Kan ik een vergunning verlenen voor het oprichten en uitbreiden van een veehouderij binnen zeer kwetsbaar gebied en 250 meter er omheen?

Vraag

Kan ik met de Wet ammoniak en veehouderij een omgevingsvergunning milieu verlenen voor ammoniak voor oprichten of uitbreiden van een veehouderij binnen de 250-meter zone?

Antwoord

Ja, dat kan. Het uitgangspunt is dat verlenen van een omgevingsvergunning milieu voor ammoniak binnen de 250-meter zone niet mogelijk is. De Wet ammoniak en veehouderij (Wav) regelt dit:

  • Oprichten van een nieuwe veehouderij is niet toegestaan (artikel 4 Wav)
  • Veranderen of uitbreiden van een bestaande veehouderij is niet toegestaan (artikel 6 Wav).

Maar: er zijn enkele uitzonderingen. De vergunning verlenen voor oprichten en uitbreiden binnen de zone op ammoniakemissie uit dierenverblijven kan wel in de volgende situaties.

Uitzonderingen voor oprichten

De eerste uitzondering is, dat de veehouderij als was opgericht en onmiddellijk voorafgaand aan de vergunningplicht onder een AMvB viel. Deze kan vergunning krijgen als :

  • Het aantal dieren niet hoger is dan aanwezig mocht zijn, behalve als het schapen of paarden, dieren voor natuurbeheer of biologisch gehouden dieren zijn (artikel 5, lid 1 onder a, d, e en f Wav) of
  • Het aantal dieren hoger is, maar binnen het ammoniakplafond blijft (artikel 5, lid 1 onder b Wav) of
  • Sprake was van een melkrundveehouderij, de uitbreiding uitsluitend meklrundvee betreft en de ammoniakemissie niet meer is dan de ammoniakemissie van 200 stuks melkvee en 140 stuks vrouwelijk jongvee, uitgaande van de maximale emissiewaarde (artikel 5, lid 1 onder c Wav)

Hierbij is het wel dus nodig dat de veehouderij voorheen onder een AMvB viel. Zie voor een voorbeeld waarin dat het niet zo was Rechtbank Alkmaar, AWB 12/1300, 28 februari 2013, Milieudienst IJmond.

De tweede uitzondering is een veehouderij met uitsluitend of in hoofdzaak dieren voor natuurbeheer.

Het oprichten van een veehouderij met dieren waarvoor geen emissiefactoren zijn opgenomen, is niet toegestaan. Zie ABRvS, 200409192/1 van 8 juni 2005 (Valkenswaard). Een aanvraag om vergunning voor oprichting van een edelhertenhouderij is terecht geweigerd. "Dat in de Regeling ammoniak en veehouderij voor edelherten geen emissiefactoren zijn opgenomen maakt dit niet anders."

Uitzonderingen voor veranderen

In de volgende gevallen is het verlenen van een omgevingsvergunning milieu mogelijk:

  1. Uitbreiding binnen het ammoniakplafond (artikel 7, lid 1 onder a Wav) of
  2. Uitbreiding met uitsluitend melkrundvee, als er altijd al melkrundvee werd gehouden en de ammoniakemissie niet meer is dan de ammoniakemissie van 200 stuks melkvee en 140 stuks vrouwelijk jongvee, uitgaande van de maximale emissiewaarde (artikel 7, lid 1 onder b Wav) of
  3. Uitbreiding met schapen of paarden (artikel 7, lid 1 onder c Wav) of
  4. Uitbreiding met biologisch gehouden dieren (artikel 7, lid 1 onder d Wav) of
  5. Uitbreiding met dieren die in hoofdzaak worden gehouden voor natuurbeheer (artikel 7, lid 1 onder e Wav)

Behalve bij uitbreiding met uitsluitend melkrundvee, moet het bevoegd gezag de aanvraag toetsen aan het ammoniakplafond van artikel 7, lid 1 onder a Wav. Daarbij is het uitgangspunt de vergunde situatie; zie in dit verband ook uitspraak Rechtbank Zeeland-West-Brabant, BRE 14/4388 WABOM e.v, 13 april 2015, Oosterhout. Als een bedrijf alleen uitbreidt met melkrundvee, dan kunt u ook toetsen aan de maximale ammoniakemissie van 2446 kg zoals bedoeld onder b. In principe mag u kiezen voor de gunstigste optie, of a of b.

Een uitbreiding met paarden of andere dieren zoals bedoeld in het eerste lid onder c, d en e, hoeft u niet mee te nemen met de toetsing zoals bedoeld onder a en b. Uitbreiding met deze dieren is namelijk onbeperkt mogelijk.

Eerdere uitbreidingen onder b tot en met e tellen niet mee

Voor het berekenen van het ammoniakplafond moet u rekenen met alle vergunde dieren, tenzij sprake is van dieren van b, c, d en e, die vergund zijn onder de Wav (artikel 7 lid 2 Wav). Voor berekening van de ammoniakemissie van de aangevraagde situatie tellen de dieren van b, c, d en e niet mee.

Als bijvoorbeeld paarden waren vergund met een eerdere omgevingsvergunning milieu, dan moet u deze meenemen in de berekening voor het ammoniakplafond. Maar de paarden, waarmee de veehouder wil uitbreiden, neemt u niet mee in de berekening van de aangevraagde ammoniakemissie.