Wat regelt het Activiteitenbesluit?

Voor het bewerken en verwerken van dierlijke mest staan, met uitzondering van het kleinschalig vergisten van mest, geen specifieke voorschriften in het Activiteitenbesluit.

Maatwerk op basis van de zorgplicht

Voor het bewerken en verwerken van dierlijke mest staan, met uitzondering van het kleinschalig vergisten van mest, geen specifieke voorschriften in het Activiteitenbesluit. Als er geen voorschriften zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit kan het bevoegd gezag bij type B-bedrijven maatwerkvoorschriften opstellen op basis van de zorgplicht (artikel 2.1, lid 4). Meer hierover leest u op de pagina Maatwerkmogelijkheden in het Activiteitenbesluit.

Toezicht en handhaving op basis van de zorgplicht

Bij overlast of hinder kan het bevoegd gezag onder bepaalde voorwaarden direct handhaven op de zorgplicht (artikel 2.1, lid 1). Het spreekt voor zich dat niet ieder bedrijf dit kan zien aankomen. De rechter accepteert een handhavingsactie op basis van de zorgplicht daarom alleen onder zeer strikte voorwaarden. Zie voor een uitgebreide bespreking hiervan de vraag en antwoord over zorgplicht.

Geurhinder voorkomen en beperken

Om geurhinder te voorkomen of tot een aanvaardbaar niveau te beperken staan sinds 1 januari 2016 voorschriften in het Activiteitenbesluit in artikel 2.7a (afdeling 2.3 Lucht). Dit artikel werkt als vangnet. De voorschriften gelden als geur niet of niet uitputtend geregeld is in hoofdstuk 3, 4 of 5 van het Activiteitenbesluit en het aspect geur ook niet op een andere plek geregeld is (bijv. via BBT-conclusies of de Wet geurhinder en veehouderijen). Op basis van artikel 2.7a lid 1 moet het bedrijf geurhinder voorkomen of beperken tot een aanvaardbaar niveau.

Bij geurhinder onderzoekt het bevoegd gezag of aanvullende maatregelen de geuroverlast kunnen wegnemen. Het bevoegd gezag bepaalt hiervoor de mate van geurhinder die nog aanvaardbaar is. Beoordeelt het bevoegd gezag de geur als onaanvaardbaar, dan kan het bevoegd gezag aanvullende eisen stellen. Dit regelt het bevoegd gezag in een maatwerkbesluit. Beoordeelt het bevoegd gezag dat sprake is van een aanvaardbaar hinderniveau, dan zijn geen aanvullende maatregelen nodig. Meer hierover leest u op de pagina Afdeling 2.3 - geurvoorschriften.

Melding of vergunning?

Een bedrijf wordt meestal niet vergunningplichtig als het mest gaat bewerken, zie de pagina Omgevingsvergunning of algemene regels. Een type B-bedrijf kan bij nieuwe activiteiten waarvoor geen omgevingsvergunning milieu nodig is, volstaan met een melding Activiteitenbesluit.

Voor een type C-bedrijf geldt, dat het bedrijf alleen kan volstaan met een melding Activiteitenbesluit voor activiteiten die in het Activiteitenbesluit geregeld zijn. Voor het bewerken en verwerken van mest staan, met uitzondering van het kleinschalig vergisten van mest, geen specifieke voorschriften in het Activiteitenbesluit. Voor type C-bedrijven betekent dit, dat bij nieuwe activiteiten een melding niet volstaat. Men zal de vergunning moeten aanpassen. Anders gezegd, veranderingen van de inrichting door deze activiteiten gaan via de omgevingsvergunning milieu (voor zover de verandering reden geeft tot wijziging van de vergunning).

Zie ook: Wanneer vergunning aanpassen bij verandering inrichting type C?