Stappenplan cumulatief rekenen veehouderij

Dit stappenplan is bedoeld voor het gedetailleerd cumulatief toetsen van fijnstof bij veehouderijen. Dit staat sinds 1 januari 2019 in artikel 73 van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit. In bepaalde gevallen is het verplicht om bij de toetsing van een oprichting of wijziging van een veehouderij ook omliggende veehouderijen in een straal van 500 meter in te voeren in het rekenprogramma ISL3a.

Gedetailleerd cumulatief toetsen

De ISL3a-berekening gaat hetzelfde als bij het berekenen van een enkele veehouderij. Het verschil is dat bij de invoer van bronnen niet alleen de bronnen van de te beoordelen veehouderij worden ingevoerd, maar van alle veehouderijen met een relevante emissie binnen 500 meter.

Deze uitgebreide berekening is alleen verplicht bij veehouderijen die een aanvraag indienen met een totale emissie van fijn stof van meer dan:

  • 500 kg/jaar als de achtergrondconcentratie hoger is dan 27 µg/m3, of
  • 800 kg/jaar ongeacht de achtergrondconcentratie

De relevante omliggende veehouderijen die ingevoerd moeten worden zijn beperkt tot de veehouderijen met een emissie fijn stof van:

  • minimaal 500 kg/jaar in het geval de aanvrager ligt in een gebied met achtergrondconcentratie hoger dan 27 µg/m3
  • minimaal 800 kg/jaar in alle andere gevallen

Het bevoegd gezag voert de toetsing uit, maar de veehouder doet de aanvraag. Het is aan te bevelen dat de aanvrager de berekening zelf ook uitvoert. Voor de benodigde gegevens voor de berekening kan de aanvrager contact opnemen met het bevoegd gezag.

Stap 1. Achtergrondconcentratie

Bepaal de achtergrondconcentratie voor het gewenste jaar via de website van het RIVM of met een berekening in ISL3a. Beoordeel of de achtergrondconcentratie hoger is dan 27 µg/m3.

Stap 2. Totale emissie veehouderij

Bereken de totale emissie van de te beoordelen veehouderij. Een gedetailleerde cumulatieve toetsing is altijd nodig als de emissie hoger is dan 800 kg en nooit nodig als de emissie lager is dan 500 kg. Als de emissie hoger is dan 500 kg maar lager dan 800 kg is een gedetailleerde cumulatieve toetsing alleen maar nodig als de achtergrondconcentratie hoger is dan 27 µg/m3.

Stap 3. Selecteer bedrijven

Bepaal welke andere veehouderijen zich binnen een afstand van 500 meter  bevinden van het emissiepunt van het bedrijf uit de aanvraag. Met een kaart, gis-applicatie of met excel kunt u de onderlinge afstand bepalen tussen de veehouderij uit de aanvraag en omliggende veehouderijen. De stallen zijn hierin bepalend. Ligt een stal geheel of gedeeltelijk binnen die straal van 500 meter? Dan moet deze veehouderij in zijn geheel worden meegenomen. Liggen de stallen (net) buiten de straal van 500 meter? Dan mag het bevoegd zelf bepalen of deze stallen mee worden genomen met de berekening. Wij adviseren om hier ruimhartig mee om te gaan: tot 1 km afstand veehouderijen met grote emissies op te nemen in de berekening.

Achtergrond >27 µg/m3

Als de achtergrondconcentratie groter is dan 27 µg/m3 in de gridcel van de aanvrager, selecteer dan alle veehouderijen met een emissie van meer dan 500 kg/jaar in een straal van tenminste 500 m.

Achtergrond <27 µg/m3

Als de achtergrondconcentratie kleiner is dan 27 µg/m3, selecteer dan alle veehouderijen met een emissie van meer dan 800 kg/jaar in een straal van tenminste 500 m.

Bedrijven op net meer dan 500 m met een hoge emissie kunnen voor de zekerheid aan de selectie worden toegevoegd (beslissing bevoegd gezag).

Stap 4. Verzamel de invoergegevens en voer deze in ISL3a in

De invoergegevens in ISL3a zijn de te beschermen objecten en de brongegevens.

Te beschermen objecten (TBO's)

De te beschermen objecten zijn alle objecten in de omgeving van de te berekenen veehouderij in alle richtingen. De ligging en kenmerken van te beschermen objecten zijn ook te vinden in de Monitoringstool. Zie ook plaats van toetsing.

Brongegevens (agrarische bronnen)

Dit zijn de brongegevens van alle veehouderijen binnen de 500 meter cirkel met een emissie van meer dan 500 kg of 800 kg uit stap 3. Alle veehouderijen met een emissie van meer dan 500 kg en 800 kg zijn ingevoerd in de NSL-monitoring. Deze lijst kan als basis worden gebruikt. Deze lijst moet worden geactualiseerd met veehouderijen die na de NSL-monitoring nog zijn gewijzigd.

De datum van de definitieve vergunning is bepalend voor het toetsmoment. Dat betekent dat de op dat moment meest actuele gegevens moeten worden gebruikt. Dit is relevant als er tussen ontwerp en definitieve beschikking vergunningen zijn verleend voor veehouderijen die in de berekening zitten.

