Beste Beschikbare Technieken

Omgevingsvergunningen milieu (inclusief voorschriften) en maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit moeten voldoen aan de Beste Beschikbare Technieken (BBT).

Wanneer BBT bij veehouderijen?

Om BBT bij veehouderijen te bepalen, kan of moet het bevoegd gezag het Besluit emissiearme huisvesting (Behv), de Beleidslijn IPPC-omgevingstoets, de BREF’s en de Circulaire IPPC gebruiken. Deze documenten beschrijven niet specifiek wat BBT is voor gezondheidsrisico’s voor omwonenden van veehouderijen.

Het Besluit emissiearme huisvesting (Behv) bepaalt wel welke emissies BBT zijn voor ammoniak (meerdere diercategorieën) en fijnstof  (alleen pluimvee vanaf 30 juni 2015).  Voor nieuwe en bestaande IPPC-bedrijven kan het bevoegd gezag eisen stellen die strenger zijn dan het Besluit emissiearme huisvesting, mits goed gemotiveerd.

In de BBT-afweging zijn overigens niet alleen de emissiewaarden zelf van belang.  Want er zijn ook andere factoren, die de blootstelling of depositie bepalen, zoals de locatie van het emissiepunt, en de hoogte, richting en snelheid van de uitstroom.

In 2017 heeft de Europese Commissie de BBT-conclusies van de intensieve pluimvee- en varkenshouderij gepubliceerd. Daarin is ook een specifieke BBT-conclusie voor stof opgenomen. Bij het verlenen van een nieuwe omgevingsvergunning gelden deze BBT-conclusies direct voor IPPC-bedrijven. En binnen vier jaar na deze publicatie moet elke IPPC-veehouderij voldoen aan deze nieuwe voorschriften. Dat betekent dat het bevoegd gezag bij bestaande IPPC-veehouderijen zo nodig de vergunningvoorschriften actualiseert.

BBT en gezondheid

Het bevoegd gezag moet voor mogelijke gezondheidsrisico’s zelf per geval bepalen wat BBT is. Artikel 5.4 van het Besluit omgevingsrecht geeft aan hoe het bevoegd gezag BBT bepaalt.

In artikel 1.1, eerste lid, van de Wabo is BBT als volgt gedefinieerd:
voor het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu meest doeltreffende technieken om de emissie en andere nadelige gevolgen voor het milieu, die een inrichting kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dit niet mogelijk is, zoveel mogelijk te beperken, die – kosten en baten in aanmerking genomen – economisch en technisch haalbaar in de bedrijfstak waartoe de inrichting behoort, kunnen worden toegepast, en die voor degene die de inrichting drijft, redelijkerwijs in Nederland of daarbuiten te verkrijgen zijn; (...).

De rechtbank Oost-Brabant oordeelde in januari 2020 (uitspraak 18/2116T) over endotoxinen in relatie tot lokaal beleid en de BBT-conclusies van de intensieve pluimvee- en varkenshouderij. Volgens de rechtbank had de gemeente het endotoxinentoetsingskader uit de Brabantse Notitie Handelingsperspectieven Veehouderij en Volksgezondheid op een juiste manier toegepast. De rechtbank vervolgt: "Gelet op de daling van de fijn stofemissie van het bedrijf en de verkorting van de afstand waarbinnen de grenswaarde wordt overschreden, leidt het bestreden besluit tot een vermindering van de volksgezondheidsrisico’s. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat het toetsingskader tekort schiet dan wel verkeerd is toegepast. Ook de rechtbank leest in de BBT-conclusies voor de intensieve pluimvee- en varkenshouderij geen mogelijkheid om verdergaande verplichtingen aan de derde-partij op te leggen in verband met de emissie van endotoxinen. Slechts in BBT 11 worden technieken genoemd ter voorkoming van de verspreiding van stof (zowel fijn stof als grof stof). Nu wordt voldaan aan het Besluit emissiearme huisvesting heeft verweerder mogen aannemen dat wordt voldaan aan BBT 11."

BBT-maatregelen

De maatregel moet economisch haalbaar, beschikbaar/ toepasbaar en doeltreffend zijn.  Een maatregel kan ingrijpen op de emissies van meerdere stoffen. Het verdiepingsonderdeel 'Milieumaatregelen' geeft een overzicht van verschillende maatregelen.

Wat is het effect van deze maatregelen op endotoxinen, fijnstof, ammoniak en micro-organismen?  Een antwoord op deze vraag staat ook in bovengenoemd verdiepingsonderdeel. Want meestal zijn reductiepercentages (of kwalitatieve indicaties) beschikbaar voor deze maatregelen.

Kosten en baten

Voor de economische haalbaarheid zijn niet alleen de kosten, maar ook de baten belangrijk. Een maatregel die het stalklimaat verbetert, zal de veehouder baten opleveren. Bijvoorbeeld voor de gezondheid van zijn dieren én voor zijn eigen gezondheid. Ook zijn er maatregelen om de fijnstofuitstoot te beperken, die sowieso financieel voordeel kunnen opleveren. Denk bijvoorbeeld aan een mestdroogtunnel, warmtewisselaar of een dunne strooisellaag.