Laagdebietalarmering

Luchtwassystemen moeten een laagdebietalarmering hebben. Het gaat om een waarschuwing als het waswaterdebiet te laag is.

Werking

De laagdebietalarmering geeft een waarschuwing als het waswaterdebiet te laag is. Er is dan te weinig waswater om het filterpakket goed te kunnen bevochtigen. Het waswaterdebiet is de hoeveelheid waswater die per uur naar het filterpakket wordt gepompt. Een te laag debiet is een indicatie voor een verstopping in de leiding of sproeikoppen. Dit betekent dat een actie of onderhoud door de gebruiker nodig is. Ook als de waswaterpomp uitvalt, gaat het alarm af. Het debiet is dan 0 l/u.

Het signaal kan bijvoorbeeld een lamp zijn die aangaat bij een te laag debiet. Een ander voorbeeld is een rotameter. Dit is een transparant verticaal opgesteld leidingdeel waarin een balletje aangeeft wat de flow is. Bij de dagelijkse controle leest de gebruiker de flow af en ziet of de flow voldoende is.

De signaalfunctie van de laagdebietalarmering staat in de gedragsvoorschriften. Hierin staat wie wat moet doen wanneer het waswaterdebiet te laag is.

Doel

De laagdebietalarmering is een simpel systeem waarmee de gebruiker het waswaterdebiet kan controleren. Het is niet bedoeld als een exacte meting van het waswaterdebiet. Het is dan ook niet verplicht deze parameter te registreren. Een exacte debietmeting met registratie is te kostbaar in relatie tot het doel, de signaalfunctie.

De toezichthouder controleert of de laagdebietalarmering aanwezig is. En of het debiet voldoende is op dat moment. Het is niet van belang om achteraf vast te stellen wanneer het laagdebietalarm in werking is getreden.

Geen laagdebietalarmering

Laagdebietalarmering is nodig bij luchtwassers waarin sproeiers het filterpakket continu moeten bevochtigen. Bij de volgende systemen is laagdebietalarmering niet zinvol:

  • Luchtwassers waarbij het water via een overloopsysteem met verdeelbakken over het filterpakket loopt.
  • Luchtwassers met lamellenfilters die periodiek bevochtigd mogen worden.