Wijzigingen die te kenschetsen zijn als vervanging van de stal, vallen onder oprichting van een dierenverblijf. Dit volgt uit de definitie van oprichting in artikel 1. Dit zijn 'forse' veranderingen, waarbij eigenlijk min of meer sprake is van een nieuw dierenverblijf. Dus ingrijpende fysieke bouwkundige wijzigingen.

De Nota van Toelichting geeft hierover een toelichting. Bladzijde 43: "Onder oprichten valt niet alleen de bouw van een geheel nieuw dierenverblijf (nieuwbouw), maar ook het volledig vervangen van een bestaande stal (herbouw) zoals een dierenverblijf dat wordt afgebroken en opnieuw in een moderne vorm op de oude fundering wordt opgebouwd. In de praktijk komt het steeds vaker voor dat vanwege de beperkte ruimte binnen een bouwblok een dierenverblijf zodanig wordt gewijzigd en vergroot dat feitelijk een geheel nieuw dierenverblijf ontstaat. Dit is oprichting in de zin van vervanging. Het vervangen van de bovenbouw van een dierenverblijf is niet het oprichten van een dierenverblijf, tenzij sprake is van een extra verdieping en het uitbreiden met dierplaatsen."

Andere wijzigingen

Bij andere wijzigingen is per geval een beoordeling nodig. Per geval moet het bevoegd gezag bepalen of sprake is van oprichting van een dierenverblijf.

Een bestaand gebouw

Aan de helpdesk krijgen we nogal eens de vraag, of een bestaand gebouw een opgericht dierenverblijf is. Dit zijn vaak lastige vragen. Het bevoegd gezag zal dit per geval aan de hand van de omstandigheden moeten bepalen. In algemene zin valt er het volgende over te zeggen.

Een dierenverblijf is een al dan niet overdekte ruimte voor het houden van landbouwhuisdieren (artikel 1). Dat is in ieder geval een stal, een overdekte uitloop en een onoverdekte uitloop die intensief wordt gebruikt. Maar ook andere ruimten waarin dieren (kunnen) worden gehouden en die daarvoor geschikt zijn, kunnen een dierenverblijf zijn.

Een quaraintainestal en een ziekenboeg zijn in de regel ingericht om dieren in te kunnen houden. Dit zijn in beginsel dierenverblijven. Een werktuigenberging, een stroloods of een voeropslag in beginsel niet.

In jurisprudentie over andere regelgeving is de vraag wat een stal is, vaker naar voren gekomen. De lijn daarin is niet altijd eenduidig. Over de definitie van een opgericht dierenverblijf onder het Besluit emissiearme huisvesting bestaat (nog) geen jurisprudentie.