Toetsingskader

Doel van de m.e.r.-beoordeling is te beoordelen of sprake is van belangrijke nadelige gevolgen en een milieueffectrapportage nodig is. De m.e.r.-beoordeling is niet bedoeld om te toetsen of de voorgenomen activiteit aan normen voldoet.

Dat een activiteit aan milieunormen voldoet, wil niet zeggen dat er geen belangrijke nadelige milieugevolgen zijn waarvoor een milieueffectrapportage noodzakelijk is. Ook als aan milieunormen wordt voldaan, kunnen er belangrijke nadelige milieugevolgen zijn. Ook onder deze normen treden nog milieugevolgen op.

Andersom is een besluit om een milieueffectrapportage te maken niet een oordeel over de vraag of de activiteit al dan niet vergund kan worden. Een milieueffectrapportage is nodig voor activiteiten die belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen hebben. Doel is om deze milieugevolgen in beeld te brengen en milieuvriendelijkere opties te onderzoeken. Deze milieuvriendelijke opties neemt het bevoegd gezag mee bij het beoordelen van de aanvraag om vergunning.

In de uitspraak ECLI:NL:RVS:2018:2496 zegt de Afdeling dit heel duidelijk.

Het toetsingskader voor de OBM-m.e.r. staat in artikel 5.13b Bor.  En dit artikel verwijst naar artikel 7.17 Wet milieubeheer, waar het toetsingskader staat voor de (vormvrije) m.er.-beoordeling.

Zie ook de jurisprudentie over de OBM.