Let op: de informatie over regelgeving geldt niet meer door de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024.
Deze website wordt niet meer geactualiseerd. Kenniscentrum InfoMil is onderdeel geworden van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO).
Lees op de website van het IPLO hoe het werkt onder de Omgevingswet.
Standspoelen, spaarspoelen, ECOrinse
Het spaarspoelen en standspoelen is het spoelen van de werkstukken na het procesbad in een niet doorstromend spoelbad, alvorens men overgaat tot spoelen in een doorstromend bad. In het spaarbad vindt in principe geen doorspoeling plaats, waardoor de verontreiniging zich in het bad zal ophopen. De concentratie in het spaarbad dient door verversing of batchgewijze afvoer op de juiste concentratie gehouden te worden, zoals in het spoelcriterium is vastgesteld.
Een vorm van standspoelen is ECOrinse, dit is een verdund procesbad dat als een soort standspoeling zowel voor het ingaan als na het uitnemen bij een procesbad wordt aangedaan.Spaarspoelen kan met cascadespoelen ook worden toegepast als combinatie van spaar- en cascadespoeling. Hierbij kan de doorstroming in de cascadespoeling worden verminderd. Afhankelijk van de waterkwaliteit kunnen vloeistofverliezen van procesbaden worden aangevuld door toevoeging van spoelwater uit de spaarbaden.
Sproeispoelen/nevelspoelen
Bij het sproeispoelen wordt (schoon) water door middel van een speciale sproeikop met kracht op het oppervlak gespoten. Hierdoor wordt een hoge spoelfactor met betrekkelijk weinig water bereikt. Bij het nevelspoelen wordt (schoon) water door middel van een speciale nevelkop verstoven, waarna het water op het oppervlak neerslaat. Ten opzichte van het sproeispoelen verbruikt het nevelsproeien minder water. Bij de eerste spoeling wordt het sproei- en nevelspoelen toegepast door de werkstukken boven het (warme) procesbad af te sproeien/nevelen met water uit het spoelbad. Hierdoor wordt de aanhangende badvloeistof grotendeels in het procesbad teruggevoerd. Het sproei- en nevelspoelen kan ook plaatsvinden boven een lege tank, waarna het spoelwater weer in het procesbad kan worden teruggevoerd. Bij de laatste spoeling wordt met name het sproeispoelen toegepast door de werkstukken boven het laatste spoelbad met water af te sproeien. Hierdoor wordt een zo schoon mogelijk oppervlak verkregen.
Cascadespoelen, tegenstroomspoelen
Het cascadespoelen is het in tegenstroom spoelen van de werkstukken in twee of meer gekoppelde spoelbaden met afnemende verontreinigingsgraad. Het schone water wordt aan het laatste spoelbad toegevoerd en loopt in tegenstroom met het werkstuk. De benodigde hoeveelheid water is afhankelijk van het vastgestelde spoelcriterium. Het spoelwaterverbruik van een cascadebad is beduidend lager in vergelijking met een doorlopend spoelbad. Afhankelijk van de aangehouden concentratie van het cascadespoelbad is de uitsleep naar het spoelwater veel minder dan de uitsleep rechtstreeks uit het procesbad.
Luchtagitatie in het spoelbad
De effectiviteit van spoeling kan verhoogd worden door luchtagitatie in het spoelbad. Mogelijk moeten hierbij stabiliserende middelen worden toegevoegd om schuimvorming tegen te gaan. De uiteindelijke hoeveelheid benodigd spoelwater vermindert.
Compensatie verdampingsverliezen reinigingsbad
Ter reductie van de hoeveelheid te lozen spoelwater kan een gedeelte ter compensatie van verdampingsverliezen naar het reinigingsbad worden teruggevoerd.
Spoelcriterium bepalen
Om effectief maatregelen te kunnen nemen om het spoelwaterverbruik te reduceren, dient het spoelcriterium te worden vastgesteld. Hieronder wordt verstaan: de toegestane vervuilingsgraad van het spoelwater in het laatste spoelbad. Aan de hand hiervan kan worden vastgesteld in welke mate moet worden gespoeld. Bij sterk variabele productie dient te worden uitgegaan van de ‘worst case' situatie.
Maatregelen ter besparing van spoelwater
Door een relatie te leggen tussen de uitgevoerde bewerkingsprocessen en de verbruikte hoeveelheid spoelwater kan bij een verhoogd gebruik worden ingegrepen. Dit betekent dat op een aantal punten in het proces het waterverbuik door watermeters dient te worden geregistreerd. De registratie kan in een logboek plaatsvinden of zelfs worden geautomatiseerd. Bij veel processen kan water worden bespaard door de toevoer afhankelijk te maken van het bewerkingsproces. Door manden, korven, rekken een lichtstraal te laten onderbreken kan een signaal gegeven worden voor de toevoer van een bepaalde hoeveelheid spoelwater (bijvoorbeeld een magneetklep met een tijdschakelaar). Een dergelijke maatregel kan een waterbesparing van 50% opleveren. De hoeveelheid spoelwater kan ook worden geregeld door de geleidbaarheid van het gebruikte spoelwater te meten. Een andere, eenvoudige mogelijkheid tot waterbesparing is het installeren van twee kranen in serie. Met de eerste kraan wordt het juiste debiet geregeld. Deze kraan kan eventueel worden vastgezet. De tweede kraan is voor aan/uit regeling. Indien water benodigd is, kan met de tweede kraan de waterstroom geregeld worden.
Hergebruik spoelwater
Het spoelwater kan worden hergebruikt door middel van een kringloopinstallatie, waarbij het water door een ionenwisselaar wordt gevoerd. In verband met de ophoping van niet verwijderde stoffen en eventueel zwakke zuren die niet verwijderd worden, zal het kringloopwater regelmatig gedeeltelijk ververst moeten worden. Bij regeneratie van de ionenwisselaar ontstaat een concentraat dat in het geval van een monostroom intern kan worden hergebruikt of naar een externe verwerker kan worden afgevoerd.