Luchtconditioneringsunit

De luchtconditioneringsunit is een doorontwikkeling van een warmtewisselaar. De binnenkomende lucht kan worden opgewarmd, maar ook worden gekoeld. In het condensatievocht en het koelwater in de unit blijft stof achter. Ook hecht stof aan de wanden van de unit.

Werkingsprincipe

Op de pakketten in de luchtconditioneringsunit vormt zich condensatievocht en wordt koelwater verneveld. Hierin blijft stof achter. Samen met aanhechting van stof aan de wanden van de unit geeft dit een reductie van de emissie van fijnstof.

Uitvoering

De luchtconditioneringsunit bestaat uit een kast van isolerend materiaal waarin kunststof kanalen zijn geplaatst. De unit is uitgevoerd volgens het tegenstroomprincipe. De binnenkomende (koude) lucht stroomt door de kanalen. De uitgaande (warme) stallucht stroomt langs de buitenkant van de kanalen. Voor de koeling wordt water verneveld over de buitenkant van de kanalen. Door verdamping van het water koelt de binnenkomende lucht af.

Vanwege de koelende werking kan worden volstaan met een lagere maximale ventilatiebehoefte. De leverancier houdt hierbij een verlaging aan van 50% ten opzichte van het advies van het Klimaatplatform Pluimveehouderij.

De luchtconditioneringsunit staat meestal buiten naast de stal. Alle in- en uitgaande lucht voor het ventileren van de stal gaat via de unit. De ventilatie is gebaseerd op het gelijkdrukprincipe: er wordt via de unit evenveel lucht aangevoerd als afgevoerd. Er zijn dus geen andere inlaatopeningen in de stal aanwezig behalve eventuele uitloopopeningen. Via de uitloopopeningen zal vanwege de gelijkdruk geen of weinig lucht hierdoor naar binnen worden gezogen.

Verwijderingsrendement

Omdat de luchtconditioneringsunit is gebaseerd op een warmtewisselaar, is hetzelfde verwijderingsrendement aangehouden, namelijk 80%. Omdat alle uitgaande lucht door de unit gaat, is dit ook het reductiepercentage.

Overige milieueffecten

Met de luchtconditioneringsunit is de maximale ventilatiebehoefte lager. De luchtconditioneringsunit geeft een geringe extra tegendruk. Maar omdat de totale ventilatorcapaciteit lager is, is het energieverbruik niet hoger. Misschien zelfs lager. Vanwege de lagere maximale ventilatiebehoefte zal het gemiddelde ventilatieniveau over de totale productieperiode ook lager zijn. Dit heeft mogelijk ook een effect op de emissies van ammoniak en geur.

Toepasbaarheid

Een luchtconditioneringsunit is toepasbaar voor alle pluimveecategorieën. Omdat alle in- en uitgaande lucht via de unit gaat, zijn aanpassingen aan stal en ventilatiesysteem nodig om het in bestaande stallen toe te passen.

Kosten

Het systeem geeft een besparing op de totale geïnstalleerde ventilatiecapaciteit. Het vernevelen van water voor de koeling en het ventileren via de units vraagt een gering extra energieverbruik. Afhankelijk van de warmtevraag van de diercategorie is er een besparing op de verwarmingskosten. De arbeidskosten bestaan uit het schoonmaken van de kunststofkanalen in de luchtconditioneringsunit. Deze moeten na iedere ronde en minimaal één keer per week worden gereinigd.

Informatiebron

  • Wageningen Livestock Research, Maatregelen ter vermindering van fijnstofemissie uit de pluimveehouderij: validatie van een warmtewisselaar op vleeskuikenbedrijven (rapport 621).
  • Wageningen Livestock Research, Emissies uit een vleeskuikenstal met strooiselbeluchting en warmtewisselaar (rapport 657).