Hoe regel ik de bescherming van een plattelandswoning in het bestemmingsplan?

Vraag

Hoe regel ik de bescherming van een plattelandswoning in het bestemmingsplan?

Antwoord

U kunt de woning herbestemmen. Dan is bewoning door derden mogelijk, zonder dat de woning beschermd moet worden tegen de geurhinder of geluidhinder van de voormalige eigen stallen. Dit is geregeld met de Wet plattelandswoningen.

De gemeente kan regelen dat voormalige bedrijfswoningen geen bescherming meer krijgen tegen geur of geluid van de eigen veehouderij. Bedrijfswoningen van landbouwinrichtingen waarin burgers wonen, blijven onderdeel van de inrichting zolang ze zijn bestemd als bedrijfswoning. De bestemming is bepalend. Maar bewoning door derden is dan in strijd met het bestemmingsplan. Om bewoning door derden mogelijk te maken, kunt u deze woning herbestemmen.

Hoe?

Er zijn twee mogelijkheden om de woning te herbestemmen:

  • De woning bestemmen als voormalige bedrijfswoning. Deze woning is dan als onderdeel van de veehouderij, maar derden mogen erin wonen en de woning krijgt geen bescherming tegen de veehouderij;
  • De woning bestemmen als burgerwoning. Deze woning krijgt volledige bescherming tegen de veehouderij waarbij de woning eerst hoorde.

In het plaatje staan de mogelijkheden in het bestemmingsplan:

Tekening plattelandswoning in lengte

Bestemt u de woning in het bestemmingsplan tot burgerwoning ? Dan moet u in ieder geval beoordelen of er een goed woon- en leefklimaat is en of de veehouder niet in zijn belangen wordt geschaad.

Niet van invloed op geur of geluid van omliggende veehouderijen

De Wet Plattelandswoningen en de reparatie van het Activiteitenbesluit hebben géén invloed op het toetsen van geur en geluid op de bedrijfswoning van een andere veehouderij.

Voor wat betreft geur verandert de Wet plattelandswoningen niets aan artikel 3 lid 2 Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) (voormalige bedrijfswoningen van op of na 19 maart 2000) en artikel 14 lid 2 Wgv (ruimte-voor-ruimte woningen). En ook niet aan de geurvoorschriften van het Activiteitenbesluit (artikel 3.115 en verder). In de Wgv staat expliciet dat de bepalingen over plattelandswoningen niet van toepassing zijn op deze artikelen (met artikel 2 lid 3 Wgv). Dat staat bij het Activiteitenbesluit in artikel 1.3c.