Voormalige Wet stankemissie veehouderijen

Tot 1 januari 2007 was in een deel van Nederland de Wet stankemissie veehouderijen (Wsv) van toepassing. Namelijk voor veehouderijen gelegen in concentratiegebieden van de Reconstructiewet Concentratiegebieden. Het ging om veehouderijen in:

  • Biggen in stroLandbouwontwikkelingsgebieden
  • Verwevingsgebieden
  • Extensiveringsgebieden met het primaat natuur

Tegenwoordig staat de geurbeoordeling voor omgevingsvergunningen milieu aan veehouderijen in de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv). Voor veehouderijen die geen omgevingsvergunning milieu nodig hebben, gaat de beoordeling van geur van dierenverblijven met het Activiteitenbesluit.

De Wsv gold voor het verlenen van milieuvergunningen voor veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden en verwevingsgebieden. Een ministeriële regeling - de Regeling stankemissie en veehouderij (Rsv) - bevatte de omrekeningsfactoren voor de berekening van het aantal mestvarkeneenheden, minimumafstanden en de manier van afstandsmeting.

De Wsv is op 1 januari 2007 ingetrokken. Sindsdien staat de geurbeoordeling voor vergunningen aan veehouderijen in de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv).

In 2004 heeft het toenmalige ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieu onderzoek laten doen naar de omrekeningsfactoren van de Rsv en de totstandkoming daarvan. De staatssecretaris heeft de resultaten van het onderzoek (pdf, 149 kB) met een brief (pdf, 18 kB) op 29 april 2004 aan de Tweede Kamer gestuurd.