200200469/1 Baarn

Onderwerp: Begrip inrichting, kleinschalig of hobbymatig gehouden dieren

Inleiding: 
Verweerders hebben een verzoek om toepassing van bestuurlijk handhavingsmiddelen met betrekking tot het houden van postduiven zonder een vergunning op grond van de Wm afgewezen. Verweerders overwegen dat het houden van postduiven in de achtertuin overeenkomt met de wijze waarop veel andere postduivenhouders hun duiven houden. Hoewel het aantal duiven hier wellicht groter is dan gemiddeld, namelijk 220 postduiven, is het volgens verweerders niet te vergelijken met bedrijfsmatige postduivenhouders.

Afdeling:
De Afdeling overweegt dat niet is gebleken van een op winst gerichte bedrijfsmatige exploitatie of van bedrijfsmatige commerciële activiteiten. Er bestaat dan ook geen grond voor het oordeel dat moet worden gesproken van een bedrijfsmatige activiteit. Echter, gelet op het aantal dieren dat groter is dan het door verweerders genoemde gemiddelde aantal van 120 á 140 duiven, en de wijze van huisvesting, waardoor een zekere continuiteit bestaat van de verrichte activiteiten, is zij van oordeel dat in dit geval sprake is van een bedrijvigheid in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is. Het houden van gemiddeld 220 postduiven in de daarvoor bestemde hokken moet derhalve worden aangemerkt als een inrichting in de zin van artikel 1.1 lid 1 van de Wm.

Datum uitspraak:
28 augustus 2002
Zaaknummer:
200200469/1
Vindplaats:
JM2002-9/107, NBStAB 2002-4/02-97
Instantie:
gemeente