Emissiefactoren

De emissie van fijnstof vanuit een huisvestingssysteem wordt aangegeven met een emissiefactor. Deze factor geeft de emissie in gram per dierplaats per jaar. De fijnstoflijst geeft een overzicht van de emissiefactoren per huisvestingssysteem. Daarnaast staan in de fijnstoflijst emissiereductiepercentages van additionele technieken.

Publicatie fijnstoflijst

De minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) stelt de fijnstoflijst vast. Dit staat in artikel 66 van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit. De minister stelt de fijnstoflijst in ieder geval 1 keer per kalenderjaar vast (op 15 maart). Wanneer tussentijds nieuwe technieken beschikbaar komen, kan de lijst vaker dan eenmaal per jaar bekendgemaakt worden. Dit staat in artikel 66 lid 2 van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit.

Berekenen emissie fijnstof

Het bevoegd gezag kan de gegevens van de fijnstoflijst gebruiken voor het berekenen van de fijnstofemissie. In artikel 67 lid 3 van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit staat dat het bevoegd gezag onder voorwaarden ook andere gegevens mag gebruiken.

Rekenmodel Vee-combistof

Voor het berekenen van het emissiereductiepercentage bij een combinatie van additionele technieken is er een rekenmodel. Het is verplicht om dit rekenmodel te gebruiken. Het rekenmodel staat op de website van Infomil. Wanneer tussentijds nieuwe technieken beschikbaar komen, wordt het rekenmodel daarop aangepast.

Vastgestelde fijnstoflijst

Het ministerie van IenW heeft voor elke diercategorie en huisvestingssysteem een emissiefactor bepaald. De nummering (Rav-codes) en omschrijving van de diercategorieën is overgenomen uit bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav). Bekijk hiervoor het overzicht met emissiefactoren per diercategorie voor fijnstof, ammoniak en geur. Hierin staan ook de reductiepercentages van de additionele technieken die de emissie van fijnstof reduceren.

De emissiefactoren zijn gebaseerd op wetenschappelijke rapporten. Ze zijn gecorrigeerd voor tussentijdse leegstand van stallen. De emissiefactoren worden door het ministerie bijgesteld als nieuwe inzichten of onderzoeksresultaten daar aanleiding toe geven.

Voor veel diercategorieën is er een kopje 'overige huisvestingssystemen'. Voor deze huisvestingssystemen is er geen stalbeschrijving (of leaflet). De emissiefactor fijnstof voor 'overige huisvesting' is een 'worst case'-benadering. In de meeste gevallen is het een traditioneel huisvestingssysteem.

Voor vrijwel alle andere huisvestingssystemen is er een stalbeschrijving (leaflet) met een BWL- of BB-nummer. Deze vindt u in het overzicht van alle BB- en BWL-nummers van de geldende Rav.

Afwijken van de vastgestelde lijst

In specifieke gevallen kan men voor het berekenen van de concentratie fijnstof een emissiefactor of emissiereductiepercentage gebruiken, die (nog) niet is opgenomen in de fijnstoflijst. Hiervoor is goedkeuring van de minister nodig. De minister geeft geen goedkeuring als:

  • de emissiereductie van zwevende deeltjes (PM10) minder is dan 10%
  • niet gewaarborgd is dat metingen worden verricht
  • de te bereiken reductie of de wijze van meten niet op een deugdelijke wijze is toegelicht of onderbouwd

Een goedkeuring wordt voor onbepaalde tijd verleend. Aan de goedkeuring kan de minister voorwaarden of beperkingen stellen. Als hieraan niet wordt voldaan kan de minister de goedkeuring intrekken. Bij vergunningplichtige veehouderijen kan het bevoegd gezag deze voorwaarden ook opnemen in de vergunning. Via de vergunning heeft het bevoegd gezag dan op die punten handhavingsmogelijkheden.

Bij het secretariaat van de Rav kan een veehouder of een leverancier van een nieuwe techniek een verzoek om af te wijken indienen voor een goedkeuring door de minister. Meer informatie over de fijnstofregeling voor innovatieve stallen of technieken vindt u op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Geen emissiefactor op de vastgestelde lijst

Voor een aantal diercategorieën of huisvestingssystemen heeft het ministerie van IenW (nog) geen emissiefactor vastgesteld. Volgens jurisprudentie moet het bevoegd gezag dan zelf beoordelen of de emissie van fijnstof relevant in omvang is.

De Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State heeft hierover eerder een uitspraak gedaan (ABRvS 200801019/1, 14 januari 2009). Het betrof een nertsenhouderij. Voor het houden van nertsen zijn geen emissiefactoren bekend. De Afdeling stelde vast dat een vergelijking met het houden van legkippen in een mestbandbatterijsysteem niet onjuist was. Het huisvestingssysteem waar het om ging bleek namelijk enigszins te vergelijken met de huisvesting van de nertsen.

Voor veel huisvestingsystemen is een emissiefactor voor de categorie 'overig' vastgesteld. De emissiefactor die bij die categorie geldt, kan het bevoegd gezag voor alle niet-gespecificeerde stalsystemen gebruiken.

Omrekenhulp emissiefactor fijnstof

De emissie van fijnstof vanuit een huisvestingssysteem is aangegeven met een emissiefactor. Deze factor geeft de emissie in gram per dierplaats per jaar.

In rekenmodel luchtkwaliteit ISL3a v2023 moet de gebruiker per bron de emissie in gram per seconde opgeven.

Voor het omrekenen van de emissie in gram per dierplaats per jaar naar de emissie per bron in gram per seconde is een omrekenhulp (xlsx, 117 kB) gemaakt. De gebruiker kiest de RAV-code en voert het aantal dieren in. De rekenhulp geeft de fijnstofemissie in gram per seconde in 8 decimalen.  De gebruiker voert deze emissie in in ISL3a om de concentratie fijnstof te berekenen.