Afvalwater

Bij het covergistingsproces zelf komt geen afvalwater vrij. Wel kan afvalwater vrijkomen bij de nabehandeling van digestaat of bij de opwerking van vergistingsgas (condenswater).

Nabehandeling digestaat

Digestaat kan worden nabehandeld om het volume te beperken. Het digestaat wordt dan door mechanische scheiding gescheiden in een dikke stapelbare fractie en een dunne waterige fractie. De dunne fractie kan als meststof worden gebruikt of verder worden gezuiverd, bijvoorbeeld met omgekeerde osmose. Zie de website van de RVO voor meer informatie over het gebruik als meststof: werkingscoëfficiënt na mestscheiding.

Ook kan de dunne fractie als verdunningsmiddel worden gebruikt om het te vergisten mengsel verpompbaar te maken. Dit is vooral mogelijk als de covergistingsmaterialen vrij droog zijn. Zie ook de paragraaf ‘Dunne fractie digestaat als verdunningsmiddel’.

Voorschrift: afvalwater
Afvalwater dat ontstaat bij het opwerken van de dunne fractie wordt hergebruikt binnen het bedrijf, of
Afvalwater dat ontstaat bij het opwerken van de dunne fractie wordt geloosd op of in de bodem, in het oppervlaktewater of in het vuilwaterriool.

Voorkeursroute

Het heeft de voorkeur de waterige fractie die ontstaat bij het opwerken van de dunne fractie te hergebruiken binnen het bedrijf. Als hergebruik niet mogelijk is, kan de fractie geloosd worden op of in de bodem of op het oppervlaktewater. De waterige fractie moet dan voldoende schoon zijn.

Via een maatwerkvoorschrift kan het bevoegd gezag het lozen op of in de bodem toestaan (zie artikel 2.2 lid 3 van het Activiteitenbesluit). Voor het lozen in het oppervlaktewater is een Watervergunning noodzakelijk.

Het lozen op het vuilwaterriool mag, maar dit heeft niet de voorkeur omdat het meestal gaat om 'schoon' afvalwater. De dunne fractie is meestal niet of nauwelijks verontreinigd. Meer informatie over de beleidsmatige voorkeur voor het verwijderen van verschillende soorten afvalwater vindt u in het Handboek water.

Lozen oppervlaktewater

Voor de beoordeling of afvalwater geschikt is voor lozing in het oppervlaktewater is meer informatie te vinden in het Handboek water. Verdere beoordeling is aan het waterschap of Rijkswaterstaat. Als er ook een waterwetvergunning nodig is, dat moet deze gecoördineerd worden afgehandeld met de Wabo-vergunning. Daarbij is het ook van belang dat de beide aanvragen niet afwijken.

Uniformering lozingseisen

Mest (en eventuele co-producten) bevat relatief hoge concentraties aan verschillende stoffen en pathogenen. Daardoor zijn geavanceerde zuiveringstechnieken nodig om te komen tot een loosbaar effluent bij mestverwerkingsinstallaties.

De notitie BBT effluentbehandeling mestverwerkingsinstallaties beschrijft welke technieken worden aangemerkt als de beste beschikbare technieken (BBT). Deze technieken minimaliseren de emissies bij lozingen van het vrijkomende water uit mestverwerkingsinstallaties (MVI's). Meer informatie vindt u op de pagina ' BBT voor effluentbehandeling bij mestverwerkingsinstallaties'.

Opwerkunit van vergistingsgas

Als het vergistingsgas bij het opwerken naar groen gas wordt gereinigd met een scrubber (gaswasser) ontstaat afvalwater (spuiwater). Dit afvalwater heeft een pH van rond de 1 en is te zuur om op het vuilwaterriool te lozen. Het gaat hier om een klein volume afvalwater dat weer aan het proces kan worden toegevoegd. Een andere mogelijkheid is om dit afvalwater per as (i.c. tankwagen) af te voeren naar en in behandeling te nemen op een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI).

Voorschrift: afvalwater opwerkunit vergistingsgas
Afvalwater afkomstig van het opwerken van vergistingsgas wordt niet geloosd en wordt hergebruikt of per as afgevoerd.