Kan ik de omgevingsvergunning milieu intrekken bij verwoesting van een stal?

Vraag

Is het slopen van een stal verwoesting in de zin van artikel 2.33 lid 2 onder d Wabo, zodat ik de omgevingsvergunning milieu kan intrekken?

Antwoord

Ja, slopen van een stal kán een grond zijn om de vergunning in te trekken vanwege verwoesting (artikel 2.33 lid 2 onder d van Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wabo).

Voorheen was deze intrekkingsgrond opgenomen in artikel 8.25 lid 1 onder d van de Wet milieubeheer. Daarvoor stond de bepaling over verwoesting in artikel 27 van de Hinderwet: bij verwoesting verviel de vergunning van rechtswege.

Er is jurisprudentie over in welke gevallen het slopen van een stal verwoesting is. Deze jurisprudentie dateert van vóór inwerkingtreding van de Wabo. De eventuele jurisprudentie onder de Wabo is in dit overzicht niet verwerkt.

ABRvS nr. 200904460/1/M2 van 3 maart 2010: dat de inrichting niet in werking was volgens de vergunning, was geen verwoesting. "De omstandigheid dat de inrichting niet conform de vergunning als pluimveehouderij in werking zou zijn, maakt niet dat de inrichting geheel of gedeeltelijk is verwoest, en biedt reeds daarom geen grond voor intrekking van de vergunning met toepassing van artikel 8.25, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wet milieubeheer."

ABRvS nr. 200500414/1 van 7 december 2005: een vernielde meterkast was geen verwoesting. "De Afdeling stelt op grond van het verhandelde ter zitting vast dat ten tijde van het nemen van het bestreden besluit uitsluitend de meterkast van de betonmortelcentrale was vernield. De enkele vernieling van de meterkast van de betonmortelcentrale kan niet worden aangemerkt als (gedeeltelijke) verwoesting van de inrichting als bedoeld in artikel 8.25, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wet milieubeheer (oud). Wat van het beroep van appellant op deze intrekkingsgrond zijn moge, reeds hierom kan de grond dat de revisievergunning ten onrechte niet is ingetrokken vanwege gedeeltelijke verwoesting van de inrichting, niet slagen ."

ABRvS, G05.91.1146, 15 juli 1993, Barneveld, M&R1994, 63: slopen en vervangen door nieuwe stallen is geen verwoesting.

Het uitsluitend slopen van een stal om hiervoor op diezelfde plaats een nieuwe stal te bouwen viel niet onder het begrip verwoesting. "De Afdeling is van oordeel dat vervanging van bedrijfsgebouwen, inhoudende de oprichting van nieuwe gebouwen aansluitend op de sloop van de oude gebouwen, niet kan leiden tot de conclusie dat er sprake is van verwoesting van de inrichting als bedoeld in art. 27 eerste lid Hinderwet, waaruit zou voortvloeien dat bestaande rechten van een vergunninghouder vervallen. Het vervangen van een oud gebouw door een nieuw gebouw en het in verband daarmee slopen van dat oude gebouw strekt er juist toe het voortbestaan van de inrichting zeker te stellen.

Zie ook ABRvS, G05.91.1773, 29 september 1994: een afbraak van een bestaande inrichting met de bedoeling om de inrichting na de afbraak weer op te bouwen en voort te zetten, was geen verwoesting.

ABRvS, 199902829/1, 21 december 2000, AgriSelect 2001-2/4.7: sloop zonder nieuwbouw was wel verwoesting. De bedoeling van de veehouder was dus van belang. "Daargelaten het precieze tijdstip waarop de stal is gesloopt, is de Afdeling van oordeel dat uit artikel 27, derde lid, van de Hinderwet volgt dat door het slopen van deze stal de onderliggende vergunning wat betreft de 100 mestvarkens in deze stal is komen te vervallen. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat geen sprake is van de oprichting van een nieuwe stal aansluitend op de sloop van bedoelde stal."

Zie ook ABRvS, 200005761/1, 23 januari 2002, Oldebroek, Nieuwsbrief StAB 2002-2/K8: sloop zonder nieuwbouw was verwoesting. "Gelet op het vorenstaande staat vast dat de stal (..) in 1990 is gesloopt en niet is herbouwd. De Afdeling is van oordeel dat uit artikel 27, derde lid, van de Hinderwet volgt dat door het slopen van deze stal de onderliggende vergunning (..) is komen te vervallen. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat geen sprake is van de oprichting van een nieuwe stal aansluitend op de sloop van bedoelde stal. Vaststaat dat de stal in 1990 is gesloopt en niet is herbouwd waardoor de vergunning voor het houden van dieren in deze stal op grond van artikel 27 lid 3 Hinderwet van rechtswege is komen te vervallen. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat geen sprake is van oprichting van een nieuwe stal aansluitend op de sloop van de bedoelde stal."