Waren er bestaande rechten onder het Besluit landbouw?

Vraag

Kon een bedrijf dat onder het -inmiddels vervallen- Besluit landbouw viel en vergunningplichtig werd, aanspraak maken op bestaande rechten? En andersom- een bedrijf dat onder het besluit kwam te vallen?

Deze vraag gaat over situaties vóór 1 januari 2013 waarop het Activiteitenbesluit niet van toepassing was en het overgangsrecht niet van toepassing is.

Antwoord

Ja. Dat kan. Het hangt er wel van af wat precies de situatie is.

Vervallen vergunning

Als een inrichting onder het (vervallen) Besluit landbouw kwam te vallen, verviel in een aantal gevallen de vergunning van rechtswege. Andersom was het mogelijk dat een bedrijf dat onder het Besluit landbouw viel, vergunningplichtig werd door veranderingen in het bedrijf. De ondernemer moest dan een oprichtingsvergunning aanvragen.

Bestaande rechten

Het is de vraag in hoeverre zo'n bedrijf aanspraak kon maken op bestaande rechten, gebaseerd op het rechtsgeldig in werking zijn onder het Besluit landbouw. Uit jurisprudentie onder de 'oude' AMvB's is gebleken dat een dergelijk bedrijf aanspraak kon maken op 'bestaande rechten' , in ieder geval op het gebied van stank en ammoniak.

In artikel 5, eerst lid, onder a van de Wet ammoniak en veehouderij (Wav) is opgenomen dat een vergunning voor het oprichten (binnen 250 meter) niet wordt geweigerd als het aantal dieren niet hoger is dan "het aantal dieren dat overeenkomstig de betrokken algemene maatregel van bestuur onmiddellijk voorafgaand aan het ontstaan van de vergunningplicht aanwezig mocht zijn".

In artikel 3, derde lid van de Wet geurhinder en veehouderij wordt een vergunning bij een overbelaste situatie niet geweigerd, als de geurbelasting niet toeneemt en het aantal dieren van één of meer diercategorien niet toeneemt.

In beide situaties is rekening gehouden met de bestaande situatie. Wat onder bestaand wordt beschouwd, is niet nader gedefinieerd. Logischerwijs was dit het aantal dieren dat vergund is of aanwezig mocht zijn op basis van het Besluit landbouw.

Andersom hield het Besluit landbouw ook rekening met bestaande rechten:

  • Een agrarisch bedrijf in een zeer kwetsbaar gebied of 250 meter rondom, opgericht vóór 1 januari 2002, viel onder het Besluit landbouw als het aantal landbouwhuisdieren niet hoger was dan het aantal dat op basis van een vergunning of melding op 31 december 2001 was toegestaan (artikel 4, eerste lid).
  • Een agrarisch bedrijf op te korte afstand van geurgevoelige objecten viel onder het Besluit landbouw, als de afstand die moest worden aangehouden op grond van een vergunning of op grond van het Besluit melkrundvee of Besluit akkerbouw niet was afgenomen (artikel 4, zesde lid). Indien landbouwhuisdieren werden gehouden, mocht ook het aantal landbouwhuisdieren per diercategorie niet zijn toegenomen en de afstand tot een geurgevoelig object niet zijn afgenomen (artikel 4, derde lid).

Artikel 5 Wav regelt bestaande rechten bij voormalige AMvB-bedrijven. Normaliter konden veehouderijen die binnen de 250 meter zone van kwetsbare gebieden liggen, geen oprichtingsvergunning krijgen. Artikel 5 Wav maakt daar een uitzondering op. Zie voor meer hierover hoofdstuk 5 van de Handreiking ammoniak en veehouderij (La04) van InfoMil. De datum van 26 augustus 1994 komt onder de Wav overigens niet terug.

Ook voor stank heeft de Afdeling bepaald dat het bedrijf op deze manier bestaande rechten aan de AMvB kan ontlenen, zie ABRvS, ABRvS nr. E03.97.0337 van20 oktober 2000 (Ouderkerk).