Luchtwasser melkrundveestal BWL 2012.02

(Half)open melkrundveestallen en BWL 2012.02

Leaflet BWL 2012.02 beschrijft de technische uitvoering van het stalsysteem "mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem".

Stallen die (deels) open zijn voldoen niet aan het leaflet BWL 2012.02. Geen enkele versie van het leaflet staat een (deels) open of natuurlijk ventilatiesysteem toe.
Het leaflet is een aantal keren aangepast. Hieronder vindt u een toelichting waarom het in alle gevallen om gesloten melkrundveestallen gaat.

Overzicht wijzigingen leaflets

Het huisvestingssysteem staat sinds 18 oktober 2012 in bijlage 1 bij de Rav onder code A 1.17: 'Mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem (BWL 2012.02)'.

BWL 2012.02 (oktober 2012)

In het leaflet voor het huisvestingssysteem staat:
"De ammoniakemissie wordt beperkt door de ventilatielucht te behandelen in een chemisch luchtwassysteem. […] Alle uit de stal geventileerde lucht moet via de luchtwasser de stal verlaten. Dit betekent dat er in de stal altijd een onderdruk moet zijn. Ook wanneer de dieren worden beweid zal de wasser aan moeten staan om emissies uit de stal te reduceren."

BWL 2012.02.V1 (maart 2013)

Deze versie stelt onder andere:
"De ammoniakemissie wordt beperkt door de ventilatielucht te behandelen in een chemisch luchtwassysteem. […] De wasser is geplaatst op een melkrundvee stal waarvan de gevelopeningen, voor zover mogelijk, zijn gesloten. De stalnok is dicht. In de stal vindt geen natuurlijke dwarsventilatie plaats. In de stal wordt een onderdruk opgebouwd zodat alle uit de stal geventileerde lucht via de luchtwasser de stal verlaat."

BWL 2012.02.V2 (juli 2015)

In deze versie staat dezelfde passage als in BWL 2012.02.V1. Daarnaast moet de maximale ventilatiecapaciteit in overeenstemming met de richtlijnen/adviezen voor maximale ventilatie zijn.

BWL 2012.02.V3 (maart 2017)

Hier staat:
"De ammoniakemissie wordt beperkt door de ventilatielucht te behandelen in een chemisch luchtwassysteem. […] De luchtwasser is geplaatst op/bij een stal voor melkkoeien waarvan de gevelopeningen, voor zover mogelijk, zijn gesloten. De grootte van de luchtinlaatopening is afgestemd op de ventilatiebehoefte van dat specifieke moment. Het gaat om een gestuurde luchtinlaat, de grootte van de luchtinlaatopening wordt automatisch geregeld. Hierbij wordt in de stal een onderdruk opgebouwd zodat alle uit de stal geventileerde lucht via de luchtwasser de stal verlaat. De stalnok is dicht. De toegangsdeuren mogen niet langer open staan dan strikt noodzakelijk is voor het doorlaten van personen, dieren en goederen. Bij het open staan van een deur mag de onderdruk in de stal niet wegvallen."

Maximale ventilatiecapaciteit

De V3-versie stelt dat de ventilatiecapaciteit gebaseerd is op een maximale ventilatie van 700 m3 lucht per melkkoe per uur. Daarnaast mag de stal niet zijn voorzien van ventilatiegordijnen.

De ventilatiecapaciteit van 700 m3 per koe per uur is geen verzwaring.
Het Activiteitenbesluit (artikel 3.125 lid 1) stelt dat de capaciteit van de luchtwasser moet uitgaan van de totale maximale ventilatiebehoefte. In V2 stond dat aangesloten moet worden bij de geldende richtlijnen. In V3 is de maximale ventilatiebehoefte concreet aangegeven.