Maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit

Maatwerkvoorschriften op basis van zorgplicht

Maatwerkvoorschriften op basis van de zorgplicht zijn mogelijk vanwege artikel 2.1 lid 4 Activiteitenbesluit. De zorgplicht houdt - vrij vertaald - in dat een bedrijf alle negatieve gevolgen voor het milieu moet voorkomen of anders zoveel mogelijk moet beperken. De zorgplicht komt aan de orde als in een bepaalde paragraaf in het Activiteitenbesluit een bepaald milieuaspect niet uitputtend is geregeld.

Risico’s voor de gezondheid voor omwonenden van de veehouderij kunnen worden gezien als risico’s voor de omgeving (artikel 2.1, tweede lid Activiteitenbesluit). Maatwerkvoorschriften om gezondheidsrisico’s te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken, lijken mogelijk. Bij het stellen van maatwerkvoorschriften kan het bevoegd gezag rekening houden met voorzorg. Gemeenten en provincies kunnen rekening houden met voorzorg bij:

  • de zorgvuldige voorbereiding van het besluit
  • de deugdelijke motivering van het besluit en
  • de evenredige belangenafweging die nodig is bij het besluit.

Maatwerkvoorschriften voor endotoxinen

Voor endotoxinen gelden er geen landelijke grenswaarden. Daarom is er ruimte voor het afwegen van voorzorg. Zulke maatregelen bij veehouderijen zijn nog niet beoordeeld door de rechter. Wel is er een uitspraak over de gezondheidsrisico’s van de tijgermug bij bandenopslag (uitspraak nr. SHE 12/1934, 26 juni 2013, Noord-Brabant).

Maatwerkvoorschriften voor fijnstof en ammoniak

Voor fijnstof en ammoniak is er nauwelijks ruimte voor het toepassen van voorzorg, omdat hiervoor landelijke grenswaarden gelden. De maatwerkvoorschriften mogen niet strenger zijn dan de geldende emissie-eisen voor fijnstof en ammoniak (denk aan het Besluit emissiearme huisvesting).

Voor de uitstoot van ammoniak kan het bevoegd gezag alleen maatwerkvoorschriften stellen die zien op de goede werking van het huisvestingssysteem en het luchtwassysteem (artikel 3.123 en 3.124 Activiteitenbesluit).

Voor fijnstof kan het bevoegd gezag eenvoudige middelvoorschriften stellen.  Dat kan op basis van de zorgplichtbepaling in het Activiteitenbesluit. Een voorbeeld daarvan is een stofvangbak achter een ventilator. Of een onderhoudsvoorschrift voor een goede werking van de toegepaste techniek.

Zulke voorschriften hebben dus alleen indirect gevolgen voor de emissies van fijnstof en ammoniak.

Maatwerk in de bepaling van de activiteit

Maatwerkvoorschriften in de bepaling van de activiteit staan ook genoemd in het Activiteitenbesluit. In een aantal artikelen staat uitdrukkelijk vermeld dat het bevoegd gezag maatwerkvoorschriften kan stellen.

Dit is bijvoorbeeld geregeld in:

  • artikel 3.126, derde lid (maatwerkmogelijkheid voor het toestaan van lozen in het vuilwaterriool)
  • artikel 3.46 (maatwerkmogelijkheid voor kortere afstand van bestaande opslag van vaste mest).

Er staan geen bepalingen in het Activiteitenbesluit die specifiek gericht zijn op beperken van risico’s voor de gezondheid voor omwonenden van een veehouderij.

Crisis en herstelwet: experimenten

Tot slot kan worden gewezen op de Crisis- en herstelwet (Chw). De Chw biedt onder andere de mogelijkheid om een experiment aan te vragen waarmee kan worden afgeweken van de geldende regelgeving.

Wat betreft veehouderijen en gezondheid zijn twee experimenten in het bijzonder te noemen: een experiment in Noord-Brabant en een experiment in Nederweert. Beide experimenten bieden expliciet de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften op te nemen die de emissie van fijnstof verminderen.

Conclusie

Voor endotoxinen gelden geen landelijke grenswaarden, zodat er ruimte is voor het afwegen van voorzorg bij het stellen van maatwerkvoorschriften. Het onderdeel 'Instrumenten milieu' gaat daarom in op het stellen van maatwerkvoorschriften voor endotoxinen met toepassing van voorzorg. Voor ammoniak en fijnstof gelden landelijke grenswaarden. Daarom is de ruimte voor het stellen van maatwerkvoorschriften erg beperkt. Het onderdeel 'Instrumenten milieu' benoemt dit kort.