Onderscheid milieumaatregelen

Dit verdiepingsonderdeel bevat een selectie van maatregelen binnen het milieuspoor (omgevingsvergunning, maatwerkvoorschrift, vrijwillige maatregelen). De focus in dit onderdeel ligt op stalmaatregelen. Maar ook voer- en managementmaatregelen zijn inzetbaar, bijvoorbeeld voor de reductie van ammoniak.

Voer- en managementmaatregelen

Voor ammoniak staan naast stalmaatregelen ook voer- en managementmaatregelen in de belangstelling, mede vanuit de Natura 2000 doelstellingen. Meer informatie daarover staat in bijlage 2 van de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) en de Proeftuin Natura 2000, waarin innovatieve maatregelen ontwikkeld worden.

Stalmaatregelen

Voor de selectie van stalmaatregelen is gebruik gemaakt van het rapport Additionele maatregelen ter vermindering van emissies van bioaerosolen uit stallen, Wageningen Livestock Research, Rapport 949 juni 2016 (stalmaatregelenrapport). Dit rapport noemt vier soorten stalmaatregelen:

  1. Bestaande maatregelen
  2. Bestaande maatregelen met perspectief voor een bredere toepassing
  3. Perspectiefvolle nieuwe maatregelen: korte termijn
  4. Perspectiefvolle nieuwe maatregelen: lange termijn

Bestaande stalmaatregelen

De bestaande stalmaatregelen staan in de Rav). Daarom hebben deze maatregelen stalbeschrijvingen (leaflets). Met de Rav-code kunt u achterhalen om welke stalbeschrijvingen het gaat.

Perspectiefvolle stalmaatregelen

De 'bestaande stalmaatregelen met perspectief voor een bredere toepassing' en de 'perspectiefvolle nieuwe stalmaatregelen: korte termijn' zijn hierna kortweg aangeduid als ‘perspectiefvolle maatregelen’:

  • De 'bestaande maatregelen met perspectief voor een bredere toepassing' zijn bestaande maatregelen, die perspectiefvol zijn om toe te passen voor meer diercategorieën. Bijvoorbeeld de maatregel Oliefilm op de vloer: deze staat nu in de Rav als maatregel bij voor pluimvee, maar is perspectiefvol voor toepassing bij varkens.
  • De 'perspectiefvolle maatregelen: korte termijn' zijn maatregelen die nog niet in de Rav zijn opgenomen. Ze zijn binnen een termijn van 1 tot 2 jaar technisch gezien inzetbaar.

'Perspectiefvolle nieuwe maatregelen: lange termijn' zijn in dit verdiepingsonderdeel buiten beschouwing gelaten. Deze zijn namelijk voorlopig niet inzetbaar.

Inzet van maatregelen

Bij de maatregelen voor pluimvee staat in hoeverre deze zorgen van een vermindering van endotoxinen, micro-organismen, fijnstof en ammoniak. De veehouder kan vrijwillig maatregelen aanvragen, waarna het bevoegd gezag deze vastlegt als vergunning- of maatwerkvoorschrift. Het bevoegd gezag kan de maatregelen ook uit eigen beweging voorschrijven en deze vastleggen als vergunning- of maatwerkvoorschrift. Bij maatregelen gericht op vermindering van endotoxinen kan dit in op basis van voorzorg.

Voor de beperking van ammoniak of fijnstof kan het bevoegd gezag het voorzorgbeginsel niet toepassen. Daarom zijn de afwegingsmogelijkheden van het bevoegd gezag binnen het milieuspoor (vergunningverlening en maatwerk) beperkter dan voor endotoxinen. Een veehouder kan uiteraard voor fijnstof en ammoniak ook vrijwillig maatregelen nemen.


In gesprek over oplossingsrichtingen

Het Kennisplatform Veehouderij en humane gezondheid publiceerde in 2019 het Kennisbericht ‘In gesprek over oplossingsrichtingen. Handvatten bij samenwerken aan verbetering van complexe vraagstukken’.

Doel van dit Kennisbericht is om structuur te brengen in het samenwerken van weerbarstige vraagstukken, zoals de verduurzaming van de veehouderij. De volgende inzichten geven daarbij houvast:

  1. Herken en waardeer kleine stappen
  2. Zorg voor een integrale blik
  3. Respecteer de risicobeleving en werk aan het vergroten van acceptatie
  4. Wijs omgaan met onzekerheden

Het Kennisbericht legt deze inzichten uit en biedt een beknopte handreiking bij elk inzicht.