Exportbestand NSL-monitoring

De gemeente kan uit de NSL-monitoring een exportbestand downloaden.

  • ga naar nsl-monitoring > inloggen > kies Monitoring NSL in de bovenbalk
  • kies in de linkerbalk onder Inzien en exporteren de optie Gegevens veehouderij

Het exportbestand uit de Monitoringstool heeft een bestandsformaat dat ISL3a kan inlezen als standaardbron. Zie handleiding ISL3a voor werkwijze. Daarnaast kunt u de gegevens exporteren in csv- en shape-formaat.

De gemeente/regionale uitvoeringsdienst kan deze brongegevens ter beschikking stellen aan een veehouder. Hiermee kan de veehouder of zijn adviseur de gedetailleerde cumulatieve toets uitvoeren.

Bronnen in ISL3a

De gegevens van alle veehouderijen die ooit zijn berekend met ISL3a, zijn beschikbaar in ISL3a en kunnen eenvoudig aan de berekening worden toegevoegd (zie stap 5). Deze gegevens moeten worden beoordeeld op actualiteit. Ook een actueel bestand van web-bvb kan de benodigde gegevens bevatten.

Stap 5. Voer de gegevens in

Voer de gegevens van geselecteerde bedrijven in de ISL3a-berekening in. Maak een nieuw project aan en voer de TBO's en brongegevens in. Is de te berekenen veehouderij al ingevoerd? Dan kan ook dit project worden gebruikt of een kopie van dit project. De brongegevens van de te berekenen veehouderij moeten dan worden gewijzigd naar de aangevraagde situatie.

De brongegevens worden aangevuld met de brongegevens van de geselecteerde omliggende veehouderijen. Dit kan op verschillende manieren:

  • handmatig door in ISL3a stallen en bronnen aan te maken
  • alle eerder ingevoerde stallen toe te voegen via 'bron toevoegen' en dan kies 'bestaande bron'
  • importeren van apart bestand met alle bronnen via 'importeer bronnen' en deze bronnen vervolgens toe te voegen aan de berekening (zie handleiding ISL3a voor werkwijze)

ISL3a kent ook de mogelijkheid om projecten te im- en exporteren. Projecten kunt u in Excel bewerken, wat bij berekeningen met veel invoergegevens handig kan zijn. Zie de handleiding ISL3a voor uitleg.

Stap 6. Bereken de concentratie

Voer de berekening uit zoals beschreven in de handleiding ISL3a. Deze heeft als bronnen de veehouderij van de aanvraag zelf plus de bronnen van de omliggende veehouderijen zoals bij stap 2.

Stap 7. Bepalen dubbeltellingcorrectie (optioneel)

Bepaal de dubbeltellingcorrectie voor alle te beschermen objecten (TBO's). Volg de stappen uit de werkwijzer dubbeltellingcorrectie. Voor TBO's, die in hetzelfde GCN-kilometervak liggen, gelden dezelfde dubbeltellingcorrectie-waarden (dtc-waarden). Lees de berekende waarden voor jaargemiddelde concentratie en aantal overschrijdingsdagen af uit de rekenresultaten. Deze vindt u in de PDF- en het BLK-bestand, zie handleiding ISL3a.

Corrigeer de rekenresultaten met de berekende dtc-waarden.

Als de concentraties hoger zijn dan de grenswaarden, wordt ook zeezoutcorrectie toegepast. Zie artikel 35, zesde lid van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit en artikel 5.19, vierde lid van de Wet milieubeheer.

Stap 8. Herberekening bedrijfswoningen bij naastgelegen veehouderijen

Agrarische bedrijfswoningen worden beschermd tegen de belasting van fijnstof afkomstig van de veehouderijen in de omgeving, maar niet tegen de belasting van fijnstof van de eigen stallen. Zie plaats van toetsing en  dubbeltelling en cumulatie.

Bij de toets luchtkwaliteit kan het voorkomen dat u een overschrijding berekent bij een naastgelegen agrarische bedrijfswoning. Mogelijk zijn de eigen stallen behorend bij die bedrijfswoning hoofdbron van die overschrijding. Met een herberekening bepaalt u of die overschrijding wordt veroorzaakt door de veehouderij uit de aanvraag of door de eigen stallen.

De herberekening gaat als volgt:

  1. Is er een overschrijding op een agrarische bedrijfswoning van derden, na dubbeltelling- en zeezoutcorrectie?
  2. Zo ja, maak een kopie van de originele berekening.
  3. Verwijder de bronnen (stallen) die onderdeel zijn van de veehouderij waar die bedrijfswoning deel van uit maakt.
  4. Voor daarna opnieuw de berekening uit.
  5. Pas dubbeltelling- en zeezoutcorrectie toe met de waarden zoals bepaald in stap 7.
  6. Is er nog steeds sprake vaneen overschrijding fijnstof op de bedrijfswoning?
    1. Zo nee: de aanvraag van de te beoordelen veehouderij is mogelijk.
    2. Zo ja: u moet de aanvraag afwijzen, tenzij de overschrijding op de bedrijfswoning al bestond en niet is verergerd.
  7. Doe dit voor elke bedrijfswoning waar een overschrijding is.