Crisis- en herstelwet en mest

Projecten die onder de Crisis- en herstelwet (Chw) vallen hebben het voordeel van een aantal procedurele versnellingen. In bijlage I van de Chw zijn daarvoor een aantal specifieke ruimtelijke en infrastructurele categorieën van projecten genoemd.

Voor het bewerken en verwerken van mest zijn twee categorieën van Bijlage I van belang:

  • Categorie 1.5. Installaties voor co-vergisting van mest
  • Categorie 10.1. Installaties voor de verwerking van dierlijke mest

U vindt op deze pagina de volgende informatie:

Wanneer valt een project onder categorie 1.5.?

In Bijlage I Chw is co-vergisting van mest in de Categorie 1. “Duurzame energie” aangewezen:

1.5. aanleg, wijziging of uitbreiding bij agrarische bedrijven van installaties voor co-vergisting van de biologische afbraakreacties van in hoofdzaak verpompbare vaste en vloeibare uitwerpselen van dieren en een of meer stoffen, genoemd in bijlage Aa, onder IV, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet.

De procedurele versnellingen gelden voor:

  • het ruimtelijk besluit, waarmee de installatie voor co-vergisting bij agrarische bedrijven planologisch mogelijk wordt gemaakt;
  • alle uitvoeringsbesluiten die nodig zijn om het project te realiseren.

Hierbij valt te denken aan omgevingsvergunningen voor activiteiten zoals bouwen en kappen. Het kan ook gaan om een vergunning om mogelijk schadelijke handelingen te mogen verrichten in daartoe op grond van de Wet natuurbescherming aangewezen beschermde gebieden.

Wanneer valt een project onder categorie 10.1.?

In Bijlage I Chw is de verwerking van dierlijke mest in de Categorie 10. “Verduurzaming landbouw” aangewezen:

10.1. Installaties voor de verwerking van dierlijke mest.

De procedurele versnellingen gelden voor:

  • het ruimtelijk besluit waarmee de installatie voor het verwerken (in de definitie van de Meststoffenwet) het kader van dierlijke mest planologisch mogelijk wordt gemaakt
  • alle uitvoeringsbesluiten die nodig zijn om het project voor de verwerking van dierlijke mest te realiseren.

Hierbij valt te denken aan omgevingsvergunningen voor activiteiten zoals bouwen en kappen. Het kan ook gaan om een vergunning om mogelijk schadelijke handelingen te mogen verrichten in daartoe volgens de Wet natuurbescherming aangewezen beschermde gebieden.

Welke procedurele voordelen zijn er?

De meest relevante procedurele versnellingen zijn:

  • Versnelde behandeling door de bestuursrechter van (hoger) beroep (artikel 1.6, lid 1, Chw).
  • Geen mogelijkheid voor belanghebbenden om pro-forma beroep in te dienen (artikel 1.6, lid 2, Chw).
  • Geen mogelijkheid voor belanghebbenden om beroepsgronden aan te voeren na het einde van de beroepstermijn (artikel 1.6a Chw).
  • Een nieuw besluit na vernietiging (of na een tussenuitspraak) kan gebaseerd worden op de feiten waarop het oude besluit berustte, behalve wanneer die feiten reden waren voor de vernietiging.

Welke procedurele verplichtingen zijn er?

In artikel 11 Besluit uitvoering Chw zijn de volgende verplichtingen voor besluiten, die onder projecten van Bijlage I vallen, voorgeschreven:

  • bij het besluit en de bekendmaking of mededeling van het besluit wordt vermeld dat de procedurele versnellingen van de Chw van toepassing zijn.
  • indien tegen het besluit beroep openstaat, wordt bij het besluit en de bekendmaking van het besluit vermeld dat:
    • de beroepsgronden in het beroepschrift moeten worden opgenomen
    • het beroep niet-ontvankelijk is als de beroepsgronden niet binnen de beroepstermijn zijn ingediend
    • de beroepsgronden na afloop van de beroepstermijn niet meer kunnen worden aangevuld.

Wordt niet aan deze verplichtingen voldaan, dan betekent dat niet dat het project niet meer onder de Chw valt. Alleen zal de beroepsrechter dat feit wel meenemen als er alsnog een pro-forma beroep is ingediend.