Mest als afvalstof

Een doelmatig beheer van afvalstoffen is belangrijk. Hieronder vindt u meer informatie over het doelmatig beheer van mest als afvalstof. Hiervoor is artikel 22.1 Wm van belang.

Artikel 22.1 lid 3 Wm

Voor een doelmatig beheer van afvalstoffen zijn voorschriften opgenomen in hoofdstuk 10 (Afvalstoffen) van de Wet milieubeheer. In de omgevingsvergunning milieu kunnen geen voorschriften worden gesteld voor een doelmatig beheer van mest van derden. Dit staat in artikel 22.1 lid 3 Wet milieubeheer.

In Artikel 22.1 lid 3 van de Wet milieubeheer staat: 'hoofdstuk 8 van de Wet milieubeheer is niet van toepassing op inrichtingen, waarin van buiten de inrichting afkomstige dierlijke meststoffen in de zin van de Meststoffenwet worden bewaard, bewerkt, verwerkt of vernietigd, voor zover het een doelmatig beheer van die stoffen betreft'. Uitgangspunt van dit artikel is dat het doelmatig beheer van dierlijke meststoffen in de Meststoffenwet goed is geregeld.

Dit betekent dat bij het verwerken van mest van derden in een covergistingsinstallatie in de omgevingsvergunning milieu geen voorschriften kunnen worden gesteld voor een doelmatig beheer van deze mest.

Artikel 22.1 lid 3
Hoofdstuk 8 van deze wet is niet van toepassing op inrichtingen waarin van buiten de inrichting afkomstige dierlijke meststoffen in de zin van de Meststoffenwet worden bewaard, bewerkt, verwerkt of vernietigd, voor zover het een doelmatig beheer van die stoffen betreft.

Artikel 22.1 lid 9 Wm

In artikel 22.1 lid 9 Wet milieubeheer staat: 'hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer is niet van toepassing op gedragingen als er al voorschriften gelden volgens de Meststoffenwet'. Als een handeling zowel onder de Meststoffenwet al onder hoofdstuk 10 valt, dan gaat wat hierover in de Meststoffenwet staat voor op de regels in hoofdstuk 10 Wm. De voorschriften in de Meststoffenwet moeten wel het milieu voldoende beschermen. Als dat niet het geval is, geldt de Wet milieubeheer.

Ook voor onderdelen die de Meststoffenwet niet regelt, geldt hoofdstuk 10 Wm. Uitgangspunt is dat het doelmatig beheer van dierlijke meststoffen in de Meststoffenwet goed is geregeld.

Artikel 22.1 lid 9
Artikel 9.5.2 en hoofdstuk 10 zijn niet van toepassing op gedragingen, voor zover daaromtrent voorschriften gelden, die zijn gesteld bij of krachtens de Meststoffenwet.

Landelijk afvalbeheerplan - sectorplan

Voor het vergisten van mest met covergistingsmaterialen die een afvalstof zijn, kunnen de sectorplannen 3, 7 en 8 van toepassing zijn (niet limitatief).

Voor mest bestaat geen sectorplan. Sectorplan 65 ‘Dierlijk afval’ richt zich uitsluitend op dierlijk afval dat vrijkomt bij de verwerking van (kadavers van) dieren. Dierlijke mest van veehouderijen valt hier niet onder (zie Beleidskader LAP3, onderdeel A 2.3 ‘Wettelijke Reikwijdte’).