Minerale olie afscheiders: NEN-EN 858

In het algemeen is een directe lozing van oliehoudend afvalwater in oppervlaktewater of bodem ongewenst. Olie mag niet direct in het milieu terechtkomen. In sommige gevallen is het bijna onvermijdelijk dat het afvalwater olie bevat. Om te voorkomen dat er te veel olie in het riool terechtkomt, is de inzet van een olieafscheider een standaardmethode.

Olieafscheiders volgens NEN-EN 858-1 en -2

Om een goede werking van olieafscheiders te waarborgen, heeft de overheid normen vastgesteld waaraan afscheiders moeten voldoen. Voor olieafscheiders en slibvangputten gold NEN 7089 (inclusief tweede correctieblad 1993). Nederland heeft vanaf 1 januari 2007 de Europese normen volledig en ongewijzigd overgenomen in nationale regelgeving zoals het Activiteitenbesluit.

Het gaat om de nieuwe NEN-EN 858-1:2002 of NEN-EN 858-1:2002/A1:2004 en NEN-EN 858-2:2003. Nieuwe te plaatsen olieafscheiders en slibvangputten moeten daarom voldoen aan de nieuwe NEN-EN norm. Volgens de overgangsregeling mogen bestaande afscheiders blijven. Ze voldoen aan de regelgeving.

De NEN-EN 858 is de Nederlandse vertaling van de Europese norm EN 858. Afscheiders uit Europese landen die voldoen aan de EN 858 mogen ook toegepast worden. Bijvoorbeeld de DIN-EN 858 is de Duitse versie van de EN 858-1:2002 + A1:2004.

Bij toepassing van de berekening volgens de NEN-EN 858-2:2003 moet een ondernemer in een aantal gevallen een grotere afscheider te plaatsen dan bij hantering van de berekening van de oude NEN. In de berekeningstabel kunt u de capaciteit berekenen op basis van de nieuwe NEN-EN 858-2:2003. Het bevoegd gezag zal bij toepassing van de berekeningsmethode van de NEN-EN rekening moeten houden met de maximale lozing in de praktijk.

CE-markering

Als de olieafscheider voldoet aan de NEN-EN 858 heeft het ook een CE-markering. In de bijlage van de NEN-EN staat uitgelegd wat de CE-markering inhoudt.

Zonder CE-markering mag een leverancier een product niet verkopen. De verplichtingen over CE-markering staan in de Europese Verordening Bouwproducten (305/2011/EEG). Op het contactpunt bouwproducten en bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) kunt u meer informatie vinden over de Europese Verordening Bouwproducten.

Bij de CE-markering hoort ook een prestatieverklaring. Deze legt uit wat het product doet en wat de eigenschappen zijn van het product. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) ziet toe op de volledigheid en juistheid van deze informatie. Ook controleert de ILT of de CE-markering op bouwproducten zit. Ook een ander bevoegd gezag dan de ILT kan aan een leverancier of fabrikant vragen om gegevens over de CE-markering. Dat mag op basis van artikel 11, lid 8 van de Europese Verordening Bouwproducten (305/2011/EEG).

Een ander bevoegd gezag dan de ILT mag dus ook informatie opvragen bij de leverancier of fabrikant wanneer dit nodig is. Wanneer blijkt dat een bouwproduct niet voldoet aan de CE-markering of prestatieverklaring, kan men dit melden bij de ILT.

Het blijft de verantwoordelijkheid van een initiatiefnemer om een product op de juiste manier te gebruiken. Vanuit het Activiteitenbesluit kan een toezichthouder alleen handhaven op het gebruik van een bouwproduct door een initiatiefnemer. Alleen de ILT neemt maatregelen tegen de leverancier of fabrikant van een bouwproduct als het product niet voldoet aan de CE-markering.

Op de deksel van de afscheiderput staat het woord 'afscheider'. Bij de ingang van het mangat van de afscheider zit een naamplaatje. Het naamplaatje zit bij voorkeur aan de binnenkant. Het naamplaatje bevat de volgende informatie:

  • EN 858
  • klasse (I of II)
  • volume van de afscheiderput, in l of m3
  • volume van de slibvangput, in l of m3
  • opvangcapaciteit voor de afgescheiden olie, in l of m3
  • dikte van de maximale opvang hoeveelheid, in mm
  • bouwjaar
  • naam of logo van de fabrikant
  • het logo van de certificeringsinstantie

Eisen voor onderhoud

In de voorschriften van het Activiteitenbesluit staan geen directe voorschriften voor het onderhoud van de olieafscheider en slibvangput. In de toelichting bij artikel 4.75 van het Activiteitenbesluit staat ten onrechte een termijn van 1 jaar genoemd. De voorschriften van het Activiteitenbesluit verwijzen voor het onderhoud direct naar de NEN-EN 858-1:2002 of NEN-EN 858-1:2002/A1:2004 en NEN-EN 858-2:2003. De onderhoudsvoorschriften in de norm is daarom leidend.

