Veehouderij en m.e.r.

Bij het houden van landbouwhuisdieren is soms een milieueffectrapportage (m.e.r.) nodig. Er zijn drempels voor de formele m.e.r.-beoordeling, voor de vormvrije m.e.r-beoordeling en voor het opstellen van een m.e.r.

Drempels

In de tabel onderaan de pagina staat wanneer een m.e.r. nodig is en wanneer het bevoegd gezag moet beoordelen of een m.e.r. nodig is.

De drempel voor de vormvrije m.e.r.-beoordeling volgt uit de OBM-m.e.r. in artikel 2.2a, lid 1 van het Besluit omgevingsrecht. Voor de daar niet genoemde diercategorieën is de drempel de vergunningplicht in categorie 8.3 van bijlage I van het Besluit omgevingsrecht. Voor de diercategorie melkrundvee is beoordeeld dat onder de drempels van de m.e.r.-beoordeling geen sprake zal zijn van een intensieve veehouderij zoals bedoeld in de EU-richtlijn.

Toename of totale omvang

Voor de formele m.e.r.-beoordeling is de toename ten opzichte van de bestaande vergunde situatie bepalend. Voor de vormvrije m.e.r.-beoordeling is, net als bij een OBM-m.e.r., het totaal aantal dieren dat wordt gehouden bepalend. Uiteraard moet er sprake zijn van een toename van het aantal dieren van een diercategorie of een andere wijziging zoals bedoeld in Besluit milieueffectrapportage.

Als bijvoorbeeld een bedrijf met 3.000 vleesvarkens uitbreidt met 1.000 vleesvarkens is geen formele m.e.r.-beoordeling nodig. De toename is niet meer dan 2.000 vleesvarkens. Er is wel een vormvrije m.e.r.-beoordeling nodig omdat het een verandering is bij een bedrijf dat meer dan 51 vleesvarkens houdt. Ook als het bedrijf zou uitbreiden met maar 40 vleesvarkens is een vormvrije m.e.r.-beoordeling nodig. Het is namelijk een verandering bij een bedrijf dat meer dan 51 vleesvarkens houdt.

Het verschil tussen beide besluiten is dat een besluit voor de vormvrije m.e.r.-beoordeling niet gepubliceerd en niet ter inzage gelegd hoeft te worden. De mededeling of aanmeldnotitie moet in beide gevallen voldoen aan artikel 7.16 Wm.

Tabel
Categorie

Vormvrije mer-beoordeling (vanaf aantal totaal)

(formele) Mer-beoordeling (toename meer dan)

Mer-rapport

Melkrundvee en vrouwelijk jongvee (A1 t/m A3)

200 (A1, A2)

340 (A3)

340 (A1, A2, A3)

200 (A1, A2)

340 (A3)

340 (A1, A2, A3)

-

Vleesrundvee (A4 t/m A7)

51

1.200

-

Schapen, Geiten (B1, C1 t/m C3)

51

2.000

-

Biggenopfok (gespeende biggen) (D1.1)

500

3.750

-

Kraamzeugen / guste&dragende zeugen / opfokzeugen (D1.2, D1.3 en D3)

51

750

900

Vleesvarkens (D3)

51

2.000

3.000

Kippen, kalkoenen, eenden, parelhoenders (E, F, G, J)

2.500

40.000

85.000 (E3, E4, E5)

60.000 (E1, E2)

Pelsdieren (H)

1

5.000

-

Konijnen (I)

51

1.000 I1

6.000 I2

-

Paarden en pony's (excl. dieren in opfok) (K)

51

100 (K1, K3)

-

Struisvogels

51

1.000

-

Overige landbouwhuisdieren

51

-

-