Minimumafstand ruimte-voor-ruimtewoning

BoerenbedrijfEr geldt een minimumafstand van het emissiepunt van het dierenverblijf tot de buitenzijde van de ruimte-tot-ruimtewoningen (en soortgelijke geurgevoelige objecten). Deze geldt voor alle diercategorieën (met en zonder geuremissiefactor).

Toetsing

Het emissiepunt van het dierenverblijf moet op voldoende afstand liggen van de gevel van ruimte-voor-ruimtewoningen (en soortgelijke geurgevoelige objecten (type a). De minimumafstand staat in artikel 14 Wgv en is:

  • 100 meter binnen de bebouwde kom
  • 50 meter buiten de bebouwde kom

Binnen of buiten de bebouwde kom

Bij het onderscheid binnen de bebouwde kom/buiten de bebouwde kom gaat het om de ligging van het geurgevoelige object. Of de veehouderij binnen (of buiten) de bebouwde kom ligt, maakt niet uit. U kunt het artikel zó lezen dat de ligging van de veehouderij bepalend is, maar dit is niet zo bedoeld, zoals ook blijkt uit de Memorie van Toelichting bij de Wgv.

Afstand meten

U meet de afstand van het emissiepunt van het dierenverblijf tot de gevel (buitenzijde) van een geurgevoelig object (artikel 4 Rgv). Het emissiepunt van het dierenverblijf is (artikel 1 Rgv):

  • bij een overdekt dierenverblijf (een stal): dat punt waar de geur naar buiten gaat (met natuurlijke of mechanische ventilatie)
  • bij een dierenverblijf dat deels overdekt en deels onoverdekt is (zoals een stal met een uitloop): dat punt van het overdekte deel waar de geur naar buiten gaat

Bij een dierenverblijf dat helemaal onoverdekt is (zoals een Wintergarten), is het emissiepunt de begrenzing van het dierenverblijf dat het dichtstbij het geurgevoelige object ligt.

Voor alle diercategorieën, maar niet voor andere geurgevoelige objecten

De minimumafstand geldt voor dieren met en zonder geuremissiefactor, dus voor alle dierenverblijven. Maar de minimumafstand in artikel 14 Wgv geldt alleen voor ruimte-tot-ruimtewoningen (en soortgelijke geurgevoelige objecten) en niet voor andere typen geurgevoelige objecten (b t/m e).

Geen stand still

Als de veehouder niet aan deze afstanden voldoet, kunt u de vergunning niet verlenen. Hierop zijn geen uitzonderingen mogelijk. Er is geen stand-still-bepaling.

Geen andere afstanden in verordening

Het is niet mogelijk om in een gemeentelijke verordening andere minimumafstanden op te nemen.

Achtergrond ruimte-voor-ruimtewoningen
Waarom een regeling voor de ruimte-tot-ruimtewoningen? De reden is de toenmalige Regeling beëindiging veehouderijtakken, die op 19 maart 2000 in werking trad. Deze regeling maakte het mogelijk dat veehouders die hun bedrijfsactiviteiten (deels) beëindigden, in ruil daarvoor één of meer woningen mochten bouwen, de zogenaamde ruimte-voor-ruimte woningen. Deze Regeling is per 1 april 2007 vervallen.

Wat zijn geurgevoelige objecten?

Platteland in de winter