Over het onderhoud staat in NEN-EN 858-2:2003 het volgende (vrij vertaald):

Alle regelmatig te onderhouden onderdelen van de olieafscheider, moeten altijd bereikbaar zijn. Onderhoud aan het systeem vindt ten minste 1 keer per 6 maanden plaats door vakkundig personeel. Het onderhoud vindt plaats in overeenstemming met de instructies van de fabrikant en bevat ten minste de volgende onderdelen:

  • slibvanggedeelte: bepaling slibvolume
  • afscheider: meting dikte olielaag, controle functionering automatische vlotter, controle van het waarschuwingsinstrument
  • bemonsteringsschacht: schoonmaken van het afvoerkanaal
  • zo nodig: olie en slib verwijderen. Dit is aan te bevelen als:
    • de helft van het slibvolume in het slibvanggedeelte vol is, of
    • 80% van het opvangvolume van de afscheider vol is
  • na het verwijderen van olie en slib de olieafscheider vullen met schoon water

Ondanks deze onderhoudsverplichtingen mag effluent in ieder geval nooit meer dan 200 mg/l olie bevatten.

Signalering

In de NEN-EN 858-1 is voorgeschreven dat een olieafscheider een automatische waarschuwingsvoorziening moet hebben. Het lokale bevoegde gezag kan van deze eis afwijken. In de praktijk motiveert men een dergelijke afwijking als maatwerk, gebaseerd op de zorgplicht.

Vakkundig personeel

Het onderhoud moet volgens NEN-EN 858-2:2003 plaatsvinden door vakkundig personeel. Zowel NEN-EN 858 als het Activiteitenbesluit stellen verder geen eisen aan dat personeel. De persoon in kwestie moet vakbekwaam zijn.

Dat kan dus ook de ondernemer zelf zijn of een medewerker van het bedrijf. Een ondernemer mag de olieafscheider ook zelf leeg halen. Het verdient alleen wel de voorkeur om ook dit door een erkende inzamelaar te laten doen.

Uiteindelijk is het ter beoordeling van het bevoegd gezag of de persoon vakbekwaam is.

Registratie

De NEN-EN schrijft ook het bijhouden van een registratie (logboek) van het onderhoud voor. De registratie is beschikbaar voor het bevoegd gezag. Het bijhouden van de data van legen en reinigen en onderhoud van de afscheider past binnen de zorgplicht van de ondernemer. Deze registratieverplichting staat in de NEN-EN en daarom wettelijk verplicht.

5-jaarlijkse controle

In aanvulling op het halfjaarlijkse onderhoud staat een 5 jaarlijkse controle in de NEN-EN 858-2:2003. Hierover staat het volgende in de NEN-EN-2 (vrij vertaald):

Het legen van de afscheider en het uitvoeren van een algemene controle in intervals van maximaal 1 keer per 5 jaar staat voorgeschreven. Deze controle omvat de volgende aspecten:

  • lekkage van het systeem
  • controle van de constructie
  • controle van eventueel aangebrachte coatings
  • het functioneren van de verschillende onderdelen
  • het functioneren van elektronische instrumenten en installaties
  • controle van de instelling van de automatische afsluiting, bijvoorbeeld drijvende bestanddelen

Uiteraard kan deze controle alleen maar grondig gebeuren als de afscheider leeg is. De eisen die gesteld aan degene die deze controle uitvoert, zijn dezelfde als bij het halfjaarlijks onderhoud.

De verantwoordelijkheid bij eventuele lekkage van de aanvoerleidingen naar de olieafscheiders en de daardoor mogelijke bodemverontreiniging, ligt bij de ondernemer. Saneren van een bodemverontreiniging kan een kostbare zaak zijn. Daarom is goed onderhoud voor een ondernemer belangrijk.

Gevaarlijk afval

De inhoud van een olieafscheider (en van de bijbehorende slibvangput) is gevaarlijk afval. Dit moet een erkende inzamelaar ophalen.

Een ondernemer altijd moet kunnen aantonen wat er met gevaarlijk afval gebeurt. Door het overleggen van een onderhoudscontract met een erkende inzamelaar is dit duidelijk. Daarom heeft het de voorkeur om het leeghalen van een olieafscheider te laten doen door een erkende inzamelaar.

Mogelijke verplichtingen uit ARBO-wetgeving

Bij het onderhouden van de olieafscheider en de slibvangput kunnen ARBO-regels van toepassing zijn. Voor de afvalbedrijven geldt de ARBO-catalogus afvalbedrijven.